1 juni | 2 juni | 3 juni | 4 juni | 5 juni | 6 juni | 7 juni
Omdat Rianne deze week nog een paar dagen aan het zeilen is, en Tim alweer moet werken, ziet deze week er iets anders uit dan normaal. Gelukkig hebben we deze week volgens het trainingsschema wel een rustigere week, waardoor de trainingen prima te combineren zijn met zeildagen. Tim loopt zijn trainingen ‘gewoon’ vanuit huis, en Rianne waar ze op dat moment met de boot is.
1 juni
dag 32 // 6,01km // totaal 489,41km
>> Tim | Vandaag staat er gelukkig een rustige duurloop op het programma zodat ik even kan wennen aan zelf lopen en navigeren. Ik ben namelijk echt geen held in het lopen van een route op mijn horloge, omdat ik altijd vrij snel afgeleid ben door mijn omgeving. Maar met een beetje meer focus moet het goed komen!
De route van vandaag loopt eerst een klein stukje door Velp voor ik snel het parkbos rond de Koningsberg in duik. De moed zinkt me even in de schoenen als ik de lange klimmende laan voor me zie liggen, maar net als ik aan de klim wil beginnen zie ik dat de route op mijn horloge naar rechts buigt. Dat valt weer mee! Het is nog steeds flink klimmen, maar omdat de weg wat bochtiger is zie je het eind van de klim niet de hele tijd voor je uit dus dan lijkt het minder ver. De route klimt uiteindelijk nog best een eindje door, maar ik zit lekker in mijn ritme en omdat de weg toch redelijk rechtdoor gaat kan ik een beetje om me heen kijken.
Bovenaan de klim draait de route naar rechts en na een klein stukje over het fietspad weer naar rechts. De route loopt nu door een stukje van het Rozendaalse bos waar ik niet zo vaak geweest ben en het ziet er eigenlijk best gaaf uit. Het hier ook weer gaat bergaf, dus het lopen gaat ook lekker makkelijk. Zo kan ik wel uren doorlopen! Helaas buigt de route weer naar links en na nog een klein stukje door het bos en een klaphekje is het weer gedaan met de onverharde paden! Nog even langs Kasteel Rosendael en dan zit het er alweer op voor vandaag.
<< Rianne | Voor mijn gevoel gaat de wekker veel te vroeg. Terwijl mijn moeder zich in de kajuit nog een keer omdraait in haar slaapzak, wurm ik mijn hardloopkleren aan om de training van vandaag af te werken. ‘Tot zo, mam.’ En even later sta ik op het steiger, klaar om te gaan. Gelukkig hoeven we vandaag ‘maar’ een duurloopje van 30 tot 40 minuten. Precies genoeg tijd om een rondje Woudagemaal te lopen.
Half slaperig hobbel ik richting het IJsselmeer. Als ik de brug over de Sylroede over ben, heb ik twee keuzes; eerst langs het Lemsterstrand met uitzicht op het gemaal, of eerst het saaie stuk langs de N389 maar met mijn rug naar het gemaal weer terug. Ik ga toch maar voor de tweede keuze, dan bewaar ik het ‘leukste’ voor het laatst. Het deel langs de N389 is niet eens per se heel lang, maar ook niet bijster inspirerend, en ik betrap mezelf erop dat ik stiekem iets harder ga lopen dan de bedoeling is om dit stuk sneller gehad te hebben. Als ik vlak voor het gemaal het fietspad naar het IJsselmeer op draai, schroef ik het tempo toch maar iets terug. Eigenlijk liep het best lekker, maar rustweken zijn er niet voor niets.
Over de dijk langs het IJsselmeer heb ik een verfrissend oostenwindje in mijn gezicht. Lekker even wakker worden zo! Al genietend van het uitzicht ben ik eigenlijk in no time weer bij de brug, en van daaruit ook zo weer bij de boot.
2 juni
dag 33 // 6,51km // totaal 495,92km
>> Tim | Vanavond heb ik niet heel veel tijd, omdat ik vleermuisonderzoek moet doen. Om tijd te besparen loop ik dus dezelfde route als gister, maar dan in omgekeerde richting. Dan is het toch niet twee keer dezelfde route! Vanuit huis gaat de route eerst een klein stukje berg op, maar daarna draai ik de Rosendaalselaan in en loop ik parallel aan de Rozendaalse beek richting Kasteel Rosendael. Door het hekje waar ik gister het bos uitgespuugd werd, loop ik nu het bos weer in. De route begint gelijk flink te klimmen dus het is even ploeteren, maar uiteindelijk kom ik weer bovenaan bij het fietspad en kan ik weer naar beneden. Ook deze kant op is de route eigenlijk verrassend leuk. Het gaat zelfs zo lekker dat ik voor ik het weet al bijna weer thuis ben! Probleem is alleen dat ik 35 minuten moest lopen, en dat er nu pas 33 minuten op zitten. Na snel nog een lusje door de wijk zit ik wel aan de tijd en zit de training er weer op voor vandaag. Op naar de vleermuizen!



<< Rianne | Een rustig duurloopje van tussen de 30 en 40 minuten staat er voor vandaag op de planning. Tim heeft de training er voor vandaag al op zitten en kwam op 6,5km in 35 minuten uit. Omdat we dezelfde afstand in willen voeren, is het nu aan mij de taak om ook die afstand af te leggen. Het liefst natuurlijk ook in dezelfde tijd. Ongeveer een uurtje nadat we met de boot in de jachthaven van Oudeschild op Texel zijn aangekomen, sta ik een beetje onwennig op de Waddenzeedijk. ‘Nou, let’s go’, mompel ik tegen mezelf, en ik begin te rennen.
De route is niet bijster ingewikkeld: 3,25 kilometer heen en 3,25 kilometer weer terug. Op de heenweg de wind schuin van voor, op de terugweg schuin in de rug. Rechts uitzicht op zee, links de dijk, en op de terugweg andersom. Als je je hoofd even leeg wilt lopen, is dit de ideale route. Binnen een kilometer denk ik eigenlijk nergens meer aan. Ook niet meer aan het tempo dat ik zou moeten lopen, en dat ik eigenlijk veel te snel loop. Bij de Zandkes, een natuurreservaat dat ingesloten tussen twee dijken ligt, ben ik op de helft. Tijd om terug te rennen en ik draai me om. Zo in de luwte van de dijk en vol in de zon, is het een stuk warmer dan ik dacht. Misschien een idee om te tempo iets bij te stellen naar beneden, want ik ben er inmiddels ook achter dat het te hard gaat.
Vanaf de Zandkes moet ik eerst weer een stukje de dijk op klimmen. Niet echt ver, maar ver genoeg om het tempo iets terug te laten lopen. ‘Beter’, denk ik bij mezelf, ‘dan loop ik nu rustig terug naar de jachthaven.’ Maar als mijn benen eenmaal ‘vastzitten’ in een bepaald tempo laten ze dat niet zomaar meer los en ik heb de wind nu in mijn rug, dus binnen no time is mijn tempo weer te hoog voor een ‘easy run’. Voor ik het weet is de jachthaven weer in zicht. Met een snelle blik op mijn horloge zie ik dat ik nog precies genoeg tijd heb voor een laatste sprintje naar het havenkantoor, waarmee ik precies op 30 minuten uitkom. Jammer dan dat het tempo te hoog was, het ging veel te lekker.
3 juni
dag 34 // 17,29km // totaal 513,21km
>> Tim | Ik heb een beetje motivatieproblemen voor de training van vandaag. Niet per se vanwege de afstand, maar meer omdat ik dit soort afstanden normaal samen met Rianne loop. Als het dan even niet zo lekker gaat, heb je iemand om je er een beetje doorheen doorheen te praten, maar nu moet ik het alleen opknappen. Bovendien is het best warm en ben ik bang dat ik onderweg een afslag mis en verdwaal. Oh, en ik heb op de een of andere manier verzonnen dat ik wel ongeveer even snel moet lopen als Rianne, omdat ik anders niet aan de afstand kom voor vandaag. Kortom ik zie allemaal beren op de weg en zie een beetje op tegen de training van vandaag. Dit alles resulteert erin dat ik enorm zit te treuzelen, dus voor ik eindelijk buiten sta, is het toch later dan ik gedacht had. Snel het horloge aan en lopen met die handel!
Het doel was eerst ongeveer 17 kilometer te lopen waarbij ik eerst 1 uur en 15 minuten rustig aan moet doen en dan de laatste 20 minuten flink gas moet geven. Maar omdat ik me zo druk maak loop ik het eerste gedeelte veel te snel. Aan de route ligt het overigens niet. Ik ken de omgeving uiteraard wel goed, maar kom nu toch langs stukken die ik niet zo vaak zie. Waarschijnlijk ligt het eraan dat ik anders gewoon met mijn ogen in mijn zak loop, maar nu ook op moet letten dat ik niet de verkeerde afslag neem. Dat navigeren gaat overigens best goed, maar als ik bijna bij de brandtoren ben vraag ik me toch wel af hoe lang ik nog moet lopen. Als ik mijn horloge van de kaartweergave af haal, zie ik dat ik helemaal vergeten ben de opnamefunctie aan te zetten. Lekker dan!


Gelukkig heb ik als back-up de stopwatch van mijn telefoon aangezet, en daarop zie ik dat ik inderdaad veel te snel gelopen heb. Flink gas terug dan maar. De route loopt ondertussen vlak langs de brandtoren en duikt een smal paadje in dat dwars over de hei loopt en dan steil daalt. Super leuk dit! En net als ik me afvraag waarom we hier niet altijd lopen, realiseer ik me ineens dat de route recht op het hondenlosloopgebied af koerst. Bovendien is er van hieruit geen route mogelijk die om het losloopgebied heen gaat, of ik moet helemaal terug willen lopen. Dat kan er ook nog wel bij!

Goed eigen schuld, want ik had kunnen weten dat dit het hondenlosloopgebied is als ik iets beter had opgelet bij het intekenen. Maar goed iets met haast en zo…. Niets aan te doen nu, gewoon rustig doorlopen en hopen dat ik er snel weer uit ben. Dat laatste is helaas niet het geval, want ik heb met het intekenen er uiteraard voor gezorgd dat ik de meest onlogische weg volg om aan de vereiste afstand te komen. Dus loop ik na het oversteken van de hei parallel aan de grens van het losloopgebied, precies aan de verkeerde kant van de grens. Kak! Nadat ik een groep van 3 loslopende witte retrievers heb ontweken zie ik het echt even niet meer zitten en besluit ik een stuk te gaan lopen. Ik heb toch nog belachelijk veel tijd over en zit er mentaal even helemaal doorheen. Oke kop op, en doorgaan!
De laatste 20 minuten nog even gas geven en dan zijn we weer klaar voor vandaag! Dat gas geven gaat best goed, want van hier loopt de route vrijwel alleen naar beneden. Dat betekent dan weer wel dat ik iets eerder bijna thuis ben dan ik gedacht had. Goed, nog een lusje dan maar! En dan zit het er eindelijk op voor vandaag! Het was echt even doorbijten, maar ik ben best trots op mezelf dat ik niet verdwaald ben en dat ik heb doorgezet. Op naar morgen!
<< Rianne | Er wordt vandaag niet gezeild, dus genoeg tijd voor een rustige lange duurloop van 75 minuten gevolgd door 20 minuten op een hoger tempo. Die eerste 75 minuten moet ik me echt inhouden om niet per ongeluk al op het tempo van de laatste 20 te lopen. Gelukkig is mijn moeder als begeleider mee op de fiets, zodat ik nog een beetje iets te kletsen heb en daardoor gedwongen word om het tempo laag te houden. Het irritante is wel dat mijn benen toch stiekem steeds vermoeider worden en ik steeds meer op begin te zien tegen de versnelling van straks.
Vanuit Oudeschild zijn we met een omweg richting Den Burg en de Hoge Berg gerend/fietst en nu draaien we in een soort achtje richting Den Hoorn en via Den Burg weer terug. In tegenstelling tot mijn normale trainingsgebied is het hier, op een klein klimmetje bij de Hoge Berg na, vlak. Dat loopt ook best wel een keer lekker, maar de minst of geringste stijging in het wegdek merk je wel meteen. We zigzaggen al kletsend tussen de met typische schapenwalletjes omrande weilanden met bijbehorende schapen door naar Den Burg, waar ik mag beginnen aan het tweede deel van de training; de 20 minuten op tempo.
Heel typisch starten die 20 minuten iets na het begin van de doorgaande weg naar Oudeschild, en ook al is het niet eens zo gek ver terug naar de jachthaven en is het tempo wel te doen, ik zie er wel een beetje tegenop. ‘Oké Rianne, blik op oneindig en gewoon gaan’, denk ik terwijl ik het tempo opvoer. Mijn moeder moet op de fiets meteen een tandje bij schakelen, en onder haar aanmoedigingen snellen we over het fietspad terug naar Oudeschild. Praten gaat, op een paar woorden na, niet meer, dus het zal voor haar wel iets minder gezellig zijn geweest.
In het dorp wacht eigenlijk alleen nog een klimmetje de zeedijk over en dan kan ik in één streep naar de boot lopen. De dijk op is wel even bikkelen om het tempo vast te houden, terwijl mijn moeder – die niet zo’n fietser is – het allemaal wel prima vindt en rustig naar boven wandelt. Ik heb inmiddels mijn tanden in de laatste 5 minuten gezet, en storm al slalommend tussen de weinige toeristen die er zijn de dijk weer af. Er is altijd één stukje hier waar je tussen een grote loods en de zeedijk loopt, de wind wegvalt en als de zon schijnt je praktisch weg braadt. En dat is vandaag niet anders. Het zweet gutst inmiddels in stroompjes langs mijn hoofd naar beneden. Als ik eindelijk voorbij de loods ben (dat ding lijkt altijd kilometers lang, maar het zal waarschijnlijk maximaal 250 meter zijn), werp ik een snelle blik op mijn horloge. Nog 2,5 minuten. Ongemerkt ben ik toch sneller gaan lopen, waardoor ik nu dus tijd over heb. Ik kijk over mijn schouder om te zien waar mijn moeder inmiddels fietst. Ongeveer 500 meter achter me. Omdraaien en haar tegemoet lopen wekt alleen maar verwarring op, dus besluit ik dan maar langs het havenkantoor richting de Zandkes te lopen tot ik de 20 minuten heb volgemaakt.
Nog een pijnlijke minuut spurt ik over het fietspad langs de haven. Zodra mijn horloge een uur en 30 minuten aangeeft, zakt mijn tempo in als een opblaasbeest waar je het ventiel uittrekt. Bluh! Dat was stiekem toch pittiger dan gedacht. Ik draai me om en hobbel op een sukkeldrafje terug naar het havenkantoor, waar mijn moeder inmiddels bezig is haar fiets te stallen. Zo, tijd voor koffie!
4 juni
dag 35 // 6,17km // totaal 519,38km
>> Tim | Gister ging het even wat minder, maar vandaag staat er weer een rustige duurloop op het programma. Deze keer niet vergeten het horloge aan te zetten! Vandaag loopt de route langs de Schelmseweg omhoog en dan bij de parkeerplaats het bos in. Vervolgens neem ik het smalle pad langs de buitengrens van de privé tuin van kasteel Rosendael. Dit pad is lekker smal en technisch waardoor ik als het ware wordt gedwongen om niet te snel te lopen. Het pad loopt helemaal door tot aan het hekje waar ik maandag het bos in ging. Vanaf hier zit is het nog ongeveer een kilometer over het asfalt naar huis en dan zit het er weer op voor vandaag. Morgen een rustdag en dan weer een zware heuveltraining!


<< Rianne | Het tij is dusdanig dat we pas rond een uur of 13.00 uur vertrekken van Texel. Genoeg tijd dus om eerst nog een rustig rondje op het eiland te lopen. Het weer is inmiddels omgeslagen en het zonnetje van gisteren heeft plaatsgemaakt voor een effen grijs wolkendek. In de straffe westenwind duurt het even voor ik een beetje comfortabel warm begin te worden. Het rondje van vandaag leidt via de haven van Oudeschild langs het oudere deel van het dorp richting de Hoge Berg. Een smal schelpenpaadje dat vanuit het niets het dorp uit lijkt te draaien, ren ik tussen de weilanden naar de Wezenputten (twee monumentale waterputten uit de VOC-tijd).
Begeleid door een concert van schapengeblaat draai ik aan het eind van het schelpenpaadje naar rechts en terug naar Oudeschild. Terug naar de jachthaven heb de wind in de rug, en dan is het ineens toch best warm. De wolken jagen met me mee richting het oosten. Mijn gedachten dwalen af naar de zeiltocht van straks. We moeten nog een rif zetten, want deze wind belooft – al hebben we het grootste deel de wind mee – een pittig tochtje. Na zo’n dag aan land heb ik altijd wel weer zin om het water op te gaan en dat is in dit geval niet anders. Ongemerkt ben ik, zo in gedachten verzonken, toch weer iets harder gaan lopen, want als ik weer bij de jachthaven ben, merk ik dat ik nog wat tijd van de geplande 30 minuten over heb. Toch nog maar een stukje over de dijk langs de jachthaven dan. Seabreeze ligt inmiddels al bijna vaarklaar in de box, die vanaf de dijk makkelijk te zien is nu er al een behoorlijk aantal jachten vertrokken zijn. Precies op 30 minuten draai ik om. Tijd om het land te verruilen voor het ruime sop!


5 juni
dag 36 // 0km // totaal 519,38km
Rustdag!
6 juni
dag 37 // 11,88km // totaal 531,26km
Gisteravond zijn mijn moeder en ik na een heftige overtocht vanuit Enkhuizen, waarin we middenin een windhoos terecht kwamen, vrij laat thuisgekomen. Veel tijd om uit te slapen is er echter niet, want het is zaterdag-heuveltrainingdag. Voor mijn gevoel half in slaap zit ik naast Tim in de auto naar Lochem. Wakker word ik vast zo tijdens de training wel.
Een pittige training later ben ik wakkerder dan na een dubbele espresso. Kom maar door met die duurloop die voor morgen op het programma staat!
7 juni
dag 38 // 31,15km // totaal 562,41km
Zo soepel als ik me gisteren na de training voelde, zo stram voel ik me nu. Dat belooft wat voor de komende 31 kilometer! Om een beetje rustig op te warmen hobbel ik op een sukkeldrafje naast Tim de straat uit. De route die ik vanmorgen getekend heb, kronkelt eerst een stukje via Rozendaal door een verwilderd stukje bos langs de snelweg richting de golfbaan, om ons uiteindelijk op de carpoolplaats bij knooppunt Waterberg het bos uit te spugen. Ik voel me altijd een beetje gekkig als ik zo abrupt vanuit het bos ineens weer in een ‘bewoonde’ wereld sta en dat is nu eigenlijk niet anders.
Via het fietspad dat onder het knooppunt door loopt en aan beide kanten omringd wordt door steile wanden vol bloeiende muurpeper duiken we uiteindelijk aan de andere kant van de snelweg het bos dat de Koningsheide omringt in. Tijdens de NS-trail Dieren > Arnhem zijn we ook deels via deze route gelopen, en vanuit mijn herinnering daaraan heb ik het niet zo met dit deel van de Veluwezoom. Dat beeld wordt waarschijnlijk heel erg getekend doordat het in het laatste deel van die tocht zit, en ik beide keren dat we de trail gelopen hebben behoorlijk kapot was toen we hier liepen. Inmiddels voel ik me nu gelukkig een stuk beter dan toen we net startten. Al kletsend lopen we over de brede zandwegen die dit gebied voor mij kenmerken richting het Deelerwoud. De geluiden van de snelwegen die hier natuurlijk niet ver weg zijn storen me helemaal niet zo erg, en eigenlijk is het best leuk om hier te lopen. Met zo nu en dan een stuk heide, is het eigenlijk een best afwisselend stukje natuur hier. Toch mijn mening hierover bijstellen, en dit vooral onthouden voor de volgende keer dat we van Dieren naar Arnhem gaan rennen.


Bij de Crossbaan steken we de Koningsweg over en lopen een zand/grintweg op die tussen de Arnhemse Heide en vliegveld Terlet doorloopt. Ondanks dat hier een fietsroute langsloopt, bekruipt me zo ingeklemd tussen een schietterrein van defensie en een vliegveld het gevoel dat we hier eigenlijk niet mogen lopen. De spookachtige geluiden van de zweefvliegtuigen die om de beurt de lucht in getrokken worden zorgen voor een perfect passende soundtrack bij de sense of place die hier hangt. Op een paar gravelrijders na komen we tot de parkeerplaats bij het Deelerwoud niemand tegen. Een beetje opgeslokt in onze eigen geïsoleerde wereld rennen we voor we het weten over de wijdsheid van de Deelerheide. Precies die afwisseling vind ik altijd zo gaaf aan hier lopen; waar je het ene moment nog een beetje verstopt onder het dichte bladerdek van een beukenlaan over zachte zandgrond loopt, ren je even later in de open ruimte over een knarsende grintweg.

Op zo’n uitgestrekt heidegebied zou je denken dat je alle ruimte hebt om ongestoord (over het pad) naar de andere kant te rennen. Er is immers meer dan genoeg plek voor alles dat daar leeft om te grazen, staan of liggen zonder daarbij gestoord te worden door twee trailrunners die hun zinnen gezet hebben op een lange duurloop door jouw leefgebied. Lijkt me. Nou weet ik natuurlijk niet bij welke conventie de Schotse Hooglanders vandaag besloten hebben dat het ‘we gaan massaal op de route van Tim en Rianne staan/liggen/herkauwen’-dag is – daar hebben wij uiteraard geen memo van gekregen – maar na zo’n twee kilometers komen we de eerste kudde jonge stieren op de route tegen. Aan de kant gaan is er uiteraard niet bij, en dus zit er voor ons niets anders op dan al pratend tussen de bakbeesten door te manoeuvreren. Niet dat ik per se bang ben voor deze harige reuzen, maar als we tussen de Hooglanders door zijn gaat mijn tempo toch al snel omhoog tot we voorbij een wildrooster zijn.

Bij de A50 duiken we via een fietstunneltje onder de snelweg door, om bij Groenendaal het asfalt weer te verruilen voor een zacht grassig paadje. Omdat dit paadje er niet echt belopen uitziet, twijfel ik nog even of het wel echt opengesteld is, maar het bijbehorende bordje van Natuurmonumenten meldt geen beperkingen en ook mijn Suunto is onverbiddelijk: we moeten hier toch echt in. Er zijn in geen velden of wegen (vrij letterlijk op dit grasveld) mensen of Hooglanders te zien. Met het geruis van de snelweg op de achtergrond en al kauwend op een (niet zo heel lekkere) energiereep hobbelen we over het glooiende graspad langs de bosrand richting Terlet.
De oneffen ondergrond van het graspad doet me denken aan het gebanjer door de weilanden tijdens een survivalrun, en het loopt stiekem best wel lekker. Nu helpt het ook wel dat we niet heel veel hoeven te klimmen hier, maar dat is afgelopen zodra we het bos weer induiken en onze route via een ‘normale’ bosweg vervolgen. Het klimmetje dat we richting de Terletsche Heide voorgeschoteld krijgen stelt op het eerste gezicht niet zoveel voor, maar met toch iets vermoeidere benen dan we allebei toe willen geven, lijkt het geen einde aan de heuvel te komen. Goede mentale training, helemaal als we boven zijn en meteen getrakteerd worden op een prachtig uitzicht richting Arnhem, terwijl de zeefvliegtuigen voor vliegveld Terlet majestueus over ons heen glijden.


Ik ben vol van het uitzicht aan het genieten als voor de zekerheid toch maar even op mijn horloge kijk en het lijntje van de route ineens een haakse hoek naar links zie maken. Dat verbaast me, want ogenschijnlijk lijkt hier helemaal geen pad naar links te zijn. ‘Volgens de route zou hier ergens een pad… Ah hier!’ Ik heb mijn zin nog niet afgemaakt of links van me is een hele smalle singletrack naar links de heide op te zien. Als je niet heel goed oplet, of niet weet dat het paadje daar is, zou je het zo voorbij lopen. Zulke verrassingen zorgen bij mij altijd meteen bij een boost van mijn moraal, en even ben ik mijn vermoeide beentjes vergeten. Als we even later weer omhoog ploeteren, zijn ze meteen weer net zo aanwezig als voor het kleine paadje. Nog even omhoog stampen en dan kunnen we tot de Velperberg naar beneden, houd ik mezelf maar gewoon voor.

Net als de Deelerheide, is de Terletsche Heide vrij uitgestrekt. Onze Schotse haarballen hebben, ook hier, genoeg ruimte om uitgebreid te staan/grazen/liggen/whatever die beesten ook willen. Dat hoeft dus niet per se op een van de drie paden die de heide doorkruizen. Blijkbaar vandaag dus wel, want midden op de Terletsche heide komen we voor de volgende kudde Hooglanders te staan. De meeste sjokken wel een beetje loom bij ons vandaan als we er al roepend aan komen rennen, maar de laatste drie zijn – uiteraard – eigenwijs. De volwassen stier en het iets jongere exemplaar van het drietal vinden het wel prima als we er langs lopen, maar het laatste beest is een koe die het schijnbaar niet zo prettig vind dat we langs haar puberende zoon zijn gerend. Vrijwel meteen draait ze zich dreigend naar ons toe. We hebben beide niet zoveel zin in een hardloopwedstrijd met deze dame en haar behoorlijke horens, en schieten meteen het pad af de heide in om met een grote boog om haar heen te rennen. Gelukkig blijft het bij dreigen, maar ik ben eigenlijk wel een beetje klaar met de Hooglanders voor vandaag.
‘Het scheelt dat ze daar staan’, zegt Tim als we even later op de oude hesseweg langs de Beerenberg lopen, ‘dan kunnen we hier tenminste doorlopen.’ De geheime Hooglander-conventie is echter nog niet afgelopen, want nog geen kilometer later staan we oog in oog met een koe met een kalfje van een paar weken oud. We besluiten niet eens te proberen om over de zandweg te blijven lopen, en kiezen maar meteen het hazenpad door het kreupelhout richting het verharde fietspad. De koe verliest ons geen moment uit het oog, terwijl haar kalfje het allemaal machtig interessant vindt en steeds dichter naar ons toe probeert te schuifelen. Als we ver genoeg bij het tweetal vandaan zijn gelopen om niet langer als bedreiging gezien te worden, verruilen we het fietspad weer voor de zandweg om een kilometer later het hele ritueel nog een keer te herhalen, omdat er nieuwe koe-kalf combinatie besloten heeft dat ze toch echt hier langs moeten om bij de rest van de kudde te komen.
Als we even later de Velperberg over zijn, gaan we er eigenlijk allebei vanuit dat we nu ongestoord naar huis kunnen lopen. Vanaf de bosrand gezien ligt het hele Rozendaalsche Veld er verlaten bij. ‘Ah mooi! Geen Hooglanders meer’, mompel ik tegen Tim. Terwijl we een laatste gelletje naar binnen werken, beginnen we aan de oversteek van het veld naar de Zwarte Bulten. We zijn echter amper 10 meter het pad over het Rozendaalsche Veld op als voor ons een gigantische stier op het pad ligt te chillen in de zon. Ik zucht, en begin maar weer hardop tegen het beest te praten om m niet te laten schrikken en er tegelijkertijd zo snel mogelijk achterlangs te rennen. ‘De rest van de kudde staat straks voor het wildrooster’, grapt Tim als we even later aan de andere kant van het heideveld langs de bosrand lopen. Ik grinnik. ‘Dat zou me niets verbazen.’
De stier was de laatste Hooglander van vandaag, want tot het wildrooster hebben we verder vrij baan. Vanaf daar kunnen we verder ongestoord doorlopen naar huis. Niet dat ik daar heel rouwig om ben, want na zo’n 27 kilometer zijn de Zwarte Bulten, zónder verdere inmenging van Schotse Hooglanders, zoals altijd pittig genoeg. Na iets meer dan 31 kilometer later plof ik moe, maar voldaan thuis op de bank neer. Zo, en nu is de enige uitdaging van vandaag nog bedenken welke pizza ik wil eten straks!