18 juli 2009
Rise and shine! Eindelijk eens niet vermoeid wakker worden. De wekker gaat om 6.30 uur, maar omdat de boot nog in diepe rust verkeerd, besluit ik mijn tijd te benutten door nog even een Donald Duck te lezen. Echt ernstig, maar ik kan niet zonder. Het regent ongelofelijk hard en er lijkt weer eens geen wind te staan. Op dit moment kan ik me er niet druk om maken, want ik lig lekker droog in mijn slaapzak en trouwens Donald en zijn neefjes zijn met een tijdmachine naar de prehistorie en oom Dagobert was te gierig om volle baterijen te kopen, dus ze zitten daar vast. DuckTales, WoooHooo!
8.40 uur – De regen valt met bakken uit de hemel en laat kleine golfjes achter op het water. Het ziet er mistroostig uit. Natte, roestige, lang verlaten scheepsdokken in de stromende regen. De wind is, denk ik, maar in zijn slaapzak blijven liggen en terwijl ik mijn zeilhandschoenen voor de zoveelste keer uitknijp, wou ik dat ik dat ook had gedaan. Tot overmaat van ramp loopt het water uit de zeilhandschoenen bij de mouwen van mijn zeiljas in. Bah! Terwijl ik Seabreeze het Nord-Ostsee-Kanal weer op draai, kruip ik verder weg in de met fleece gevoerde kraag van mijn zeiljack. De capuchon zakt nog iets behaaglijker over mijn hoofd en ik tuur onder het “petje” van de capuchon het kanaal over. Musto zal me wel droog houden vandaag.
10.20 uur – Ik kijk achterom. We zijn net om de bocht en het Nord-Ostsee-Kanal ligt leeg achter me. Ik voel een zekere mate van opluchting. Als ik voor me kijk zie ik de uitwijkplaats steeds dichterbij komen. Aan de overkant is de “kleinere” vrachtboot aan de wal gaan liggen. In de verte dient de volgende zich alweer aan. Groter dan de boot die aan de kant ligt. Ik kijk nog eens om. Het kanaal is nog steeds leeg. Ik kijk weer voor me, de uitwijkplaats is nog 200 m weg en het kanaal lijkt smaller te zijn geworden. Gespannen kijk ik weer achterom. Tussen de boomtoppen komt de neus van de mammoettanker om de hoek. Tooooooooeeeeeeeet! Ik schrik me een ongeluk. Langzaam maar zeker komt de gigantische tanker dichterbij. Instinctief zou ik nu het liefst een zijvaart in willen draaien, de boot aanleggen en wachten tot dit monster weg is, maar dat gaat niet. Ik stuur Seabreeze zo ver mogelijk opzij en laat de tanker passeren. Als het schip naast ons vaart, merk je pas hoe groot de tanker is en hoe klein wij eigenlijk maar zijn met onze 8,50 meter.

12.30 uur – De sluis van Holtenau loopt gestaag vol. Iedereen past met gemak in de sluis, dus het gezeur en gescheld van de sluis in Lauwersoog hebben we ook niet. Dat scheelt. Het voordeel is ook dat de drijvende vlonders niet zo glad zijn als in Brunsbüttel. Zonder problemen spring ik van Seabreeze op het steiger. Het aanleggen gaat soepel en daarna kunnen we lekker op het dek zitten kijken naar de anderen en de kwallen die zich in grote getale om onze boot verzameld hebben. Lijkt het maar zo of is dat alleen bij ons zo? Het zal wel niet. Dan gaan de sluisdeuren open. Welcome to paradise!
Het Kieler Fjord strekt zich voor ons uit. Wat een plaatje! Het is alsof je zo een reisgids in komt varen! Ik heb het gevoel alsof de vakantie nu pas echt begint. Je moet altijd door de harde laag om bij de zachte binnenkant te komen. Nou, door zijn we dan nu! Binnen een half uur vliegen we naar Laboe. Seabreeze heeft het kennelijk ook naar haar zin!

