Dag 9. Maasholm

<< Dag 8. Laboe > Maasholm

20 juli 2009

Ik wordt wakker door een aanhoudend getik tegen de mast. Wazig probeer ik te achterhalen waar we zijn en wat het aanhoudende, huilende geluid is. De mist in mijn hoofd trekt langzaam op en ik weet het weer. We zijn in Maasholm, de kraanlijn houdt waarschijnlijk een drumconcert en de huilende wind door de masten in zijn achtergrondkoortje. Ik vind het wel wat hebben, dat geluid. Binnen is het behaaglijk warm en buiten raast de storm om de boot die veilig aangemeerd in een box ligt. Het is al licht buiten en als ik op het klokje van mijn mobieltje kijk, spreekt deze duidelijke taal: 9.46 uur. Hmm, ik had gedacht dat het al later was.

13.25 uur – De wind suist zonder genade door de straten van Maasholm. Grote, donkere wolken vliegen met een rap tempo richting de Oostzee. Best een gaaf gezicht eigenlijk. Ik sta met mijn rug naar de wind, die mijn capuchon ver over mijn hoofd heeft geblazen. Nog even kijk ik naar de grommende monsters die genadeloos weggevoerd worden. Daar hebben we in ieder geval geen last meer van. Maar als ik me omdraai, zie ik de volgende alweer aan komen suizen. Nog net op tijd kan ik met mijn moeder onder het afdak van de plaatselijke kite- en surfschool vluchten. Nog geen minuut later hoost het weer net zo hard de lucht uit. De surfers stappen allemaal van hun boards en wachten, met hun op het water drijvende zeilen, de bui af. Ik heb eigenlijk wel medelijden met ze; staan ze daar met die striemende regen in hun gezicht zonder enige beschutting… Maar aan de ander kant, ze zijn toch al nat.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Mijn moeder en Lars tijdens onze wandeling naar de Oostzee.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Huisje.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Lars en ik op het Oostzeestrand.

18.15 uur – Golven breken op het kiezelstrand. Het heldere water geeft de zee een echte blauwe kleur. De harde wind speelt met mijn haren en mijn jas. Met moeite keer ik dit prachtige uitzicht de rug toe en begin ik aan de 2,5 km lange wandeling terug. Nog geen 250 m hebben we gelopen of mijn moeder krijgt last van haar enkel, welke geheel is opgezet door een mug. Leuk souvenir uit Rendsburg! Ik kijk Lars aan. Die snapt wat ik bedoel. Met onze handen gekruist maken we een “stoel” waarop we mamma terug kunnen dragen. Maar niet heus! Drie stappen en “bij ons in Emmercompascum wordt iedereen zo vervoerd” later staan we alledrie te vergaan van het lachen op de dijk. De vele hardlopers zullen wel gedacht hebben… Maar het leukste/ergste moet nog komen. “Hoe doe je die brandweergreep ook alweer?”, vraagt Lars me. “Nou, zo. Let op!” Ik pak mijn moeders arm, steek mijn hoofd eronderdoor, pak een bovenbeen en probeer haar op mijn schouders te sjorren, maar daar heeft we kennelijk geen zin in. Ik krijg haar nog geen millimeter omhoog! “Oh ja, laat mij maar even.” Hardhandig duwt Lars me aan de kant en voert dezelfde procedure uit. Hij heeft echter meer succes. Tot op zekere hoogte, want als mijn moeder half over Lars’ rug hangt, stort de gammele toren in en liggen ze als twee gecrashte vogels op het grindpad. Eigenlijk kan ik er zelf wel naast gaan liggen, want ik schiet zo hard in de lach dat ik betwijfel of mijn benen me wel houden.

>> Dag 10. Maasholm > Sønderborg