Vuurtorentrail 2017, 6 & 35 km

18 maart 2017, 6 km

‘Jullie gaan twee dagen lopen? Welke afstanden?’ ‘Eeh… zondag de 35 kilometer.. en zaterdag de eh 6, want eh de 12 was al vol en 18 vonden we iets te veel van het goede…’ ‘Oh, dus even lekker inlopen voor zondag? Nou ja, je kunt je nog om laten schrijven..?’ ‘Mjaaa, maar laat ik voor één keer maar soort van verstandig doen..’ Gisteravond kwamen we Mark en Marion tegen bij het ophalen van onze startnummers voor het weekend en dit was ongeveer hoe mijn gesprekje met Mark ging. Ik voelde me wel een beetje gek dat ik een startnummer voor 6 en 35 kilometer ging ophalen. Het voelde zo random. Ik heb er wel super veel zin in, maar toch. Stiekem is dat ook wel hoe Tim en ik ons hebben ingeschreven voor de 6 kilometer, een beetje random. ‘Ach, we zijn er toch en dan kunnen we vast even lekker lopen.’ En nadat de afgelopen week zich voorbij gesleept heeft, is het dan vandaag eindelijk zo ver! Tijd om te lopen!

Hoe vroeg ik ook opsta, ik ben de ochtend voor een trail altijd een beetje gestresst en vanochtend was dat niet anders. Iets met kledingkeuzestress (want korte broek of niet?), mijn linkerkuit intapen (nog nooit gedaan) en het gevoel hebben dat we heeeuuuullll ver moeten rijden (van Nes naar Hollum is GEEN halfuur rijden)… Argh! En zo staan we veel te vroeg en met een tas met veel te veel kleren in Hollum. Oké, tijd genoeg dus om nog even rond te neuzen bij de start en een definitieve keuze te maken voor een lange of korte broek (Tim en Willem kunnen al niet anders meer, want zij hebben wel gewoon een keuze kunnen maken). Even later sta ik dan toch weer bij de auto om al mijn winterkleren te droppen en mijn startnummer op te spelden en de chip te bevestigen. Ondertussen houd ik naarstig de tijd in de gaten, want stel dat we toch te laat zijn voor de start (stresskip!) en ik heb Marion beloofd dat we haar gingen aanmoedigen bij de start van haar 12 km. Het voordeel van veel te vroeg ergens zijn, is dat het inlossen van die belofte in elk geval gaat lukken (puddingvlaai please!).

17308951_10206697543637416_4583210649861099951_n
Voor de start van de 6 km (Rianne, Tim & Willem).

En dan is het ook voor ons zover! Na een voorwoordje van Robin over de zwaarte van de trail voor iedereen voor wie deze trail de eerste wordt, is het 13.15 uur en zetten we ons in beweging. De eerste man schiet er als een pijl uit een boog vandaar, zo’n beetje op de voet gevolgd door Willem. Tim loopt zoals gewoonlijk achter me en ondanks dat ik me een beetje wilde inhouden vandaag en eigenlijk écht gewoon even wilde inlopen voor morgen, beginnen we toch steeds meer mensen in te halen. Ik voel me super en het lopen gaat super. Als we Hollum goed en wel uit zijn, loop ik tweede dame en besluit ik morgen te vergeten en de afgelopen weken serieuze looptraining eens op de proef te stellen. Die mevrouw voor me, die ga ik inhalen. Tandje erbij dus, ik zie wel waar ik strand vandaag. Nog voor we in het bos zijn, hebben we die mevrouw ook ingehaald en lopen we de derde man voorbij. Cool! Dat betekent dat Tim nu de derde man is! Het parcours slingert door het bos richting de vuurtoren. Halverwege de vuurtoren staan ineens twee bekenden langs het parcours die net zo verbaasd zijn om ons te zien als andersom. Terwijl Tim en ik druk in gesprek zijn over onze verbazing dat onze buren van de camping in Grindelwald (van de Eigertrail 2016) ineens langs het parcours bleken te staan, mis ik bijna een afslag naar rechts. Verward blijf ik even staan. Dit zal me toch niet gebeuren nu! Ik raak een beetje gefrustreerd, maar Tim drukt het meteen de kop in. ‘Kom, we moeten hierheen!’ en hij loopt de singletrack naar rechts in. Nog een beetje sputterend zet ik de achtervolging in, maar Tim heeft wel gelijk. Een eindje verderop hangt weer een groen pijltje en het paadje ziet er ook best wel belopen uit. Na een paar bochten doemt voor me de vuurtoren op en zie ik links vanuit mijn ooghoek de tweede dame aankomen die blijkbaar per ongeluk rechtdoor is gelopen bij het paadje waar wij net rechtsaf zijn gegaan. Voor ons lopen ineens ook een paar mannen die net echt nog achter ons liepen. Nou ja, niets aan te doen, kan gebeuren. Het is voor de lol vandaag.

Alleen dat laatste gaat er niet helemaal in bij mij, ik wil net iets te graag als eerste finishen vandaag. Ondanks dat mijn kuit redelijk stram begint aan te voelen, vlieg ik voor mijn gevoel over de duinen richting het strand. Ik vind altijd vooral het naar beneden rennen helemaal geweldig en dat is nu niet veel anders. Het is prachtig weer (helemaal als je de voorspelling voor vandaag in je achterhoofd houdt) en ik geniet echt van het lopen hier. Voor ons doemt de mulle strandopgang op en Willem die daar vertwijfeld heen en weer loopt, en blijkbaar nog een keer na vraagt of hij wel echt naar links moet. Als Tim en ik op dat punt arriveren, wordt me ook duidelijk waar de verwarring vandaan komt. Het bordje met de afstanden erop is half afgebroken, waardoor alleen de 18 en 60 km nog op het bordje staan. Gelukkig heb ik de routekaart nog wel ongeveer in mijn hoofd, dus ik ben er vrij zeker van dat we linksaf het strand op moeten. Het strand loopt verrassend goed. Stiekem verwachtte ik muller zand, maar door de regen van afgelopen nacht is het zand redelijk hard gebleven. Chill!

Na ongeveer een kilometer mogen we het strand alweer af, en dat vind ik bijna jammer. Ik loop echt heerlijk en geniet enorm van het uitzicht over de zee. Bij de strandopgang (of afgang voor ons) staat een verzorgingspost voor de langere afstanden van vandaag, maar die slaan wij over. Het klimmetje het strand af kruipt stiekem mijn benen in, al wil ik dat liever negeren. Verdorie, ik voel mijn benen. Nu al! We hebben net iets meer dan 4 kilometer gelopen! Argh! Naarstig kijk ik achterom om te kijken of de tweede dame me al achterop komt. Ik zie iets roods aankomen, schrik me rot en realiseer me vervolgens dat het een jongen is. Sorry! Snel focus ik me weer op het fietspad voor me waar op dat moment twee mountainbikers aan komen, waarvan er één ons enthousiast toe te begint te roepen. Bijna te laat realiseer ik me dat dat Mark is, en ik weet hopelijk nog net op tijd mijn hoofd in een iets vrolijkere stand dan ‘chagrijnig’ te toveren. Ondanks dat ik nog steeds op kop loop, ben ik echt heel chagrijnig. Ik begin moe te worden en dat verwijt ik mezelf.

Het stuk over het fietspad eindigt met een kort klimmetje en al gauw lopen we weer in de duinen rondom de vuurtoren. De klimmetjes worden weer steiler en mijn benen beginnen nu toch wel een beetje vol te lopen. Ondertussen worden we ingehaald door de eerste twee dames van de 12 kilometer. Zo, wat lopen die hard! Voordat we echt het bos weer induiken, worden we nog aangemoedigd door onze Eigertrail-buren. ‘Nog een klein stukje doorbijten en dan heb je gewoon een podiumplek!’, roept de mevrouw van de twee me toe. Daar moet ik wel om lachen. ‘Gewoon’ een podiumplek. Jaja. Maar, eigenlijk is dat gewoon haalbaar. Ik moet nu ‘gewoon’ doorlopen en dan ben ik de eerste dame die hier op de 6 kilometer gaat finishen. En dan is er geen podiumplek. Argh! Nou ja, boeiend! Doorlopen! De laatste kilometer over het asfalt vliegt eigenlijk voorbij, en niet lang daarna stormen we Hollum in. Tim houdt ineens in en ik snap eerst niet echt waarom. Ik kan op dat moment eigenlijk alleen maar versnellen en ren met een dikke smile over de finish. Willem staat al bij de finish te wachten. Hij is ook bij de top 3 gefinisht en met ook een top 10 plek voor Tim is vandaag een hele succesvolle dag voor ons. De medaille die we allemaal bij de finish hebben gekregen ter herinnering is voor mij even mijn gouden medaille, haha.

17424585_10206697544197430_6663672418272629146_n
Finish van de 6km (foto: Tim (dus daarom hield je hier ineens in))
17308955_10206697544397435_7252003773707841166_n
Stiekem ben ik dus super trots op deze medaille, haha.

19 maart 2016, 35 km

De wekker gaat vandaag extra vroeg, want ik wil me zo rustig mogelijk voorbereiden op de tocht van vandaag. Door de gordijnen heen probeer ik wanhopig een klein beetje zonlicht te bespeuren, maar als ik even later de gordijnen open schuif wordt mijn vermoeden bevestigd. De zon houdt zich schuil achter een dik pak wolken. Met miezerige regen. Maar dat houdt zo meteen vast op. Toch? Omdat ik toch nog tijd genoeg heb, plof ik heel even weer mijn bed in. Veel rust geeft dat helaas niet, want bijna meteen begint de kledingkeuzestress alweer. Hoe warm wordt het vandaag? Korte broek, lange broek? Korte mouwen of lange? AAARRGGHHH!

Het waait, en hard ook. Dat is in elk geval duidelijk. De keuze voor mijn paarse gore-tex jas is snel gemaakt. Het wordt toch een lange broek, mijn paarse speedcross en een dun thermoshirt onder mijn jas. Dat moet warm genoeg zijn. Ik prop mijn racevest vol met een setje reservekleding, tape en wat eten. Als even later ook mijn rechteronderbeen en mijn schouder zijn ingetapet, ben ik klaar voor de start. Tenminste, wat betreft de voorbereidingen. Mijn hoofd is een chaos van zenuwen, spanning en twijfels. Ik loop achter Tim en Willem richting de auto. Op naar Hollum, op naar de start. Er is geen weg terug meer. Let’s gooooo!

17362392_10206697544757444_4525428792007507056_n
Startvak-selfie!

Vlak voor de start stuur ik mijn ouders en mijn broertje nog even snel een kleine update. Het waait dus echt 6-7 Bft uit westelijke richting, dus de helft van de route hebben we sowieso wind tegen, het regent en warm is anders. Oh well… Veel tijd om me druk te maken, heb ik eigenlijk ook niet meer, want voor ik het weet klinkt het startschot en zijn we onderweg. Op naar de vuurtoren en dan door de duinen richting het oosten. Het eerste gedeelte van de trail dus zoals verwacht de wind in de rug. De kilometers piepen rustig weg op mijn Suunto en ik spreek met mezelf af dat ik bij elk piepje een paar slokjes water neem en om de 5 kilometer een beetje eten. Dat bevalt eigenlijk super goed. Mijn rechterkuit is wel vervelend aan het zeuren, maar ik hoop echt heel erg dat dat straks wegtrekt. Ondertussen hobbelen Tim en ik heel rustig achter een sliert mede-trailers aan de duinen ten noorden van Hollum door. Willem is ergens voor ons, al niet meer herkenbaar in zicht. Lekker laten gaan. Eerst maar eens zorgen dat ik pijnloos ga lopen. Alleen duurt best wel lang. Maar dan, na 8 kilometer besluit mijn kuit zich toch neer te leggen bij het gegeven dat er vandaag hard gewerkt moet worden en beginnen de pijn en de stramheid te zakken. Stiekem weet ik heel goed dat het niet slim is om door te lopen met dit soort spierpijn, maar goed. Vandaag negeer ik dat even.

We slingeren de duinen over en tussen de kraaiheide door, en voor ik het weet is daar de eerste verzorgingspost al. Dat gaat lekker, zo voor de wind! Tot mijn grote vreugde mag ik bij de VP een van mijn softflasks voor de helft vullen met cola. Awesome! Helemaal in mijn nopjes met mijn cola hobbel ik even later weer naast Tim op het schelpenpaadje dat ons verder richting Nes leidt. Stiekem moet ik wel een beetje lachen om mezelf, helemaal lyrisch om een beetje cola. Ernstig dit, haha! De route begint na een kilometer of twaalf weer tegen de wind in te draaien (een klein stukje maar) en daar krijgen we een goed voorproefje van wat ons straks op het strand te wachten staat. Één groot gevecht met de wind. Ik ben maar wat blij dat we voor nu weer even het bos in duiken en probeer me zo min mogelijk druk te maken over het strand straks.

Het stukje door het bos is helaas van relatief korte duur en na een laatste stukje voor de wind moeten we dan toch echt naar links over het dijkje terug naar Hollum. Voordeeltje, we zijn op de helft. Tim en ik spreken af dat we elk steeds 500m op kop lopen, zodat de ander uit de wind kan lopen. En zo hobbelen we achter elkaar (niet bijster spraakzaam, maar je verstaat elkaar toch niet in deze wind) door de duinen en over het strand richting VP2. Gelukkig valt ook vandaag, door de regenval van de afgelopen uren, het lopen op het strand qua ondergrond heel erg mee. Naarmate we dichter bij de verzorgingspost komen, staan er ook weer meer mensen langs het parcours. Niet dat er iemand bij staat die ik ken, maar het is toch altijd wel leuk om aangemoedigd te worden. We dribbelen tussen de mensen door de strandopgang op richting VP2. Ik stuur mijn moeder snel even een update van onze voortgang en zie tot mijn grote verrassing een appje van Lisa. Support vanuit Australië, haha. ‘Jullie kunnen dat, bikkels! Is een eitje voor jullie.’ Ik begin bijna hardop te lachen. Een eitje?! Eehh whut?! Zo voelt het niet bepaald, maar aan de andere kant voel ik me ook nog niet helemaal kapot. Omdat we nog cola, water en eten hebben, besluiten Tim en ik VP2 verder te laten voor wat het is en ons gevecht tegen de wind voort te zetten. We spreken af om even rust te pakken bij de 20 km en zetten ons weer in beweging.

17362853_10206697545077452_1186230677949603163_n
Vlak na ons ‘rustpunt’ op 20 km (foto: Tim)

Rust pakken is in dit geval even wandelen, een beetje drinken en dadelballetjes naar binnen werken. Ik ben wel een beetje jaloers op Tim, die rustig een Cliffbar naar binnen krijgt op dit moment in de trail. Bij mij is dat op dit punt in een ‘race’ niet meer het geval en ik ben gebonden aan mijn dadelbolletjes, stukjes noga en water. De noga valt alleen niet zo goed vandaag. Jammer! De route is hier wel heel afwisselend en dat maakt het rennen een stuk minder zwaar. We lopen over een grasachtig stukje achter de duinen tussen twee rietkragen door. Op een gegeven moment slaan we weer rechtsaf richting de duinen en op dat punt maakt het grassige paadje plaats voor een vlonder over een meertje. Super leuk! Daarna mogen we de duinen weer over en het strand op. Van vorig jaar weet ik nog dat dit stuk best zwaar en mul is. Gelukkig valt dat mee tot we opnieuw achter de duinen duiken en in echt mul zand terecht komen. Inmiddels zijn we overgeschakeld op wandelen. Qua snelheid lijkt het niet veel meer uit te maken. Bij de verwarrende standopgang van gisteren mogen we het strand weer op. Mijn benen beginnen nu toch echt wel vol te lopen. Bij 25 km lassen we toch maar even weer een wandelmomentje in. Nog maar een paar dadelballetjes, water en toch maar een stukje noga. Wie weet helpt het nu wel. Ik lijk amper vooruit te branden en ik voel me echt waardeloos.

17264524_10206697545757469_5382280497921430721_n
Op naar de 25 km, het strand loopt hier nog wel lekker… (foto: Tim)

Het stuk door de duinen rond de vuurtoren valt helemaal ellendig. Ik begin boos op mezelf te worden. De omgeving is hier namelijk echt prachtig en dit stukje is altijd een van mijn lievelingsstukjes van deze trail, maar zelfs dat helpt niet om me op te vrolijken. Het is niet eens zo dat alles zeer doet, mijn benen willen gewoon niet meer hardlopen. Zelfs het afdalen, toch wel een beetje mijn specialiteit, gaat niet zoals normaal. Ondertussen worden we ingehaald door 60 kilometerlopers. ‘Kom op Rianne! Die mensen, die hebben het zwaar!’, spreek ik mezelf inwendig toe. Blijkbaar helpt dat, want er zit toch weer een soort van versnelling in. Maar dan komt daar de laatste strandopgang het strand op. Urgh! Wandelen dan maar weer. Blegh! Dat laatste stukje strand is er één te veel voor mij. Waar het vorig jaar makkelijk lukte om daar door te rennen, wordt het dit jaar een combinatie van wandelen en rennen. Tim lijkt in tegenstelling tot vorig jaar echter onvermoeibaar en moet mij er hier een beetje doorheen slepen in plaats van andersom. Zelfs het uitzicht over de Waddenzee vrolijkt me niet echt meer op. Voor mij is het stuk water rechtsvoor me tussen Ameland en Friesland nu meer een ellendige vlakte waarop de wind vrij spel heeft. En dan is daar eindelijk de strandopgang waar we het strand weer af mogen. De Suunto piept onverstoorbaar verder en laat me genadeloos weten dat een verbetering van de tijd van vorig jaar er niet in zet. Daar baal ik van! Het motiveert op de een of andere manier wel om door te lopen. We halen het stel voor ons in en duiken na een stuk asfalt achter de duinen redelijk vrolijk het bos weer in. Zelfs de duintjes op rennen gaat weer. Al lijkt dat een beetje van korte duur, maar net op het moment dat ik het weer op wil geven en weer wil gaan wandelen hoor ik voor me geklap en aanmoedigende stemmen. Waarschijnlijk voor de loper voor ons. Alleen, ik heb niet echt een loper voor ons gezien.. Nou ja, het zal wel. In het zicht van klappende mensen ga ik niet wandelen, dus ik dribbel gewoon door. Ik zie de mensen die ik net hoorde nog steeds niet, maar ik ben inmiddels zo moe dat ik in een soort van eigen wereld zit. We lopen op dat moment op een smal paadje dat ineens een scherpe bocht naar rechts maakt. En daar lopen we ineens midden tussen een groep klappende en juichende mensen. Met iemand die super enthousiast ‘Jaa toppers!’ naar ons roept en tegen de rest van de mensen ‘Zij hebben gisteren gelopen en vandaag gewoon weer!!!’ waarop de rest van de mensen ons harder begint aan te moedigen. Ik moet drie keer kijken voor ik Mark herken. Mijn eerste gedachte is ‘Wow! Hij is gewoon nu al klaar met zijn 60 km!’ en daarna ‘Wat tof dat je dan nu daar staat om de andere lopers aan te moedigen en binnen te halen’. Serieus respect! (Helemaal als ik een paar dagen later het verslag van zijn eigen race lees).

De laatste kilometer over de weg gaat verrassend goed. Super langzaam dat wel. En pijn doet het ook. Maar na een kort gesprekje met een mevrouw die de 60 gaat finishen dat ik afsluit met een ‘ik ga niet meer klagen, respect hoor!!’ kunnen Tim en ik weer lachen en grapjes maken. Als twee dronken pinguins hobbelen we even later Hollum in, waar we nog een laatste aanmoediging van de verkeersregelaars krijgen. Vlak voor de laatste bocht vind ik op de een of andere manier toch ergens een laatste beetje sprintkracht. Echt hard zal het niet geweest zijn, maar een kleine versnelling zit er blijkbaar toch in. Tim heeft praktisch geen andere keuze dan mee te gaan, want we komen eigenlijk altijd samen over de finish en ik verwacht hem nu ook naast me. Het laatste sprintje dus, op de een of andere manier ga ik toch nog een paar mensen voorbij. Ik hoor de persoon achter de microfoon zeggen dat ik gefinisht ben, stop met rennen en geef Tim, met een dikke grijns op mijn gezicht, een high five. Terwijl iemand me een medaille omhangt en een andere vrijwilliger de chip van mijn schoen knipt, denk ik aan Lisa. ‘Ah joh, voor jullie is dat een eitje!’ Ik schiet in de lach. Lisa, je moest eens weten!

17352474_10206697545877472_6112031815926674129_n
Made it!!! 😀
17362055_10206697546157479_9039276927681885335_n
Maandag 20 maart: Daaaaag Ameland, it was a blast!