8 november 2019
Het is, op de lampjes van de andere lopers en de verlichting van de organisatie na, stikdonker aan de start van de Devil’s Trail by Night. En best wel frisjes, heel eerlijk gezegd. Om iedereen de nacht en het donker zo goed mogelijk te laten ervaren, is ervoor gekozen om iedereen op een eigen tijdstip te laten starten. Nou mocht je natuurlijk best met een groepje starten, maar het leek me eigenlijk wel een keer tof om me aan dit concept te houden en het parcours van ongeveer 10 km in mijn eentje te lopen. Tim start namelijk zo’n 10 minuten na mij, dus tenzij ik wacht, of hij echt knetterhard loopt, komen we elkaar niet tegen. Een beetje ongeduldig, en om mezelf een beetje warm te houden, hop ik een beetje op de plaats op en neer. Nog 10 minuten. Van mij mag het wel tijd zijn.
Als ik naast de starter sta, moet het ongeduld bijna van mijn gezicht af druipen. ‘Rustig!’, lacht de starter, ‘het eerste stukje is een smal paadje met veel wortels. Na een kilometer wordt het breder en kun je gas geven als je wilt.’ Ik grijns, ‘oké’. ‘Klaar? 5…4…3…2…1… Succes! En veel plezier!’ Dat laatste hoor ik nog maar half, na ‘succes’ schiet ik weg, de nacht in. Ik heb echt super veel zin in deze trail, ik ben er wel een beetje op gebrand om een snelle tijd te lopen, en ik kan niet wachten om op het pad naast de vuurtoren te rennen en uit te kijken over de donkere zee, de sterrenhemel en de oplichtende boeienrij richting de Noordzee. Een paar jaar geleden voeren we daar zelf, dus het lijkt me heel gaaf om dat nu eens vanaf deze kant ‘s nachts te zien.
De eerste kilometer ren ik inderdaad over een kronkelend paadje met eigenlijk alleen mijn hoofdlamp, reflecterende pijlen en een sporadische glowstick om me de weg te wijzen. Heel gaaf! Zo af en toe haal ik lopers die eerder gestart zijn in, maar eigenlijk loop je alleen door de nacht en dat maakt het best een bijzondere ervaring. Op een gegeven moment spuugt het paadje me uit een verharde weg aan de rand van het dorp op. De route is op dat moment heel even verhard, om na het oversteken van de Badweg vrijwel meteen een schelpenpaadje richting de vuurtoren op te duiken. Voor me zie ik weer een groepje trailers lopen. Eigenlijk onbewust word ik daar een beetje naartoe gezogen om me aan te sluiten. Maar ik had me voorgenomen om helemaal alleen te lopen, dus het wordt vertragen of versnellen en er voorbij. De vuurtoren is inmiddels duidelijk zichtbaar, dus dat wordt versnellen.
Met korte, snelle pasjes ren ik de duin op naar de Noordertoren. Het is niet alsof ik nog nooit in het donker over de zee uit heb gekeken, maar om de een of andere reden wil ik zo graag op dat duin naast de toren staan en het donker in kijken dat ik half sprintend de fietsenstalling naast de toren voorbij ga. Nog een klein stukje over een schelpenpaadje en dan word ik getrakteerd op een adembenemend uitzicht over de nacht. De stralen van de vuurtoren glijden op een geruststellende, rustige manier over de duinen en het strand. De vaargeul in de verte wordt verlicht door een feestelijk flikkerend rood en groen van de lichtboeien, en daarboven hangt een stralende sterrenhemel. Wat is dit gaaf! Als ik van het duin af ren, lijkt het alsof ik vlieg. Bijna alsof ik hier thuis hoor. Alles is zoals het zo moeten zijn. Mijn benen voelen sterk, mijn ademhaling klopt precies, mijn voeten in een perfecte kadans, en zo draai ik het pad langs het strand op.
Ergens verwacht ik dat dit gevoel nu wel wegebt en ik inzak, maar dat gebeurt niet. Ik begin steeds meer lopers in te halen. Het is geen race, maar meer een ‘ervaringstrail’, maar dit is gewoon mijn ervaring op dit moment, dus ik hoop maar dat niemand het me kwalijk neemt dat ik te hard lijk te lopen. Tijdens het lopen kan ik mijn ogen bijna niet van de kustlijn af houden en voor ik het weet sta ik onderaan de strandopgang waar de route weer van het strand wegdraait.
Het licht van de vuurtoren begeleidt me omhoog, en even heb ik mijn hoofdlamp eigenlijk niet nodig. Aan de andere kant van de duinenrij staat een verversingspost met snoepjes en drinken, maar ik heb eigenlijk geen honger en zelf water bij me dus ik besluit door te lopen. Met de vuurtoren achter me vlieg ik over een schelpenpad richting de bunker de Wassermann. Ik haal weer een paar plukjes mensen in, tot ik voor me twee mannen zie lopen die net wel, net niet mijn tempo lopen. Eigenlijk lopen ze net iets te hard en ik wil ook eigenlijk niet aanhaken, dus ik besluit een vaste afstand tussen ons te laten. Dan loop ik toch soort van alleen. Vind ik zelf. We rennen een beetje meanderend door de duinen tot we ineens van de schelpenpaadjes afslaan richting het strand. Yes!
Dit keer speelt het licht van de maan een grote rol in het uitzicht, met periodiek natuurlijk de lichtflitsen van de vuurtoren. Het is opnieuw een heel gaaf gezicht, alleen is het zand hier een stuk muller, waardoor het lopen merkbaar zwaarder gaat. Maar goed, gaaf uitzicht en de wetenschap dat dit nooit verder dan 2-3 kilometer kan zijn, zorgen ervoor dat ik het tempo aardig vast kan houden. Ik loop zelfs iets in op het duo voor me. Hmm, dat was dan weer niet de bedoeling, maar goed.
De routemarkering is op dit stuk alleen wel een stuk minder goed zichtbaar, waardoor de twee mannen en ik steeds meer twijfelende lopers achterop komen en we met zijn allen een beetje in de war raken. Ik heb gelukkig de route in mijn horloge, dus vlak voordat we met zijn allen een afslag naar een strandopgang dreigen te missen kan ik nog roepen dat we naar rechts moeten. Over nog muller zand. Het tempo dan toch maar iets terug laten lopen. De twee mannen en ik maken ons desondanks toch weer los van het groepje, maar ik moet ze toch laten gaan. Als we het duin over zijn, maakt het mulle zand al snel weer plaats voor schelpenpad en later klinkers, en gaat het lopen weer een stuk makkelijker.
Ik begin net een beetje terug te komen in mijn flow van voor het mulste stuk strand, als de route op mijn horloge rechtdoor gaat en de pijlen naar links wijzen. De mannen voor me zijn naar links gerend en rechtdoor zie ik helemaal niemand. Ik twijfel even en besluit dan toch de mannen te volgen. Alleen waar blijft de volgende glowstick? Of pijl? Of wat dan ook dat bevestigt dat we goed zitten? Net als ik me echt zorgen begin te maken, valt het licht van mijn lamp op iets reflecterends zo’n 100m voor me. Als ik dichterbij kom, blijkt het gelukkig een pijl naar rechts een schelpenpad op te zijn en zodra ik af ben geslagen zie ik ook de mannen weer voor me. Mijn horloge geeft op dat moment 8 km aan. Nog ongeveer 2 kilometer dus. Het tempo van de mannen gaat iets omlaag of dat van mij omhoog, geen idee, maar ik begin op ze in te lopen. Zo nu en dan halen we met z’n drieën ook weer andere mensen in. Fijn, toch een extra bevestiging dat we goed zitten!
Naar mate we dichter bij de finish komen, begint het competitieve toch een beetje bij mij omhoog te borrelen en wil ik de heren eigenlijk wel voorbij. Alleen hebben zij daar dan weer niet zoveel zin in, en ze ergerden zich aan de felheid van mijn lamp zo hoorde ik later, want ze gaan steeds harder lopen. Ik heb dat eerst nog niet zo in de gaten, maar ben eigenlijk niet meer van plan om ze te laten gaan. Sterker nog, ik wil ze eigenlijk gewoon voorbij, dus ook ik versnel. Omdat zij ‘de schijnwerper’ niet kwijtraken besluiten ze nog harder te gaan lopen, met als gevolg dat ik weer aanzet en zo stormen we op een gegeven moment achter elkaar aan over een modderig wandelpad en later een schelpenpad naar de finish. Ik ben er zo op gebrand om ze voorbij te lopen dat ik mijn moeder, die vanuit het huisje dat we voor het weekend gehuurd hebben naar de finish is gefietst, niet herken en in het donker zelfs bijna omver loop. We draaien het strandje van de Berkenplas op, maar dan is de afstand te kort om ze nog fatsoenlijk voorbij te gaan waardoor ze dus toch nog voor mij over de finish gaan. Ik moet er stiekem wel een beetje om lachen.
Als ik na een beker chocolademelk richting de fietsenstalling loop om mijn moeder te zoeken en op Tim te wachten, dwalen mijn gedachten terug naar de trail van zojuist. Wat was dat gaaf! De Night Trail moest een ‘ervaringstrail’ worden, en dat is, hoe snel je ook bent, zeker gelukt. Een hele bijzondere ervaring, en eentje waar ik volgend jaar graag voor terug kom!