Scafell Pike Skyrace 2019, 40km

8 juni 2019

Terwijl de zenuwen door mijn lijf gieren stamp ik achter Tim de donkere houten trap van de Sticklebarn op. Het ruikt naar muffige regenkleding en modderige schoenen, en terwijl bovenaan de trap de silhouetten van de reeds verzamelde trailrunners zichtbaar worden, hoor ik de organisator van de skyrace beginnen met zijn briefingspraatje. Ik wurm me tussen een paar mensen door in een poging om beter te kunnen verstaan wat de beste man zegt of op zijn minst een glimp van het scherm achter hem op te vangen, maar dat blijkt een kansloze missie, dus die geef ik al snel op. Waar ik eigenlijk vooral benieuwd naar ben is de eventuele inlassing van de ‘Bad Weather Route’. Het weer is namelijk niet al te best; het regent, het waait, op de toppen heerst een gevoelstemperatuur van -1, het zicht is slecht, én de wind is boven omgerekend 8-9 Bft had ik gisteren op het weerbericht op de camping gezien, dus ik zou het heel goed snappen als de route aangepast wordt. En heel eerlijk gezegd hoop ik dat ook wel een beetje…
__

Three… Two… One… GOOOO! Er klinkt een luid gejuich en het startvak zet zich in beweging op weg naar de eerste klim naar Harrison Stickle. No turning back now… Met mijn stokken in mijn rechterhand geklemd hobbel ik maar mee naar het eerste muurtje waar we overheen moeten en waar meteen een opstopping ontstaat. Onderweg naar boven, naar het muurtje, liggen een paar verraderlijk gladde rotsen, maar omdat ik er eigenlijk al niet vanuit ga dat ik de cut-off bij het eerste checkpoint ga halen, besteed ik er niet al te veel aandacht aan. Zelf had ik er niet al te veel moeite mee ook, dus de rotsen verdwijnen al snel naar de sectie ‘opslaan-voor-eventueel-later-nut-maar-waarschijnlijk-niet’ informatie in mijn hersenen, en Tim en ik sluiten netjes aan in de file voor het muurtje. De deelnemers om ons heen zijn nog vrolijk met elkaar aan het kletsen, terwijl mijn blik toch steeds weer omhoog gaat naar de mistwolk die halverwege de Langdale Pikes hangt en ons het zicht op de top ontneemt. Het is hier beneden al koud, hoe zal dat daar dan wel niet zijn? Ik verzink een beetje in mijn gedachten als het ineens mijn beurt is om over het muurtje te klimmen. Het voelt een beetje alsof ik hier een laatste keuze heb; doorgaan en uitlopen, of hier terug en het volgend jaar nog een keer proberen. Ik schrik eigenlijk een beetje van mezelf en die gedachtengang, want eigenlijk heb ik vanaf het moment dat ik vorig jaar foto’s gezien heb van deze race uitgekeken naar vandaag. Hoezo teruggaan? Door! Ik zwaai mijn stokken over het muurtje en klim snel naar de andere kant. Met een hobbeldrafje doorkruis ik de schapenweide die zich tussen mij en het echte pad naar boven bevind en begin aan het steile klim naar CP1. Tim volgt al snel, en daarachter vast niet heel veel mensen meer. We liggen vast achteraan in het deelnemersveld, maar klimmen is niet echt mijn specialiteit (dat komt straks wel in de afdaling) en eigenlijk kan het me ook niet zoveel meer schelen. Ik ga mijn uiterste best doen om de cut-off bij de verversingspost (VP) te halen en deze race uit te lopen. ‘Kom op Rianne, schouders eronder en gaan!’

Wachtrij voor het muurtje

 

IMG-1478
De andere kant van het muurtje; het échte begin van de klim naar CP1

Het pad omhoog is tot ongeveer een kilometer onder de eerste CP goed begaanbaar. Oké steil en het water loopt door de onafgebroken regen in een stroompje langs je schoenen naar beneden, maar het ís tenminste een pad. Achter me hoor ik Tim de situatie aan de GoPro omschrijven als ‘een beetje alsof je een badkamer met een lekkende koude kraan in loopt’. Klopt wel ongeveer. Gestaag klimmen we verder omhoog over het pad tot de vlaggetjes die de route markeren ineens een haakse bocht naar rechts maken. Enigszins verbaasd kijk ik naar rechts. Weg pad. De mensen voor me klimmen op handen en voeten verder en er ontstaan weer korte wachtrijtjes. ‘I didn’t sign up for this…’ zucht de vrouw voor me. Ik lach er maar een beetje om en begin ook omhoog te kruipen. Het is inmiddels zo mistig dat ik ongeveer 10 meter voor me kan zien. Hopelijk wordt dat niet erger, maar omdat het deelnemersveld hier nog redelijk dicht op elkaar zit kun je nog enigszins achter de mensen voor je aan lopen.

IMG-1482
Het eerste deel scrambling.

Al klauterend over boulders die ongeveer dezelfde kleur als de mist hebben, komen we uiteindelijk bij CP1 aan. Pff, dit heeft dus gewoon een uur geduurd.. Meh! Gelukkig mogen we nu eerst weer een stuk dalen naar CP2, maar het waait hier inderdaad loeihard en ik moet moeite doen om mijn evenwicht te bewaren. Daarbij is het inderdaad best wel koud, dus de motivatie is best groot om toch te proberen snelheid te maken op het boulderveld waardoor we onze weg naar Stickle Tarn moeten zien te vinden. Ik begin maar gewoon te rennen en negeer de klappen op mijn knieën en enkels maar zoveel mogelijk. Langzaam maar zeker beginnen we ook weer wat mensen in te halen, wat ook zeker motiveert om te blijven rennen (nou ja, hobbelen eigenlijk). Midden op de dam van Stickle Tarn pruts ik mijn dibber in CP2, bedank de marshals en hobbel weer verder. Weer één! En een gave omgeving hier! Ik begin net weer een beetje vertrouwen in het halen van de cut off te krijgen als de vlaggetjes ons ‘Easy Gully’ in leiden. De mist is inmiddels dikker geworden, de wind harder, en de temperatuur verder gedaald (tenminste, zo lijkt het). Ik focus me een beetje op de voeten van de loper voor me om te voorkomen dat ik mezelf gek maak met hoe ver we nog moeten klimmen, maar als deze steeds routefoutjes begint te maken, klimmen we hem voorbij en lopen we eigenlijk met zijn tweeën. Voor ons loopt natuurlijk nog wel iemand, maar die verdwijnt steeds door de dikkere mistflarden.

IMG-1483
Uitzicht op Stickle Tarn met beneden de dam met CP2.

 

IMG-1485
Stickle Tarn

Bovenaan de gully ligt zowaar weer even een soort pad, maar de mist is ook weer dichter geworden, en als Tim op een gegeven moment een sanitaire stop inlast en ik rustig doorloop om warm te blijven, ben ik voor mijn gevoel helemaal alleen. In een gekke witte bubbel van 3x3m waarin het hard waait en zo af en toe (gelukkig) een rood vlaggetje opduikt. Mijn horloge met de gps-route erin wordt zo af en toe een beetje mijn lifeline. Als Tim even later weer aansluit, hobbelen we gelukkig weer samen door de mist in een soort treintje waaraan steeds meer mensen die we voorbij lopen aansluiten. Na CP3 bovenop High Rise valt dit groepje weer volledig uit elkaar en lopen Tim en ik weer alleen. Het pad is nu wel echt weg en door het slechte zicht ben ik af en toen volledig de rode vlaggetjes kwijt. Fijn dit. Al discussiërend over wat er dan wel niet voor nodig is om ervoor te zorgen dat de Bad Weather Route wél wordt ingelast, banen we ons een weg door het glibberige veenlandschap naar een breder pad dat vanaf Greenup Edge naar beneden buigt.

Langzaam maar zeker wordt de wereld weer steeds groter en op een gegeven moment lijkt er zelfs een heel waterig zonnetje door de wolken te komen. Ineens valt me het uitzicht op de vallei beneden ons op, super gaaf! Uiteraard geniet ik al lopend weer net iets te lang van het uitzicht en dat wordt meteen afgestraft met een flinke misstap op een steen. Great! Ik verbijt de pijn en besluit me voorlopig maar gewoon weer op het pad voor me te focussen. Het verbaast me eigenlijk dat we steeds meer dagjesmensen tegenkomen die omhoog richting High Rise klimmen. Maak ik de omstandigheden in mijn hoofd dan zoveel erger dan dat ze zijn? Misschien valt het stiekem wel heel erg mee en beeld ik me in dat het zo heftig is. Het is hier eigenlijk wel prima te doen inmiddels. Het regent wel, maar het is een stuk minder koud. Oh well, niet over nadenken en gewoon profiteren van deze pauze in de storm. Het pad wordt steeds vlakker en minder technisch, en nadat we Tim’s tas (die schijnbaar een hele tijd open heeft gestaan) weer dicht hebben geritst lopen we toch redelijk ontspannen naar CP4 en buigen we af naar CP5, het Mid-way food station. Op die CP staat de cut-off tijd die we inmiddels ruim gaan halen, gelukkig. Mijn benen beginnen inmiddels wel bij de minst of geringste helling te protesteren. Ik fixeer mijn gedachten maar gewoon op de CP voor me en het eten dat daar op ons staat te wachten.

IMG_3569
Borrowdale
IMG_3568
Stonethwaite Bridge
IMG_3566
Stonethwaite Beck

Dat we aan de andere kant van de boerderij de vallei weer uit moeten klimmen via een steil pad naast een waterval, dringt pas tot me door als we in de schuur die als food station dient een stuk koek op staan te kauwen en door het raam naar buiten turen. Een lint van gekleurde regenjassen met trailvesten kronkelt de helling op. ‘Ooooh nee, moeten we daar…’ ‘Jaaa….’ zucht Tim. Ik kijk opzij, ‘nou ja, gaan dan maar?’ We pakken nog een koekje en een glas cola, en stappen weer naar buiten. Dibber in het kastje van CP5 en daar gaan we weer!

De waterval naast het pad is best wel indrukwekkend, maar ik heb er eigenlijk ook weer niet heel veel oog voor. Het lijkt inmiddels nog kouder geworden te zijn en door de wind weet ik niet zo goed of we nat worden van de regen of van de spray van de waterval. Maakt ook eigenlijk niet uit, alles is toch nat. Ik heb natuurlijk weer de fout gemaakt te denken dat de top van de waterval ook de top van de klim is. Blijkt (surprise-surprise) niet het geval te zijn. Bovenaan de waterval strekt zich namelijk de rest val de bergwand uit, die we via een gemeen semi-technisch paadje op moeten klimmen tot een zadel, waar we naar rechts een graatje opdraaien dat uiteraard via een boulderveld-maanlandschap de mist in leidt. Ergens in dat veld moet zich CP6 bevinden, en die vinden we in de vorm van een mevrouw die bibberend en met een verrassend goed humeur achter een rotsblok zit. We checken snel in, vragen nog een keer of alles met haar wel goed gaat, en vervolgen onze weg. Echt respect voor die mevrouw! Bij de CP stond ook een andere deelnemer die zo slim was om nog even een extra laag aan te trekken. De gevoelstemperatuur is hier wel echt heel erg onder nul, en ik denk er even over om hetzelfde te doen maar het waait zo hard dat ik er oprecht van overtuigd ben dat ik onderkoeld raak als ik stil ga staan om een thermo uit mijn racevest te vissen. Ik duik nog maar iets verder weg in mijn jas, trek mijn buff nog iets over mijn gezicht en begin maar weer te rennen op mijn verzuurde beentjes. Aan het geknars van de stenen achter me hoor ik dat Tim gelukkig volgt.

IMG_3565
Sourmilk Gill
IMG_3564
Klim langs Sourmilk Gill naar Great Gable (uiteindelijk)

De mist is inmiddels nog dikker geworden, waardoor we echt moeite moeten doen om de vlaggetjes (knalrood en dus normaliter best wel afstekend tegen de grijze rotsen) te kunnen blijven zien. Mijn wereld heeft zich inmiddels beperkt tot een cirkel met een doorsnede van 10 meter met mezelf als middelpunt daarvan. Op meer goed geluk dan echt wijsheid hobbel ik over het soort van pad dat naar de top leidt. Steeds als er een rood vlaggetje mijn belevingswereld in plopt, maakt mijn hart een klein sprongetje van opluchting. Achter me vraagt Tim zich hardop af wat er eigenlijk voor nodig is om de bad weather route wél in te lassen. Ik ben helemaal voor zelfredzaamheid en zelf inschatten wat je wel en niet denkt aan te kunnen, maar op zich zou een slecht weer route wel begrijpelijk zijn geweest vandaag.

Inmiddels doemt er vijf meter voor me een hoop stenen op met daarin twee felrode gedaantes, waarvan één met een clipboard in haar handen geklemd. Uit automatisme ren ik op die mensen af met mijn pols met daar omheen de dibber uitgestoken. ‘Are you running the Skyrace?’ vraagt een van de twee. Het duurt even voor mijn hoofd geprocest heeft wat mij net gevraagd is. Skyrace? Hoezo vraag je dat? Er zijn op dit moment toch geen andere mensen zo idioot om hier te lopen? ‘Eh.. yeah! This is a checkpoint, right?’ ‘Oh I see, no this ain’t a checkpoint for you. Are you warm enough?’ Ik knik, ‘so no need to check in?’ vraag ik nog maar eens voor de zekerheid. ‘No you’re good. Are you sure you don’t need another layer?’ De man en de vrouw kijken me nog eens doordringend aan. ‘No no, I am fine, thanks. Good luck!’ Ik ren gauw door. Tim mompelt nog een ‘bye’ en dan zijn de mensen achter ons in de mist verdwenen.

In gedachten verzonken over wat zij daar eigenlijk aan het doen zijn, struikel ik bijna over een rij vlaggetjes die scherp naar rechts de ridge waarover we naar beneden liepen afbuigen. Met een schok sta ik stil en kijk vol verbazing naar de vlaggetjes die in mijn beleving een ravijn in leiden. Dit kan niet goed zijn. Ik worstel mijn pols verder uit mijn mouw om de gps-route op mijn horloge te raadplegen en die heeft duidelijk de kant van de vlaggetjes gekozen, want het lijntje buigt doodleuk af naar rechts. Heel fijn. Ik zucht, en begin af te dalen door een soort maanlandschap van rode stenen. Wel heel gaaf, maar ik heb het super koud en zwaar, en ik hoop eigenlijk alleen maar dat het beneden warmer is.

Omdat we allebei al onze concentratie gebruiken om geen misstappen te maken, missen we bijna de afslag naar links die ons om Great Gable heen leidt. Of nou ja, om… over de flanken van Great Gable eigenlijk. Het terrein is verrassend genoeg wel een stuk renbaarder, maar doorkruist een aantal puinvelden en bevat een paar technische srcamble-stukjes. Omdat we op de grens van de mist lopen, hebben we super mooi uitzicht naar beneden, maar het pad is heel smal en lijkt op sommige stukken meer een brede richel dan een pad. Een misstap en je bent heel snel beneden. Op de afdaling richting het zadel tussen Great Gable en Scafell Pike halen we weer wat mede-trailers in. Stiekem wel een mentale boost, want ik had ergens wel het idee dat we helemaal alleen liepen.

IMG_3570
Uitzicht
IMG_3563
Puinveld op Great Gable
IMG_3561
Scrambling op de gladde rotsen
IMG_3548
De afgrond aan de andere kant
IMG_3541
Uitzicht naar achter
IMG_3542
Meer scrambling
IMG_3545
Afdaling naar Sty Head (de Mountain Rescue stretcher)
IMG_3544
Schaapjes

Op het zadel staat een stretcher van de Mountain Rescue waar weer twee mensen van de, blijkbaar, andere race staan. ‘How are you? Alright? Here, tuck in!’ en voor ik het weet drukt een van de mannen een zak winegums onder mijn neus. Oeh! Die gaan er wel in! ‘You’ve got not much further to go now! Good luck!’ Chill! Alleen nog ‘even’ Bowfell over en dan is het een langer afdaling naar de finish. Scafell Pike is er vanwege het weer dus wél uitgehaald. Het weer begint nu merkbaar op te knappen, dus ergens vind ik dat wel jammer. Maar aan de andere kant, dat was nog wel een stukje verder omhoog geweest en ik vind het niet per se heel erg dat dat nu niet hoeft.

IMG_3543
De aangepaste route langs Sprinkling Tarn
IMG_3559
Esk Pike
IMG_3554
Klim naar Esk Pike en CP7

Op de splitsing die rechts naar Scafell Pike en links naar Bowfell leidt, staat CP7. Gehaald binnen de tijd, dus nu op naar de finish, mijn medaille (cider) en mijn warme slaapzak! Met een ‘Come on, guys! Not much further now!’ van de marshalls als als extra motivator beginnen we vol goede moed aan Bowfell. Maar dat verdwijnt helaas al snel als sneeuw voor de zon. Mijn benen beginnen echt te protesteren, en ik voel me best wel miserabel. Het duurt tot na checkpoint 8 op de top van Bowfell tot ik me uit deze poel van zelfmedelijden kan sleuren. Best wel zonde, want het gaat best goed tot nu toe en de omgeving is echt heel gaaf, maar soms gaat het gewoon even niet.

IMG_3558
Bovenop Esk Pike
IMG_3551
Afdaling van Esk Pike

De mist is inmiddels opgetrokken, ik kan de pijn in mijn benen best goed negeren en het afdalen gaat best wel lekker. Voor mijn gevoel vliegen we naar beneden, waar een stukje vlak asfalt op ons wacht. Dat motiveert stiekem wel een beetje. Even zonder veel ‘moeite’ lopen. Gisteravond hebben we langs die weg al wat vlaggetjes zien staan, dus we verheugen ons helemaal op het laatste stuk over een normale weg terug naar de Stickle Barn. Als de vlaggetjes ineens weer afbuigen naar links en zelfs beginnen aan een kort klimmetje, moet ik even slikken. Als we eenmaal weer op een pad met uitzicht over Langdale lopen, vind ik het ook best wel weer gaaf, maar het gaf wel even een mentale tik.

IMG_3550
Laatste afdaling: vanaf The Band naar beneden, met beneden Langdale en de finish!

Na een laatste hekje zie ik ineens het muurtje waar we vanmorgen met zijn allen stonden te wachten. We zijn er bijna! Yes! Gehaald! Binnen de tijd en alles! Vol enthousiasme begin ik aan de – echt – laatste afdaling over de stenen waarover we vanmorgen omhoog klommen. Terwijl ik ren denk ik ‘oh wacht eens, deze waren vanmorgen best gla..’ en voor de gedachte goed en wel uitgedacht is, lig ik achterover op de grond. Glad dus. Een groepje hikers krijgt verschrikt achterom. ‘Eeh yeah I’m okay… I think’ ik krabbel overeind en begin weer te rennen. Om me iets later te verstappen op een steen. Great! Eigenlijk voel ik de pijn niet eens echt. Met nog 400m te gaan denk ik eigenlijk alleen maar aan de finish (en mijn warme slaapzak). We hobbelen langs twee andere wandelaars die ons enthousiast aanmoedigen. Nog een paar hekjes, een hoek om en dan is daar de finish.

Onder de finishboog worden we opgewacht door een aantal vrijwilligers die ons enthousiast verwelkomen. Voor de laatste keer prop ik mijn dibber in een van de checkpoint-kastjes, waarna deze meedogenloos wordt afgeknipt (stiekem vind ik dat altijd toch een beetje jammer). Een van de vrijwilligers leidt ons naar binnen voor we bonnetje met onze tussentijden en onze finishers-medaille in de vorm van een fles special edition cider. Awesome!

En dan is het voorbij, deze strijd tegen de elementen maar toch ook wel heel erg tegen mezelf. Het was echt gaaf en ik ben best trots op ons dat we ons hier doorheen hebben geslagen. Op naar de tent. Kom maar door met die cider!

<<terug