19 juli 2009
Als ik van de boot op het steiger stap om me richting de toiletgebouwen te begeven voor een verfrissende douche, blijf ik even staan om uit te kijken over het Kieler Fjord. Boven Kiel pakken donkere regenwolken zich samen en zorgen voor een schril contrast met de witte zeilen van de verschillende zeiljachten die in de zon blinken. De wind speelt met mijn slordig gevlochten haar. De verschillende vlaggen wapperen in de wind, zodat de tekst “Baltic Bay” goed te lezen is. Ik verkeer in een tweestrijd. Enerzijds zou ik de hele dag wel in een van de befaamde strandstoelen willen zitten om te kijken naar alle passerende schepen. Anderzijds zou ik me heel graag bij hen voegen en de vaargeul volgen de wijdse Oostzee op, op zoek naar voor ons onbekend gebied.
12.45 uur – Ik kijk uit het raam van de kajuit rechtstreeks op het strand van Laboe. Verschillende kiters vliegen heen en weer voor het met strandstoelen bezaaide strand. Ik voel een lichte boosheid op mezelf opkomen. “Als ik mijn kitespullen nou mee had genomen, zou ik nu een van hen kunnen zijn.” Snel zet ik de gedachte van me af, want waar zou ik die gigantische tas op hebben moeten bergen in een overvol gepakte boot? De strandstoelen verdwijnen langzaam uit het zicht. Ik zie nog net een gigantische onderzeeër op het strand staan voordat Laboe verdwijnt en plaats maakt voor een uitzicht over de wijdse Oostzee.
14.00 uur – De Garmin-binnennavigatie geeft een snelheid aan van 6,8 knopen. Het is een bevrijding om eens weer te zeilen en dan meteen zo hard! Te jammer dat ik vandaag kajuitdienst heb! Onderuit gezakt op de bank verdiep ik me weer in mijn Donald Duckpocket. Tenminste, dat was de bedoeling, want er staat inmiddels een behoorlijke golfslag en als het ene kopje vaststaat, besluit het andere te gaan schuiven. Met een luid kabaal laat de colafles weten dat hij liever op de grond ligt. Nou, dat dacht ik dus even niet, he?! Terwijl ik me staande probeer te houden in de deinende boot parkeer ik de cola weer terug op zijn plaats in de kast. Deze keer wél met het deurtje dicht! Na een laatste check of alles achter slot en grendel staat, plof ik weer op de bank en vis ik mijn DDpocket onder de kussens vandaan. Net als ik weer een beetje in het verhaal zit, roept mijn moeder van buiten. “Ik wil graag een kop thee.” “Oh nee, in deze omstandigheden!” Ik werp een snelle blik op mijn grote vriend de Garmin. 5,1 knopen. De snelheid is iets afgenomen en ik merk dat we wat rustiger op het water liggen. Snel zet ik het water op en hoop dat mijn moeder wat geduld heeft met de thee, want dat kon nog wel eens even gaan duren.


17.45 uur – “Oh kijk, wat een leuke vuurtoren!” Ik vlieg naar buiten en meteen weer naar binnen om mijn camera te pakken. Als ik weer buiten sta, richt ik mijn lens op een pittoreske vuurtoren op een al net zo pittoreske pier. In alle rust glijden we bij de vuurtoren langs de Schlei op richting Maasholm. Wat een geweldig uitzicht! Heel anders dan het Kieler Fjord, maar net zo leuk!
