Met de eerste anderhalve week keurig afgevinkt in Fondo beginnen we aan het volgende setje trainingen. Samen met de cadansintervaltraining vormen de tempo-duurtraining en de bloktraining de drie soorten ‘technische’ trainingen die Fondo voor dit schema aanbiedt. Het zijn drie totaal verschillende trainingssoorten, die elk hun eigen uitdaging met zich meebrengen. In de eerste drie weken van het La Vuelta Holanda schema passeren ze elk een keer de revue, om vervolgens naast de steeds verder uitbreidende duurtrainingen herhaald te worden. Dat lijkt een beetje saai misschien, maar dat is het zeker niet. De trainingen bieden een leuke afwisseling naast de duurritten en voor het onder de knie krijgen van een techniek geldt nou eenmaal: herhaling is de beste leermeester.
Download Fondo
De trainingsapp van de KNWU
Training 4: Tempo-Duurtraining, 3×10′ D2 (week 2)
Tempo-duurtrainingen zijn een uitdaging. D2 is niet per se een heel hoog tempo, maar het bevindt zich eigenlijk net in de oncomfortabele zone tussen rustig aandoen en flink tempo maken. Het is van beide een beetje en van beide net niets. Tenminste, dat vind ik. Eigenlijk vind ik D2 gewoon een lastige zone. Ik ga vaak net te langzaam, of net te hard. Als je te langzaam gaat dan ben je eigenlijk gewoon aan het jojo-en tijdens je duurrit en als je te hard gaat, is het eigenlijk net te zwaar. Het vraagt om dosering, deze training. Om subtiliteit. Balans tussen te veel en te weinig. En dat in een eigenlijk best wel brede hartslagzone. Maar subtiliteit is niet echt mijn sterkste punt. Dus voor mij staat deze training gelijk aan 3x 10 minuten naar het schermpje van mijn wahoo staren om te controleren of ik wel in de juiste hartslagzone aan het fietsen ben. Best een uitdaging als je ook nog op het verkeer moet letten.
De meest makkelijke oplossing zou dan zijn om binnen op een fietstrainer te gaan zitten, maar die hebben we niet tot onze beschikking. En daarbij, het is super mooi weer dus binnen trappen is eigenlijk geen optie. Rond 18:45 uur gaan trainen op een fietspad dat eigenlijk alleen maar rechtdoor gaat, blijkt hier de perfecte oplossing voor. Je kunt praktisch geen stuurfouten maken (ja, dit is een gevaarlijke uitspraak, dat weet ik) en de meeste mensen zitten nog te eten. Dat was in elk geval onze redenatie. Dat laatste deel klopte helemaal.
Nadat we onszelf rustig hadden opgewarmd, draaiden we volgens plan het fietspad in kwestie op en begonnen we aan de eerste interval. Het duurt bij mij altijd iets langer dan de 30 seconden die je jezelf volgens Fondo moet geven om de juiste hartslagzone te bereiken, maar dat weet ik inmiddels. Geen reden tot paniek dus toen ik pas na 3 minuten de juiste waardes op mijn schermpje zag. De eerste minuten daarna gingen wel lekker eigenlijk, maar na acht minuten begon het toch een beetje vervelend te worden, dit tempo. Die D2 is een beetje een sluipverzuurder: heel langzaam lopen je benen vol en dat merk je eigenlijk pas in de laatste minuten. En dan is het eigenlijk al te laat. Een goede mentale training wel dit. Het werd doorbijten dat laatste stukje (bij de eerste interval al inderdaad). Volledig gefocust op het schermpje op mijn stuur probeerde ik mijn benen zo constant mogelijk rond te draaien. Opkijken deed ik niet, want de weg gaat alleen maar rechtdoor. Toch? Mijn hartslag schoot omhoog toen ik de middenstreep van het fietspad ineens een toch best wel scherpe slinger naar links zag maken en de rand van het asfalt schrikbarend dichtbij kwam. Precies op het moment dat ik van schrik mijn stuur naar rechts gooide, zat de eerste interval erop. Ik bleef gelukkig op mijn fiets zitten, maar was toch jammer dat mijn waardes meteen al niet kloppen. Nog twee te gaan.


Training 5: Duurrit, 3 uur (week 3)
Het was nog wat frisjes toen we samen met Martin aan alweer de derde duurtraining van het schema begonnen. De koelte was een welkome afwisseling na de hitte van de afgelopen dagen, en eigenlijk ook de reden dat ik de trainingen een beetje verplaatst heb naar het einde van de week. Natuurlijk kan een evenement waarvoor je aan het trainen bent ook op een extreem warme dag plaatsvinden, en dan kan het handig zijn om daar vast aan te wennen. Ik weet van mezelf dat ik niet zo goed tegen temperaturen boven de 30 graden kan, dus als ik het kan vermijden doe ik dat het liefst wel. Eerlijk gezegd weet ik ook niet of ik aan een evenement zou deelnemen als het 30 graden of warmer is. Maar dat is aan iedereen om zelf te bepalen natuurlijk.
Enfin, onze duurtraining. Ik had een beetje een random route getekend over de Utrechtse Heuvelrug, want ‘dat is leuk, een beetje heuveltjes erbij pakken’. En uiteraard had ik er geen rekening mee gehouden dat de heren klimgeiten een stuk beter en makkelijker klimmen dan ik. Zodra de weg ook maar een beetje begon te hellen, hing ik alweer aan het elastiek. Na de zoveelste heuvel die ik hijgend en puffend op ploeterde, begon ik me af te vragen of het voor Martin en Tim überhaupt wel leuk was om met mij te fietsen. Tot zover de rustige duurrit voor mij. Weer wat geleerd. Voor het eerst in mijn leven was ik opgelucht toen we na het pontje bij Wijk bij Duurstede eindelijk een slingerende, maar vlakke dijkweg opdraaiden. Eindelijk kon ik mijn verzuurde beentjes even wat rust gunnen.
Al kletsend reden we voor ik het goed en wel in de gaten had onderaan de Rijnbrug bij Rhenen. Tijd om aan de beklimming van de Grebbeberg te beginnen! Alleen was ik even vergeten dat de top van de Grebbeberg niet gelijk ligt met het hoogste punt van de Rijnbrug. En dat de brug op sprinten dus verdomd weinig zin heeft. Vanuit Wageningen is de Grebbeberg het steilst, maar als je deze fout maakt duurt de klim ook vanuit Rhenen behoorlijk lang. Ik was ook zo handig geweest om maar één bidon mee te nemen, en mijn voorraadje mini Snickers was inmiddels ook op. Super! De laatste tien kilometer werden afzien, en bij Martin in het wiel achter Tim aan karren. En mezelf ervan overtuigen dat papieren tassen van Zeeman niet vol zitten met friet. Ook niet als ze aan het stuur van nietsvermoedende medeweggebruikers hangen. Een geslaagd avontuur, dat wel! Voor La Vuelta Holanda is het in elk geval wel handig ook de voedingsstrategie iets beter op orde te hebben.



Training 6: Bloktraining, 4×5′ D3 (week 5)
Je leest het goed, week 5 inderdaad. En ja, we hebben een aantal trainingen overgeslagen. Want vakantie. En de fietsen mochten niet mee deze keer, want we hebben voornamelijk hardgelopen en gewandeld. Maar dat hoort dan weer niet thuis in het trainingsschema voor een wielerevenement, dus we zijn weer ingestroomd in week 5 van het programma. Alsof Fondo een beetje teleurgesteld in ons was en ons meteen extra hard aan wilde pakken, stond er gelijk een bloktraining op het programma. Die hadden we natuurlijk in week 3 al als tweede training moeten hebben, maar dat is er destijds niet van gekomen. En dus krijgen we hem nu voor de eerste, tweede keer voor onze kiezen.
Hij is zwaar, deze training. Vandaar dat ik er stiekem wel een beetje tegenop zag. ‘Maar’, zo stelde Tim, ‘we zijn in het voordeel, want we zijn op hoogtestage geweest.’ (Tijdens onze vakantie in de Alpen) Ik grinnikte een beetje en begon eerst maar gewoon aan de warming up. Dat is immers het moeilijkste niet. Een beetje rustig de beentjes ronddraaien en genieten van de zomeravond. Heerlijk. Maar toen kwam toch het onvermijdelijke moment dat mijn wahoo af begon te tellen en ik eraan moest geloven. Als een malle begon ik de pedalen rond te malen. Langzaam maar zeker kroop mijn hartslag verder omhoog en werd mijn keel droger door mijn gehijg. Alleen sneller dan 158 bpm wilde mijn hart niet slaan. Ook niet na drie minuten. Ik probeerde een lichtere versnelling zodat mijn beentempo hoger werd, maar dat zorgde er eigenlijk vooral voor dat ik oncomfortabel op mijn zadel begon te hobbelen. Een zwaarder verzet veroorzaakte een onmiddellijk protest van mijn bovenbenen. Lichtelijk gefrustreerd dat wahoo niet tenminste 164 bpm (D3 zou 164-172 bpm moeten zijn) aangaf fietste ik de eerste pauze in. Mijn ademhaling was zwaar genoeg en mijn benen voelden echt wel aan alsof ze vol aan het verzuren waren, dus dit zou goed genoeg moeten zijn.
Tijdens de tweede interval schoot mijn hartslag tijdens een klimmetje wel naar 168 bpm om tijdens de afdaling meteen weer naar 158 bpm te zakken. Veel meer werd het daarna ook niet. Aan mijn benen voelde ik opnieuw dat ik qua verzuring wel in de juiste zone moest zitten, dus ik heb me maar gewoon bij 158 bpm neergelegd. Het vele klimmen vorige week in de bergen en de hardloop-heuveltraining hebben vooral spierpijn veroorzaakt en het heeft totaal geen zin om een vermoeid lijf over het randje te pushen. Die waarden zijn leuk en een goede richtlijn, maar uiteindelijk is ‘luisteren naar je lichaam’ altijd leidend.
Nog 1,5 week te gaan tot La Vuelta Holanda! Het begint nu wel spannend te worden.
Download Fondo
De trainingsapp van de KNWU
