Mamores VK 2018

13 september 2018

Oh hi Kinlochleven! Here we are again! Tegen alle verwachtingen in, want waar ik vorig jaar gezworen had nooit meer een Vertical Kilometer te lopen en al helemaal niet een dag voor een langere Skyrace sta ik doodleuk weer in het startvak. Zelfs bij de verplichte mandatory kitcheck was de mevrouw verbaasd me weer te zien. ‘You were here last year, right?’ ‘Yeah’ ‘So you must have enjoyed it’ ‘Well… I don’t know if I would say “enjoy”‘ lach ik. De mevrouw moet ook lachen. ‘And your mom is your emergency contact again?’ ‘Yep’ ‘Say hi to her from me will you?’ Daar moet ik hard om lachen ‘I will’ en daarna mag ik eigenlijk overal doorlopen.

Overal doorlopen en dan nog te laat voor je start zijn. Hoe krijg je het voor elkaar? Bij de VK hier heeft iedereen een persoonlijke starttijd en die van mij was dus 2,5 minuut geleden. Great! Tim en ik lopen voor het eerst niet samen, want hij start veel later dan ik. De weersomstandigheden zijn ook niet echt ideaal, en dat alles bij elkaar maakt dat ik weer lekker zenuwachtig ben. Hakkelend leg ik de situatie uit aan de marshall, die daar gelukkig totaal geen probleem van maakt (ondanks dat dit toch het WK Skyrunning is en de VK daar ook onderdeel van uitmaakt). Ik steek mijn dibber in het kastje, de timer begint te tikken en dan ben ik onderweg.

Twee bochten later kom ik erachter dat ik mijn horloge vergeten ben aan te zetten. Nog niets eens zozeer om te kunnen timen, maar vooral omdat ik dan kan kijken hoeveel hoogtemeters ik al gemaakt heb. Ik stop, pruts het horloge aan en ren weer verder. Weer een hoek om, de straat uit en het bos in. De marshall daar is dolenthousiast over mijn paarse broekje. Lachend ren ik verder, terwijl er ineens iemand met een filmcamera achter me aan loopt. Eeh not sure of ik nou de juiste persoon ben om te filmen, maar cool!

Het parcours begint nu wel te stijgen en als ik zeker weet dat die persoon en zijn camera weg zijn, schakel ik over op een power-hike tempo met mijn stokken. Waar het kan lukt het me (in tegenstelling tot vorig jaar) om af en toe een beetje te rennen, en al gauw ben ik het bos uit, de forestry road over en kan de padloze klim naar Na Gruagaichuan beginnen.

Waar het tot nu toe nog relatief droog (miezerig) was en een beetje waaide, begint de wind nu vanaf Loch Leven op te steken en gaat het steeds harder regenen. Ik twijfel heel kort over mijn regenjas, maar besluit deze bij het 3 kilometerbordje toch maar aan te trekken. Omdat deze race gesponsord wordt door Salomon en ik daarom bijna zeker wist dat het SLAB anorak model wel goedgekeurd zou worden, heb ik mijn zwaardere Goretex-jas beneden gelaten. Hoe lichter, hoe beter dacht ik, tot nu toe geen spijt van, alleen gaat de SLAB over je hoofd aan en had ik er niet over nagedacht dat ik met een trailvest aan natuurlijk ook breder ben. En dus zit ik vast. In mijn eigen regenjas. Ik kijk tevergeefs om, want Tim is nog in geen velden of wegen te bekennen. Zo doorlopen, met die jas tot onder m’n oksels aan, heeft ook geen zin dus ik besluit een van mijn mededeelnemers te vragen om me uit mijn benaderde positie te bevrijden. Tot grote hilariteit van de man in kwestie. Maar goed, hij helpt gelukkig wel.

Enfin, jas aan, even wat drinken en een winegum opkauwen en door! Ik probeer zo min mogelijk omhoog te kijken, want ook al ben ik qua afstand op de helft, ik heb nog een kleine 600 hoogtemeters te gaan. Al snel heb ik een lekker ritme te pakken en klim ik gestaag omhoog. Het begint alleen steeds harder te waaien, waardoor de regen tegen mijn blote benen aanvoelt als heel fijn grint. Daarbij is het ook niet bepaald warm meer. Ik heb echt respect voor de vrijwilligers die hier de hele middag voor ons lopers moeten zitten!

Op een gegeven moment duikt de route achter een rotswand waardoor ik even uit de wind loop. Nog 200m hoogtemeters te gaan. Ergens verder beneden kan ik de oranje regenjas van Tim al onderscheiden. Damn! Ik wil eigenlijk niet bijgehaald worden. De route leidt de rotswand op en als ik boven ben, krijg ik zo’n klap van de wind dat ik bijna weer achterover naar beneden val. Heel misschien was het een goed idee geweest om deze race af te lassen, flitst op dat moment door mijn hoofd. Maar de finish is niet ver meer, dus ik loop verder.

Met nog 100 hoogtemeters te gaan is het weer helemaal omgeslagen. Het zicht is beperkt en het waait loeihard. Ik gok op 9 of misschien wel 10 Bft. Bij elke windvlaag moet ik me echt schrap zetten om niet rechts de ridge af te waaien. Af en toe probeer ik nog wel te rennen, maar dan voel ik me helemaal een speelbal van de wind, dus dat beperk ik dan maar tot een minimum. Tim is intussen best al wel dicht genaderd. Vastberaden om niet bijgehaald te worden hobbel ik met mijn stokken als een soort stutbalken tegen de wind rechts van me naar de finish. Nog een paar stenen over en dan doemen daar de finishmarshalls op in de mist. Ik grijns en de verkleumde marshalls toveren ook nog ergens een glimlach vandaan. Als ik mijn dibber in het finishcheckpoint heb gestoken, heb ik pas echt door hoe koud het hier is. Met trillende handen peuter ik mijn regenbroek tevoorschijn en wacht op Tim.

Een dikke 20 minuten sneller dan vorig jaar, ik ben tevreden!