8 juni | 9 juni | 10 juni | 11 juni | 12 juni | 13 juni | 14 juni
8 juni
dag 39 // 13,87km // totaal 576,28km
‘Het zijn maar 20 minuten… kom op…’ Nog half in slaap hobbel ik van de trap naar beneden, terwijl ik mijn horloge vast het GPS-signaal laat zoeken. De rustweek, en daarmee het ‘uitslapen’ ‘s ochtends, is weer voorbij. Dat betekent dat de dubbele trainingen deze week weer op het programma staan, en we deze week minstens twee keer voor 7.00 uur ‘s ochtends al een rondje aan het rennen zijn. Ik ben niet echt een ochtendmens, dus de eerste paar honderd meter gaan voor mij altijd tergend langzaam. Maar goed, even doorbijten en dan is het zo weer klaar met dit rondje. Daarbij merk ik bij de looptraining ‘s avonds altijd dat ik me een stuk soepeler voel als ik me ‘s ochtends vast een beetje ‘los’ heb gelopen, dus dubbel voordeel!
Voor de ochtendrondjes van 20 minuten hebben we inmiddels een vrij standaard rondje langs Kasteel Rosendael en achter de sportvelden langs gevonden. Omdat er verder nog niet zoveel mensen op pad zijn, hangt er een serene rust in het bos. Toch stiekem best vet om hier nu te rennen. En ‘s avonds gaat de looptraining – 2 series van 3x 600m op tempo en 1x 400m voluit – inderdaad een stuk beter!
9 juni
dag 40 // 13,27km // totaal 589,55km
In een soort van naïeve hoop dat het trainingsschema een update heeft gehad en er ineens iets anders op het programma staat, check ik op de parkeerplaats bij het Posbank Paviljoen nog een keer op mijn telefoon. Ik start de app nog een keer op, maar nee. Er blijft onverbiddelijk 20 minuten rustig – 30 minuten op een duurtempo – 20 minuten rustig staan. De tijden van het duurtempo zijn niets eens onmogelijk, maar zijn wel voor op de weg en op een onverharde ondergrond is dat toch altijd net iets zwaarder. Helemaal als je zo nu en dan ook nog moet klimmen. ‘Als je nou eens besluit dat je dit wél kunt…’, denk ik bijna hardop, ‘probeer het gewoon, en kijk hoe ver je komt. Langzamer kan altijd nog.’
Als mijn Suunto het GPS-signaal heeft gevonden (op zich wel handig als je een route in je horloge wilt lopen), zetten we ons in beweging. Zoals gezegd de eerste 20 minuten op een rustig tempo. Vanaf de Posbank loopt een relatief nieuw aangelegd pad richting parkeerplaats De Bosrand. Er zit een pittig klimmetje in dat pad, maar vanaf beide kanten is het klimmen absoluut de moeite waard; het uitzicht is naar alle kanten geweldig. Ondanks dat ik nog wel een beetje op zie tegen de versnelling van straks kan ik op dit moment echt even genieten van het lopen hier.

Aan de andere kant van de Beekhuizenseweg laten we het wijdse uitzicht achter ons en duiken het bos in. Dit deel van de Veluwezoom heet De Broodbult, en zit – zoals de naam al doet vermoeden – vol gemene klimmetjes. Voordeel daarvan is wel dat ik hier gedwongen word om mijn tempo laag te houden. We kronkelen op ons gemak verder het bos in en een laatste klimmetje op als de 20 minuten er bijna op zitten. Omdat ik het vervelend vind om op tempo te moeten lopen en daarbij steeds te moeten switchen tussen het scherm op mijn horloge met de route en de stopwatch (die uiteraard niet samen op scherm passen), houdt Tim de tijd bij. ‘3…2…1…Go! Succes!’ ‘Jij ook!’ mompel ik nog snel en begin te versnellen. Ik check nog een laatste keer onze snelheid en besluit mijn horloge dan gewoon op de route te laten staan. Naar mijn idee kan ik dit tempo wel op gevoel vasthouden.
Vrijwel direct na de start van het tempostuk krijgen we een fikse klim voorgeschoteld, waarop we iets snelheid verliezen. ‘Geen probleem’, denk ik bij mezelf, ‘dat maak ik wel goed tijdens de afdaling.’ Dat gaat op zich vrij makkelijk, maar dan is het op zich wel de bedoeling dat je later terug schakelt. En dat laatste schiet er een beetje bij in bij mij. Na zo’n twee kilometer zitten we nog steeds ruim 30 seconden per kilometer onder het tempo dat we eigenlijk zouden moeten lopen. ‘We gaan nog steeds te snel, maar ook voornamelijk naar beneden, dus dat telt niet echt toch?’ ‘Straks mogen we wel weer klimmen. Goed bezig!’ is het antwoord van Tim. Ik besteed verder niet veel aandacht meer aan onze precieze snelheid en bijt me vast in het tempo dat we nu hebben. Er komen inderdaad nog klimmetjes, maar die lijken niet veel uit te halen op het gebied van tempoverlies.
Ondanks dat ik net gigantisch tegen dit deel van de training opzag, heb ik nu echt het gevoel dat ik vlieg. Wat loopt dit lekker! ‘Nog 10 minuten!’ roept Tim achter me. Prima, mijn benen voelen nog goed, dus we stampen nog even lekker door. Alleen de klaphekjes die her en der in het bos staan, halen ons even uit het ritme, maar al snel sjezen we weer verder. Vanaf het moment dat we met het tempoblok begonnen heb ik eigenlijk blindelings het lijntje op mijn horloge gevolgd, waardoor ik een heel stuk geen idee had waar we precies liepen. Zo langzamerhand begin ik weer herkenningspunten te zien; als het goed is, opent het bos straks en lopen we langs de Carolinahoeve.
Een paar honderd meter verder blijkt dat inderdaad het geval te zijn. Via de bosrand lopen we langs de weilanden die de Carolinahoeve omringen en over het algemeen vol staan met, jawel, Schotse Hooglanders. Met de training van afgelopen zondag nog vers in mijn geheugen bedenk ik me wel twee keer als ik het lijntje op mijn horloge rechts via een klaphekje het weiland in zie draaien. Vanaf hier weet ik het wel weer. Volgens Tim is het nog 5 minuten op tempo, dus dat moet lukken. Ik leid ons aan de goede kant van het prikkeldraad om de weilanden, om vervolgens de brede zandweg richting De Lappendeken in te slaan. Nog anderhalve minuut, hoor ik achter me. Mijn benen beginnen inmiddels wel een beetje te protesteren, maar dat negeer ik voor nu maar gewoon. Even doorbijten nog. ‘Nog 30 seconden’, brult Tim achter me. ‘Nog 10!’ Ik versnel nog even. ‘3…2…1… Stop maar.’
De laatste 20 minuten dribbelen we op ons gemak terug naar de auto. Omdat het inmiddels al wat later op de avond is, wordt het een combinatie tussen uitlopen en wilde zwijnen spotten waarbij we vlakbij Koepel de Kaap een hele kudde tegen het lijf lopen. Vet! Terug op het Herikhuizerveld moeten we nog even tussen een kudde ‘wilde’ paarden door manoeuvreren, maar dan kunnen we weer een kleine 13 kilometer bij ons totaal optellen.


10 juni
dag 41 // 4,82km // totaal 594,37km
Mijn benen zijn nog een beetje zwabberig van gisteren als we ons voor de tweede keer deze week in beweging zetten voor een vroeg rondje. Vanavond staat er een survivalruntraining op het programma, dus dit is het enige hardlooprondje van vandaag. Voor de verandering besluiten we deze keer eens een ander rondje dan die van maandag te pakken, en achter Kasteel Rosendael langs te lopen. Zodra we de bedrijvigheid van de Schelmseweg achter ons hebben gelaten, worden we opgeslokt door de stilte van het bos. Het is weer lekker lopen, zo in alle vroegte met de paadjes voor onszelf. Alleen het klaphekje bij het kasteel en onze voetstappen op het grindpad dat ons terug naar de doorgaande weg leidt verbreken de deken van stilte die hier nog hangt. Terwijl de rest van de wereld ook langzaam wakker wordt, draaien we Velp weer in.
11 juni
dag 42 // 10,81km // totaal 605,18km
De tweede duurloop van gisteren hadden we geruild voor een survivalruntraining en verschoven naar vandaag. Ik voelde me gisteravond behoorlijk sloom, dus ik ben benieuwd hoe het vandaag zal gaan. Omdat we allebei niet zoveel zin in ons gewoonlijke rondje richting de Zwarte Bulten hebben, besluiten we weer eens richting Beekhuizen te lopen. Om het ‘ergste’ maar meteen gehad te hebben, beginnen we met de klim naar de Emmapiramide. Daarna moeten we dan nog even over een heuvelachtig en mul zandpad, maar dan kunnen we daarna heuvel af weer naar huis cruisen.
Zo gezegd, zo gedaan, en als we een beetje zijn warmgedraaid van het klimmen, valt het zandpad eigenlijk best wel mee. Helemaal als we aan het eind van het pad weer mogen genieten van een panoramaview over het Rozendaalsche Veld. Via het wildobservatiepunt Herikhuizen cruisen we weer terug naar huis. Met net iets minder dan 11 kilometer extra, zijn we zojuist voorbij de 600 kilometer.

12 juni
dag 43 // 15,50km // totaal 620,68km
Het is een stuk warmer dan gisteren als we beginnen aan een duurloopje van ongeveer dezelfde lengte als die van gisteravond. De warmte is een goede stok achter de deur om het tempo laag te houden. Ik begin namelijk inmiddels behoorlijk aan mijn lichaam te voelen dat het totale aantal kilometers per week veel hoger ligt dan voor we met deze challenge begonnen. Aangezien de vuistregel voor een goed ‘hersteltempo’ is dat je nog een fatsoenlijk gesprek moet kunnen voeren met je trainingsmaatje, grijp ik deze mogelijkheid dan ook maar meteen aan om maar gewoon random gespreksonderwerpen aan te snijden.
We lopen al kletsend ook een beetje random met geen enkel ander doel dan minstens 60 minuten vol te maken door het bos. Eigenlijk best wel lekker om zo te lopen en allerlei paadjes in te slaan die we normaal gesproken voorbij lopen. Zo slaan we vlak na de kenmerkende lindes die ooit voor de Plagdel stonden een smal paadje in dat wisselend rustig klimt en daalt, en ons door een heel gevarieerd stuk bos leidt. Zulke trainingen zijn leuk! Zo leer je je omgeving ineens weer van een totaal andere kant kennen. Ondanks de warmte komen we een uurtje later eigenlijk verrassend fris weer thuis. Laat die middagtraining maar komen!



Er staan namelijk vandaag weer twee trainingen op het programma, maar omdat we allebei vrij zijn, hoeven we er niet zo vroeg uit. De tweede, kortere duurloop van vandaag besluiten we vanaf De Lappendeken te lopen. Daar liep namelijk altijd een wandelroute van ongeveer 4 kilometer richting de Carolinahoeve en weer terug. Een perfect rondje dachten wij. Alleen blijkt de wandelroute bij aankomst niet meer te bestaan. Althans, niet gemarkeerd. Heel fijn Natuurmonumenten! Routes weghalen is één ding, maar op zich is het dan wel prettig dat je dat dan ook even van je site haalt, lijkt mij.
Gelukkig hebben we de route al meerdere malen gelopen, zijn de paden in principe niet weggehaald en kennen we m eigenlijk uit ons hoofd, dus we besluiten maar gewoon te gaan lopen. Tot de Carolinahoeve gaat het eigenlijk prima. Het tempo is prima, en in de schaduw van het bos is het ondanks de warmte nog verrassend koel. Alleen hebben de Schotse Hooglanders (daar zijn ze weer) dat ook verzonnen, en aan het eind van het paadje dat van de Carolinahoeve de Koningslaan op leidt worden we opgewacht door de hele kudde, inclusief pasgeboren kalfjes. In een poging ze bij het klaphekje weg te krijgen zodat wij verder kunnen lopen, sla ik een paar keer zonder resultaat met het hekje. Ik zucht. Er zit niets anders op dan over het prikkeldraad te klimmen en met een grote boog om de kudde heen te lopen. Ik begin die beesten steeds minder leuk te vinden! De rest van de route kunnen we gelukkig wel ongestoord doorlopen. Weer 15 kilometer in the pocket!





13 juni
dag 44 // 12,28km // totaal 632,96km
Bij de heuveltraining vandaag ben ik heel blij dat we gisteren rustig aan hebben gedaan. Er staan namelijk een paar nieuwe klimmetjes op het programma, die ervoor zorgen dat ik aan het eind van de training met trillende beentjes naast de auto sta. Genoeg reden om de rest van de dag lekker uit te rusten.
14 juni
dag 45 // 28,36km // totaal 661,32km
De Montferland Toppenronde is een nieuwe route van MudSweatTrails, en omdat we eigenlijk nog niet echt verzonnen hadden waar we de lange duurloop van deze week zouden gaan lopen, was de keuze snel gemaakt. Het weer werkte alleen niet echt mee; het zou broeierig warm worden met onweer in de middag. Na enige twijfel besloten we gewoon vroeg op te staan en toch maar te gaan. De training van gisteren zat nog vers in de benen en ook de warmte deed een flinke duit in het zakje, maar als trainen met vermoeide benen een goede mentale training voor een ultra is, paste deze er absoluut in! Ons uitgebreide verslag van de MST Montferland Toppenronde vind je hier.
