Dag 7. Inveroran > King’s House

<Dag 6. Tyndrum > Inveroran

4 augustus 2012

Het is 7.00 uur en om mee heen hoor ik haastig gepraat en gerommel. Ik heb nog geen wekker gehoord, dus ik draai me nog eens om in mijn slaapzak. Geen wekker betekent nog even slapen. Te zien aan de hoeveelheid licht schijnt de zon al wel, dus dat belooft alvast een mooie ochtend te worden. Ik snooze nog even verder tot de wekker wel gaat en bevrijd mezelf dan uit mijn slaapzak die als een wokkel om me heen gedraaid zit. Oh ja, ik had gedroomd vannacht, daarom voel ik me zo wazig nu. Die wazigheid verdwijnt echter als sneeuw voor de zon als Lisa en ik er tegelijk achter komen waarom de helft van het veldje in allerijl vertrokken is en wat de invloed daarvan is op ons.

We liggen namelijk zwaar onder vuur. En deze keer zijn het geen marters die hun aandeel van onze maaltijd eisen. Nee, deze tegenstander is veel geniepiger. Midges. Ze hebben inmiddels een groot gedeelte van de binnenkant van de tent tot hun territorium verklaard en openen nu de aanval op onze huid. Ik trek mijn Buff half over mijn gezicht, mijn haar over de andere helft en zet mijn capuchon op. De stukken huid die nog bloot zijn spuit ik in met anti-midgesspray, waarbij ik een klein gedeelte van mijn onderrug vergeet en daar pluk ik onmiddellijk de vruchten van, helaas.

Als binnen alles in zekere zin in onze tassen zit of op een andere manier meeneembaar ingepakt zit, rapen we al onze moed bij elkaar en stappen de tent uit. That was a mistake, want buiten ligt de complete vuurlinie van midges te wachten en we worden, nog voor we een witte zakdoek te voorschijn hebben kunnen toveren, genadeloos onder vuur genomen. Op een gegeven moment adem ik die beesten zelfs in en op dat moment kan het me weinig meer schelen hoe de tent ingepakt wordt, als ik hem maar mee kan nemen. Ik grabbel de tent bij elkaar, gooi mijn backpack op mijn rug, maak een onsamenhangende knoop in de veters van mijn schoenen (wat een hele onlogische volgorde van handelingen blijkt te zijn) en ren achter Lisa aan (voor zover dat gaat met een tent onder mijn arm, half losse schoenen en een niet goed aangesnoerde backpack op mijn rug).

We besluiten onze heil te zoeken bij het hotel dat een paar honderd meter terug langs de weg staat en daar te wachten op de Duitse vrouwen. We lopen naar de ‘Walker’s Entrance’, die op slot blijkt te zitten, en zoeken een plekje in de schaduw om onze tassen opnieuw in te kunnen pakken. Naast ons gaat een deur open en we horen een verbaasde vrouwenstem. Als we allebei opkijken, zien we het Duitse tweetal in de deuropening staan. Ze vragen zich af wat we hier doen en kijken ons nogal bezorgd aan. Logisch, want volgens mij zien we er niet uit. Na een korte uitleg over de situatie op de camping worden we in hun hotelkamer uitgenodigd en mogen we van alle sanitaire voorzieningen gebruik maken terwijl zij zich naar de ontbijtzaal begeven. In de kamer staan drie bedden en omdat er dus toch eentje bij is die niet gebruikt is, maak ik als Lisa naar de wc is even dankbaar gebruik van dit buitenkansje.

Uiteindelijk kunnen we ons even opfrissen en onze tassen goed inpakken en staan we om 9.00 op de afgesproken plek voor het hotel te wachten op onze Duitse metgezel. Niet veel later beginnen we aan onze etappe naar King’s House. Er wordt na de middag heel slecht weer voorspeld, maar we lopen in de stralende zon onder een strakblauwe hemel opnieuw over een ‘old military road’ in de richting van King’s House Hotel.

Onderweg passeren we opnieuw de veldjes waar we de nacht door hebben gebracht en alleen de tent van Robert en zijn vriendin staat er nog. De rest van de kampeerders zit miserabel te zijn op het bruggetje, want dat is wonderbaarlijk genoeg een van de weinige plekken waar de midges niet komen. Even verderop staat een groepje huizen dat in het bezit is van de familie van Ian Fleming, de schrijver van James Bond. Aangezien James Bond een essentieel deel heeft uitgemaakt van mijn opvoeding blijf ik even staan kijken, er worden wat foto’s gemaakt en we besluiten weer verder te gaan, aangezien we heel graag voor de regen in King’s House willen zijn.

IMG_5373 1.JPG
Terugblik op het begin van Telford’s Parliamentary Road.

Blijkbaar denken meer mensen er zo over, want al snel zijn wij een van de plukjes mensen die zich over de military road naar King’s House begeven. Halverwege besluiten we toch maar even een pauze te nemen en ik hoop ten zeerste dat de midges ons nu even met rust laten. Gelukkig doen ze dat ook en zo kunnen we even heerlijk relaxten in de morgenzon.

IMG_5450.JPG
Pauze of het zonnetje.

 

IMG_5378 1.JPG
Ba Bridge.

Het volgende gedeelte van de etappe wordt behoorlijk zwaar, want we hebben een beklimming naar het een na hoogste punt van de Way voor de boeg. Ik ben ontzettend blij met mijn beslissing om de wandelstok, die ik op de tweede dag bij Conic Hill heb gevonden, te houden. Die stok maakt de beklimming een stuk makkelijker. Onderweg naar boven worden we ingehaald door een Schotse jongen en zijn oom. De oom blijkt een ex-para-militair te zijn en hij begint een gesprek met Lisa. Zijn neef begint mij van alles te vragen. We blijken dezelfde muzieksmaak te hebben en dat levert een levendige discussie op over de bands die we al live hebben gezien en die we nog willen zien en over festivals waar we geweest zijn. Ook blijkt dat de jonge Schot op een scheepswerf werkt, net als mijn jongere broer. Nadat we een heel gesprek hebben gehad over schepen en zeiljachten, komen we aan op het hoogste punt van deze etappe, waar ik heel graag even wil zitten. Ik nodig de Schotten uit om ook te komen zitten, maar de oom wil graag doorlopen en de jongen heeft weinig andere keus.

Lisa, de Duitse vrouw en ik zijn weer met zijn drieën en hebben een goed zicht op de heuvels tegenover ons, waar de eerste regenbuien naar beneden zeilen. De wind is altijd wat verraderlijk tussen de heuvels en dus kunnen we eigenlijk niet voorspellen wat de regen aan de andere kant van de vallei gaat doen. Uitgaande van het ergste, dat de wind draait en wij een buitje over ons heen krijgen, halen we onze regenhoezen weer tevoorschijn en beginnen aan de afdaling naar King’s House, waar een wildcamping is die gelijk is aan de veldjes waar we vannacht op hebben gestaan. Een andere kampeer mogelijkheid staat niet op de kaart en we besluiten dus maar naar die veldjes te gaan. Onderweg naar beneden echter staan bordjes die een camping beloven bij Glencoe Mountain Resort. Inmiddels zijn we Robert en zijn vriendin ook weer tegengekomen en zij beginnen meteen tegen ons te zeuren over wat onze strategie voor vannacht gaat zijn. Lisa en ik hebben nog niet echt een ‘strategie’, die hebben we alleen aan het begin van de tocht gehad en de ervaring leerde dat het uiteindelijk toch heel anders uitpakt dan we van te voren bedacht hadden, dus we zijn opgehouden met ‘strategieën’ verzinnen. We overleggen even kort en het vooruitzicht van sanitaire voorzieningen is toch wat aanlokkelijker dan nog een nacht tussen de midges staan, dus we besluiten voor de camping bij het Mountain Resort te gaan. De Duitse vrouw loopt het stuk naar het resort mee en trakteert ons boven op een kop koffie. Heel aardig van haar.

Als we afscheid hebben genomen van onze metgezel van vandaag, worden we weer aangehouden door Robert en vriendin. Vooral zijn vriendin vindt het schijnbaar heel belangrijk ons te vertellen dat zijn vannacht naar een hostel gaan met de bus en dat wij dat eigenlijk beter ook kunnen doen. Eh no not really mate. Ten eerste hebben we net betaald voor een campingplek en ten tweede ga ik niet nog een nacht in hun buurt verblijven. En Lisa heeft er zo te zien ook niet echt zin in. Vriendin is schijnbaar toch een beetje jaloers en probeert ons nog een beetje de grond in te trappen door op te merken dat we weer last van midges gaan hebben, maar ons besluit staat vast. Uiteindelijk komen ze nog even langs om te vertellen dat ze toch hebben besloten beneden op de wildcamping te gaan staan. Ja, veel succes. Doei!

Om een uur of 18.00 uur beginnen Lisa en ik eindelijk in alle rust aan ons laatste pakje pasta. Heerlijk! Niet lang na het avondeten komen de midges toch opzetten, maar niet voor lang, want er komt een gigantische regenwolk opzetten die ons met enige dwang de tent injaagd en in een keer alle midges vermoord. Onze ‘camping’ is gelegen aan een parkeerplaats en op een verhoging, want ze zijn bij het resort zo vriendelijk geweest om een horizontaal plateau te maken voor hun campinggasten. Omdat het resort op een berghelling staat, loopt de parkeerplaats wel schuin af en niet zo’n klein beetje ook. Aan de andere kant van de parkeerplaats loopt een bergbeekje die uitkomt bij King’s House en de wildcamping. Het resultaat van een gigantisch heftige en langdurige regenbui is dat de parkeerplaats verandert in een snelstromend meer, het bergbeekje in een kolkende watermassa en wij een heel makkelijk op te lossen lekje hebben in onze tent, maar die is gelukkig snel verholpen. Echter! Robert en vriendin staan beneden op de wildcamping en als ik de tent een stukje openrits, naar buiten kijk en de maalstroom die bergbeek heet naar beneden zie bulderen, lach ik stiekem in mijn vuistje. Ik besluit nog even muziek te luisteren en met een triomfantelijk lachje om mijn mond val ik uiteindelijk in slaap.

>Dag 8. King’s House > Kinlochleven

<<terug