11 mei | 12 mei | 13 mei | 14 mei | 15 mei | 16 mei | 17 mei
11 mei
dag 11 // 10,67km // totaal 133,14km
Maandag is sinds een paar jaar de vaste hardlooptrainingsavond, en vandaag mochten we eindelijk weer, dus was het als vanouds direct vanuit het werk in de auto naar Eibergen. Hoog tijd voor een paar rondjes rond de Voshaarvijver! Zo’n programma van 2x(6x400m) op tempo hakt er stiekem best in, maar het is ook wel echt heel tof om weer met de groep te kunnen trainen. Dat deze kilometers dan ook weer meetellen voor het totaal is in dit geval eigenlijk gewoon een prettige bijkomstigheid.
Virtueel lopen we nu vlak voor Whiteville in Tennessee. Op het oog een redelijk standaard plaatsje in een agrarische omgeving, dus wat dat betreft past het wel bij de omgeving van vandaag.
12 mei
dag 12 // 8,07km // totaal 141,2km
Volgens ons trainingsschema hebben we deze week een rustige week met vooral een beetje kortere duurloopjes. Op zich wel een keer chill alleen zorgen kortere duurloopjes niet per se voor meer kilometers, en dus had ik besloten om het begrip ‘kort’ stiekem een beetje op te rekken. Te beginnen met eerst eens 5 minuten bij de maximale 40 van vandaag aan te plakken. Nog niet wereldschokkend bedacht ik.
Het rondje van vandaag leidt vanaf de Posbank onder Koepel de Kaap door, richting de Koningslaan. Dit deel van het bos is,ondanks dat er meerdere routes doorlopen, altijd iets rustiger en we hebben het bos hier eigenlijk praktisch voor onszelf. Awesome! Terwijl de zon langzaam begint te zakken, lopen we niet veel later het Herikhuizerveld weer op richting de Posbank waarbij we getrakteerd worden op een geweldig uitzicht op het Reichswald in de verte. Zo gaaf hier!

13 mei
dag 13 // 10,19km // totaal 151,4 km
De 45 minuten van gisteren liepen eigenlijk wel lekker en met het totaal van 150 kilometer binnen handbereik is de verleiding te groot om deze vandaag vol te maken. De benen voelen na gisteren een stuk beter, dus waarom niet? Omdat de training van vandaag eigenlijk een beetje tussen de rest van de dag ingepropt moet worden, wordt het een simpel rondje Rozendaalsche Veld. Gewoon lekker simpel: beetje lopen en niet nadenken.
Het leuke van zo’n routine-rondje is wel dat je, omdat je niet per se meer op de route zelf hoeft te letten, meer oog hebt voor de rest van de omgeving. En waar ik dan niet veel verder kom dan, ‘hé, een paddestoel’, ontdekt Tim een serie echte tonderzwammen die als een soort balkonnetjes over de stam van een dode beuk zijn verspreid. Toch grappig hoe zoiets je dan nu ineens opvalt.
14 mei
dag 14 // 5,42km // 156,82km
Heel eerlijk, als we vandaag gewoon op de bak waren blijven zitten, had ik het helemaal prima gevonden. Onze vakantie is begonnen, en ik ben eigenlijk best wel gaar van de werkdag van vandaag. Daarbij hadden we onszelf eigenlijk eens per week een rustdag beloofd, en voor mijn part pakken we die vandaag. Terwijl ik onderuit gezakt op de bank van mijn koffie zit te genieten, probeer ik Tim ook zover te krijgen, maar die is daar voor de verandering eens niet gevoelig voor. ‘Laten we gewoon gaan wandelen, dat telt immers ook. En dat hebben we al vet lang niet meer gedaan. Ik heb er eigenlijk wel zin in.’ Damn!
Een half uurtje later zijn we onderweg. Het wordt een rondje van maximaal een uurtje, en toegegeven, het is eigenlijk best wel fijn om toch nog even buiten te zijn. De zon zakt langzaam weg achter de Zijpenberg, en in dit ‘golden hour’ ziet de wereld er toch altijd heel mooi uit. Ik ben benieuwd hoe Bolivar eruit ziet!

15 mei
dag 15 // 18,32km // totaal 175,14km
Vanaf De Lappendeken, een parkeerplaats vlakbij De Steeg, lopen sinds een tijdje twee routes speciaal voor trailrunners. De zogenaamde ‘Zevenheuvelenroutes’, mogelijk gemaakt met donaties aan Natuurmonumenten door deelnemers aan de bekende Zevenheuvelenloop (ik vind het nog steeds een beetje vreemd dat deze routes niet meer in de buurt van Nijmegen liggen, maar ik klaag verder niet, het zijn toffe routes om te lopen), zijn respectievelijk 7,5 en 15 km lang en zijn te combineren tot een ultieme ronde hoogtemeters vreten van ongeveer 22km.

Wij kozen vandaag voor de 15km op een rustig tempo. Het weer was echt perfect en onder een stralend zonnetje waarin de natuur zich weer van haar beste kant liet zien, was het eigenlijk puur genieten om hier te lopen. Oké, op dat zeurende gevoel in mijn bovenbenen na het zoveelste best pittige klimmetje na dan. Maar dat is vandaag echt even een kleinigheidje. De eerste 15km zien weer in the pocket!


Voor de middag stond een survivaltraining op het programma, waarvan de 2 rondjes warming up en de dik 2 kilometer lange slootloop toch echt vallen onder ‘hardlopen’ en dus meetellen. Bonuskilometers, waarmee de teller voor vandaag op 18,32 km komt en wij moe maar voldaan arriveren in Hornsby.
16 mei
dag 16 // 25,82km // totaal 200,96km
Inmiddels vaste prik op zaterdagochtend is de heuveltraining op de Lochemse Berg. Qua hoogte op zich in de verste verte een berg te noemen, maar als je die bult een aantal keer op tempo omhoog moet rennen, ga je dat zeker wel voelen. Vandaag was het na maandagavond weer de eerste keer dat we hier training hadden, en ondanks dat ik – met het oog op morgen – expres een beetje met de rem erop getraind had, voelde ik het behoorlijk.

Omdat Tim en ik hadden afgesproken dat we vandaag de 200 kilometer vol zouden maken, en we met de heuveltraining ‘slechts’ 10 kilometer hadden afgelegd, besloten we de overige 15 te gaan wandelen. Het werd een weinig inspirerend rondje Groenlo, maar goed kilometers zijn kilometers. En de 200 km aantikken is eigenlijk best vet.




17 mei
dag 17 // 52,01km // totaal 252,97km
Ergens in een parallel universum zouden we vandaag een ultra-trailrun van 50km in Keswick in the Lake District lopen. Maar goed, alles liep totaal anders (daar hoef ik verder niet over uit te wijden, denk ik) en omdat we eigenlijk toch die afstand wel wilden lopen, besloten we om die ultra-trail dan maar in onze eigen ‘achtertuin’ te gaan lopen. Een rondje Veluwezoom zullen we maar zeggen. Alleen dan zonder idioot vroege start om 6:00 uur ‘s ochtends, want vakantie en tijd aan onszelf. Zolang we maar terug zijn voor de New York Pizza dicht is, want een ultra zonder pizza bij de finish zou wel een beetje jammer zijn.
Het nadeel van op eigen houtje en zelfvoorzienend een ultra lopen, is echter wel dat je onderweg in principe geen verzorgingsposten tegenkomt. Al het eten en water/sportdrank dat je tijdens het lopen nodig denkt te hebben, moet je dus zelf meenemen. Nu is dat sowieso aan te raden en vaak zelfs verplicht als je aan een georganiseerde ultra meedoet, maar het idee van een verzorgingspost onderweg is toch geruststellender op de een of andere manier.
Bepakt met elk een trailvest van zo’n 4 kg hobbelen we rond 11.30 uur de straat uit. De heuveltraining van gisteren is nog duidelijk voelbaar in mijn bovenbenen. Dit gaan een zware 50km worden! Het tempo ligt vrij laag, maar dat maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Het is een best eind, en dan heb ik liever aan het eind wat energie over. Voor zover je daarvan kunt spreken op zo’n afstand.

Na iets meer dan een kilometer laten we Velp achter ons en duiken we de bossen van de Veluwezoom in richting Dieren. Het eerste stuk bevat een paar pittige klimmetjes, waarop mijn benen meteen laten weten wat ze daarvan vinden. Dit wordt ‘even’ doorbijten. Even, ja. Tot na Dieren ongeveer. De moed zakt langzaam in mijn schoenen. Waarom doe ik dit in vredesnaam? Een beetje chagrijnig slalom ik tussen de wandelaars door richting het bezoekerscentrum in Rheden. Damn, damn, damn, deze gedachten moeten heel snel mijn hoofd uit, anders wordt het echt helemaal niets. Ik ben er niet heel rouwig om dat we de Posbank niet over hoeven en dat we ook Koepel de Kaap keurig links laten liggen.
De klimmetjes rondom De Lappendeken zijn weer even vervelend, maar daarna lijk ik een beetje in mijn ritme te komen. Mijn horloge trilt om de volgende kilometer aan te geven. Eindelijk, de eerste 10 kilometer zitten erop. De kop is eraf. En tijd voor een winegum! Oh ja, en vooral niet denken aan hoe ver het nog is… Te laat. Dat zeurende stemmetje dat maar blijft zeggen dat ook 40, 39, 38, 37, 36 kilometer nog een heel eind is lijkt maar niet op te houden en een verbond te hebben gesmeed met de spierpijn in mijn benen. Na 18 kilometer, bovenop een steil zandduintje bij de Jutberg vlakbij Dieren heb ik er helemaal genoeg van. Vlak daarvoor hebben we een smalle singletrack naar rechts gemist, waardoor we dus terug moesten en de gemene beklimming van deze bult zand doet het m even voor mij. Nog 32 verdomde kilometers. Ik kan wel janken, en ik begin te mopperen. Op alles en niets tegelijk. Het kan me niets schelen wie het allemaal horen, maar ik ben er klaar mee. Tim gaat maar gewoon in het zand zitten tot mijn geraas voorbij is. En dat maakt het eigenlijk alleen maar erger. Ik wil niet zitten, ik wil door! Snap dat dan!


Woest begin ik maar weer door te rennen. Langs de verbaasde wandelaars, over een stukje stuifzand dat ik maar al te goed ken uit de Veluwezoomtrail, een singletrack op waar niemand meer is en mijn boosheid langzaam begint weg te zakken. Het zeurende stemmetje in mijn hoofd houdt eindelijk zijn mond. Ik loop een paar kilometer eigenlijk best wel lekker, tot we bij de sprengkop van de Soerense Beek komen. Het is daar altijd iets drukker met wandelaars (geef ze eens ongelijk, het is prachtig gebied), en het is ook volledig mijn eigen schuld dat ik even niet goed oplet en volledig op de automatische piloot de route van de Veluwezoomtrail op loop. Dat is natuurlijk, je raadt het al, de verkeerde kant. Verdorie! Weer terug.

Gelukkig hebben we het juiste pad al snel te pakken, en buzzt mijn horloge vrolijk dat er 20 kilometer voorbij zijn. Mijn stemming krijgt alleen wel even weer een dip te verduren en ook Tim zit er even doorheen. We besluiten even een iets lager tempo op te pakken. Het pad loopt hier geleidelijk naar beneden, en dat is, moet ik zeggen, even heel erg welkom. Net als we weer een beetje gezellig aan het kletsen zijn slingert de route ons het terrein van papierfabriek Coldenhove op. Ik twijfel even of ik wel het juiste paadje heb gekozen en ren dan aarzelend verder. Als we twee bordjes met ‘privé-terrein, verboden toegang’ zijn gepasseerd staan we voor een schuifhek dat als we naderen met een rotgang dichtslaat. Damn! We besluiten niet langer voor het hek te blijven staan en lopen terug in de hoop dat we een pad om het fabrieksterrein heen vinden. Gelukkig slaat er een klein paadje linksaf het bos in. Ik heb nog steeds niet echt het idee dat het de bedoeling is dat we hier lopen, als we andere wandelaars tegenkomen. We groeten elkaar vriendelijk en vervolgen dan onze wegen. Tim en ik doen net of we precies weten wat we aan het doen zijn en de wandelaars struinen ook rustig verder. So far, so good dus, tot het pad ineens lijkt te verdwijnen en we praktisch in iemands achtertuin staan. ‘Fuck! Waar kwamen die wandelaars nou vandaan?’ Voor me staat een vrouw haar was op te hangen. Ik probeer zo snel mogelijk iets te verzinnen om hier weg te komen als ik Tim ineens ‘Oh hier is een paadje’ hoor sissen. Voorzichtig loop ik terug en al gauw sprinten we over het paadje het bos uit. Niet veel later staan we weer op een openbare weg. Fieuw! Nu alleen nog zorgen dat we de route terug vinden.
Gelukkig loopt er een asfaltweggetje om de papierfabriek heen (waarvan ik nog steeds niet helemaal zeker ben of we daar nou wel of niet langs mochten), en pikken we de route aan de andere kant in het bos weer op. Het is nog even door bikkelen naar de 25 kilometer, waar we hadden afgesproken even te rusten. ‘Als we een bankje tegenkomen gaan we even zitten oké?’ ‘ZEKER!’ is de directe reactie van Tim. Goed, nog 2 kilometer door stampen dus. Als mijn horloge eindelijk aangeeft dat we op 25 kilometer zitten, is er natuurlijk in geen velden of wegen een bankje te vinden. Met een stevige wandelpas lopen we door. We passeren een parkeerplaats en een heideveld, maar nog steeds geen bankje. ‘Een boomstam dan maar?’ vraagt Tim. ‘Ja, of een steen?’ Een dikke kilometer later en nog steeds niets. Al powerhikend eten we dan toch maar vast iets. Bij 27 kilometer besluiten we maar weer te gaan hardlopen. Of iets dat erop lijkt in elk geval.



30 kilometer wordt ons volgende doel, want, zo redeneren we, dan moet er toch wel een bankje zijn. We lopen inmiddels achter Nationaal Ereveld Loenen, en het enige bankje dat we tot nu toe hebben gezien staat keurig achter een afrastering waar we niet overheen kunnen. Of het kan misschien wel, maar dat zal waarschijnlijk niet heel erg gewaardeerd worden, en zo graag hoef ik nou ook weer niet te zitten. Gewoon doorkachelen dan maar. Bij het eind van de afrastering van het Ereveld draait onze route terug naar het zuiden. Het is, ondanks dat we qua afstand over de helft zijn, een beetje alsof het eind van het hek ook het begin van de terugtocht naar Velp markeert. We vervolgen onze weg langs de Vrijenbergspreng terug naar de Groenendaalseweg. Vlak nadat mijn horloge 30 kilometer aangeeft, vinden we eindelijk een boomstam waar we even op kunnen zitten. Hehe! Even de benen masseren en een reep op kauwen.



Stiekem had ik veel langer op die boomstam willen zitten, maar dan komt Velp niet dichterbij. De tactiek voor de overgebleven 20 kilometer wordt 1 kilometer wandelen, 4 kilometer hardlopen (of nou ja, iets dat er op lijkt dan). We spreken af bij elke 5 of 10 weer een kilometer te wandelen en met de volgende 4 kilometer de 5 vol te maken. Het voordeel daarvan is dat we dan dus eerst nog even mogen wandelen. Scheelt weer. Bij 31 kilometer is het dan toch echt zover en mogen we de hobbel weer inzetten. Damn, wat doet dat pijn zeg! Op een sukkeldrafje bewegen we ons voort over de zanderige en vals klimmende paadjes van de Schansenberg. Ik voel elke hoogtecentimeter die we moeten klimmen, maar als we dan eindelijk weer even mogen dalen loop daarna weer verrassend soepel. Zo mag het nog wel weer even doorgaan!
Na een paar afslagen komen we op vlak naast ‘t Tolhuis op de Groenendaalseweg uit. Volgens de route mogen we praktisch rechtdoor de weg over en het bos weer in, maar behalve een bordje van Natuurmonumenten met daarop ‘Ramenberg’ is er nou niet bepaald een pad te vinden. Tegen beter weten in loop ik nog iets verder de weg af richting Loenen, maar er is geen pad te zien en het pijltje op mijn horloge drijft steeds verder af van het blauwe lijntje dat de route aangeeft. Verdorie! Geërgerd draai ik om en ren met Tim in mijn kielzog terug naar het bordje. Heel vaag bevindt zich daar toch een paadje. Als we een paar meter op het paadje lopen, wordt me ook duidelijk waarom het pad zo vaag is. Het wordt namelijk versperd door een omgevallen boom, en daardoor niet echt meer opengehouden door wandelaars. Wij moeten hier toch echt rechtdoor, dus er zit niets anders op dan tussen de dode takken door te klimmen om onze weg te vervolgen. De rest van het pad is gelukkig prima te belopen, en al snel zijn de volgende 5 kilometer voorbij. Tijd voor een fikse powerhike en een winegum!


Een paar bochten later schampen we de Loenermark, die we met een fikse klim over een mul zandpad achter ons laten. Na nog een klimmetje slaan we rechtsaf richting de Terletsche Heide. Terug op bekend terrein! Met een PR op de marathon op zak draaien we vervolgens de oude Hesseweg langs de Beerenberg op. Ik loop inmiddels behoorlijk op de automatische piloot en heb totaal niet in de gaten dat we onder een overhangende tak met een bijenzwerm eraan doorlopen. Gelukkig zijn de bijen vooral bezig met zichzelf. Aan de voet van de Velperberg zitten we aan 45 kilometer en mogen we (gelukkig) wandelend omhoog. De finish is in zicht! Alleen realiseer ik me dat de snelste weg naar huis vanaf dit punt geen 5, maar 7 kilometer is. Door het omlopen bij de papierfabriek zitten we straks dus op 52 in plaats van 50 kilometer. Urgh! Het is maar 2 kilometer, maar toch. We besluiten de overgebleven 7 kilometer dan toch nog maar een keer in 2 stukken te knippen door bij een vervelende klim vlakbij de Zwarte Bulten.


Vanaf dat punt hoeven we ons eigenlijk alleen nog maar naar beneden te laten vallen. Vlakbij Kasteel Rosendael tikken we de 50 kilometer aan. Nice! Als we het bos uitkomen en weer een verharde ondergrond onder onze voeten hebben, vliegt het tempo ineens ook omhoog. Het zal een combinatie van ‘bijna thuis’ en asfalt zijn, maar ik verbaas me er toch altijd weer over hoeveel verschil het type grond onder je voeten kan maken. De laatste kilometers naar huis lijken in no time voorbij te zijn. Omdat we exact voor ons huis op 51,98 kilometer uitkomen, besluiten we die laatste 20 meter ook nog maar mee te pakken. Op exact 52 kilometer vallen we elkaar midden op straat lachend in de armen. Een toevallige voorbijganger kijkt ons verbaasd aan. ‘Hoi!’ lach ik maar gewoon, voordat ik mezelf de vervelende trap naar de voordeur opsleep. Geen finishboog aan het eind vandaag, maar desalniettemin ben ik best trots op onze prestatie. In Tennessee zijn we toch mooi in Joe Hollow aangekomen!
