<<Dag 2. Wenen > Bratislava > Zuberec
2 augustus 2012
Om ongeveer 04:00 uur word ik wakker van een geweldige knal. Het klinkt of er een geweer vlak naast onze tent af ging. Het moet een jager zijn geweest die een heel eind verder op zat, maar slapen luk nu dus echt niet meer! Stel dat die man ons tentje vindt! Als het ook maar enigszins licht wordt maak ik Tim wakker. Onder het mom van hoe vroeger we op pad gaan hoe eerder we weer naar Zuberec kunnen als het eventueel nodig is een andere brander te halen. Maar eigenlijk ben ik natuurlijk gewoon super zenuwachtig en wil ik hier zo snel mogelijk weg. Ik heb binnen een mum van tijd mijn slaapspullen opgeruimd en kijk ondertussen goed uit of de jager niet met een jachtgeweer over de ene schouder en een bloedende ree over de andere schouder komt vragen wat we hier in vredesnaam aan het doen zijn. Als alles is ingepakt lopen we terug naar het pad. Eenmaal op het pad voel ik me weer veilig. Als de jager nu aan komt lopen zijn we hier gewoon even aan het uitrusten. Tijd voor het ontbijt! We proberen nogmaals de brander aan de praat te krijgen om water, melkpoeder en brinta te verwarmen, maar wat Tim ook probeert, er komt geen vuur….Warme brinta is niet echt geweldig, maar koude brinta is echt niet te eten! Er zit niets anders op dan zonder ontbijt terug te gaan naar Zuberec! Gister kwamen we gelukkig langs een outdoorwinkel en ik hoop nu echt heel erg dat ze daar een oplossing hebben voor het probleem met de benzinebrander. Anders hoop ik dat we hier een brander en een gastank kunnen regelen zodat we vanavond wel warm kunnen eten.
Tim is aardig chagrijnig maar ik probeer de moed er een beetje in te houden door te zeggen dat het een geluk bij een ongeluk is dat dit hier gebeurd en niet halverwege de Hoge Tatra. Het heeft niet echt het gewenste effect, want ik krijg alleen een hele boze blik en een soort grom uit hem los. Nou ja hoe chagrijnig hij ook is, er zit echt niets anders op dan dezelfde weg weer aflopen die we gister omhoog zijn gekomen. Even later dalen we het pad af dat we gister beklommen en als we beneden zijn is Tim’s humeur gelukkig al weer een beetje opgeklaard. We hebben alleen allebei totaal geen zin om de weg naar Zuberec af te lopen dus we besluiten te proberen een lift te regelen. Ik heb totaal geen ervaring met liften (zoals met zo ongeveer alles) maar Tim gelukkig wel. Om de kans zo groot mogelijk te maken dat een vriendelijke Slowaak ons oppikt lopen we richting de bushalte bij Huty. Hier is iets meer plek voor auto’s om te stoppen en als het liften mislukt of te lang duurt kunnen we vanuit hier bovendien altijd nog met de bus. Terwijl Tim met zijn duim in de lucht staat probeer ik uit het onleesbare schema op te maken wanneer de volgende bus vertrekt. Na een tijdje zien we vanuit Zuberec een bus aankomen die netjes zijn lading passagiers afzet bij de halte. Als de bus draait steekt Tim hoopvol zijn duim in de lucht. Tot onze verbazing stopt de bus een eindje voorbij de bushalte en de chauffeurs wenkt ons naar het raampje. Hier vraagt hij vriendelijk iets in vlot Slowaaks waarop wij in hakkelig Duist-Engels antwoorden dat we graag mee willen rijden naar Zuberec als dat kan. Volgens mij verstaan we elkaar van geen kant, maar de chauffeur begrijpt gelukkig wel wat we bedoelen. Super aardig!
Binnen een paar minuten zijn we terug in Zuberec, waar we 24 uur geleden ook begonnen. Ik probeer de aardige chauffeur nog te betalen voor de rit maar hij weigert vriendelijk geld aan te nemen. Als de bus weg rijdt zwaaien we nog even vriendelijk naar de man. Dit maakt de moeilijke start van de dag toch weer een beetje goed. Gelukkig blijken ze bij de outdoorwinkel inderdaad gas en branders te verkopen! Yeeeeee! Twee gasflesjes en een brander rijker, gaan we nog even naar de supermarkt. Door het gemiste ontbijt hebben we allebei best veel honger dus is het tijd om brood in te slaan. Terwijl Tim zijn ontbijt haalt blijf ik buiten bij de rugzakken. Als snel komt hij terug met naast een zak met kaas en broodjes een grote fles met oranje vloeistof. Naast water hebben we geen ander drinken bij ons en Tim had wel zin in een sapje bij het ontbijt. Ik vertrouw de zaak niet helemaal, het sap ziet er namelijk aardig uit als siroop! Maar Tim verzekerd me dat het sap is, wie doet er nou siroop in een glazen fles met kroonkurk? Hoopvol haalt hij met zijn zakmes de kroonkurk van de fles en neemt een flinke slok. Vrijwel direct zie ik zijn ogen groot worden! Met moeite weet hij het goedje door te slikken, is het sap zo vies dan…? Na een flinke slok water en een luide “bwheeeee” volgt enkele het woord “siroop”. Bij het zien van Tim’s hoofd spuit de slok water die ik in mijn mond heb zowat door mijn neus naar buiten. Lachend stel ik voor dan maar naar binnen te gaan en naast het ontbijt dat ik nog moet halen ook maar een grote fles water mee te nemen. Dan kunnen we de siroop in onze veldflessen mengen en hebben we naast water ook aanmaaklimonade voor onderweg. Even later kom ik met brood, kaas en een grote fles water de winkel weer uit. In de zon eten we ons ontbijt en als we klaar zijn pakken we de rugzak weer op voor het begin van de etappe. Eindelijk!

We lopen via de hoofdweg het dorp weer uit. Inmiddels zijn we hier al 3 keer langs gekomen en de we proberen de weg naar route waar we vanmorgen uit kwamen dan ook zo snel mogelijk af te leggen. Onderweg worden we twee keer bijna aangereden door langs scheurende Slowaken, dus ik ben enorm blij en opgelucht als we weer bij het bospad zijn. Niet lang daarna lopen we de kampeerplaats van vorige nacht weer voorbij. We klimmen steeds hoger door de naaldbossen en eindelijk heb ik het gevoel dat we echt begonnen zijn.


De weg gaat echt best wel steil omhoog dus als we onderweg even uitrusten ben ik helemaal nat van het zweet. Ik heb gelukkig een boardshort van Rianne geleend, anders was het nu echt veel te warm geweest. Inmiddels is het bos veranderd. Er staan andere naaldboomsoorten die ook nog eens steeds verder uit elkaar staan. De bast en takken zijn bedekt met lange slierten korstmossen. Het ziet er geweldig uit! Tijdens de pauze zie ik ineens een klein wit plantje op de grond naast een boom. Ik kan mijn ogen niet geloven! Stofzaad! Deze planten vind je in Nederland bijna nergens. Ik ben helemaal gek van planten, dus voor mij is dit echt een geweldige ontdekking. “Snel” maak ik een paar foto’s zodat ik dit thuis kan laten zien, wat natuurlijk veel langer duurt dan eigenlijk de bedoeling is. Gelukkig is Tim ook wel aan een flinke pauze toe dus is het niet zo erg dat we een beetje achter lopen op schema.

Na nog een pakje hardkeks per persoon als een soort lunch klimmen we weer verder omhoog. Uiteindelijk verdwijnen alle bomen en blijven alleen lage taaie dennenstruikjes over. We zijn nu op een soort bergkam waar we de komende 7 dagen overheen zullen lopen naar Poprad. Aan het eind van de dag bereiken we Sedlo Palenica. Hier rusten we weer even uit en kan ik voor het eerst mijn schoenen even uitrekken. De schoenen lopen opzich wel lekker maar met dit weer merk ik dat ik snel last krijg van zweetvoeten. Ik wil dan ook graag even mijn voeten luchten, hoewel de rest van de mensen die hier omhoog komen het me wel niet in dank af zullen nemen. Gelukkig hebben we vandaag zo goed als niemand gezien….. Bovendien stinken Tim zijn sokken minstens net zo hard dus voor klachten van hem hoef ik niet bang te zijn. Nadat we allebei een foto bij het bordje met de naam en de hoogte van de top gemaakt hebben gaan we op zoek naar een geschikte kampeerplaats.


Hier boven staat alles vol met lage dennenstruikjes dus op de bergkam de tent opzetten is geen optie. Op de kaart heeft Tim al een meertje gevonden dat een klein eindje onder ons moet liggen. De struikjes zijn net zo hoog dat ik er niet overheen kan kijken, maar ik geloof hem direct. Ik heb wel zin om te kamperen bij een meertje en ik geloof er wel in dat niemand hier zal komen controleren op wildkampeerders. Niet veel later staan we naast een aantal struikjes op een grasveld onze tassen uit te pakken. Ik begin eten te koken op onze nieuwe gasbrander terwijl Tim de tent opzet. Als hij klaar is kan ik mijn matjes uitrollen en kunnen we aan het eten beginnen. Ik heb enorme honger dus de pasta met zongedroogde tomaten en kaas smaakt echt als een drie sterren diner! Na het eten kunnen we nog even de ergste etensresten uitspoelen in het bergmeertje waarna de pannen, bij gebrek aan afwasmiddel, kunnen worden schoon gedroogd. Het lijkt of het nog redelijk licht is, maar als de zon achter de bergen verdwijnt wordt het al snel donkerder en kouder. Tijd om naar bed te gaan.



