<< Dag 2. Glasgow > Campbeltown > Southend
25 juli 2015
Ondanks de super vette wildkampeerspot en mijn lekker warme slaapzak heb ik vannacht helemaal niet goed geslapen. Ik had om de twee uur een onbedwingbare drang om de tent open te ritsen om me ervan te verzekeren dat we wel ver genoeg van de vloedlijn af stonden. Stiekem wist ik dat dat wel het geval was, maar elke keer als ik een golf hoorde die toevallig net iets harder het strand op rolde of hoger klonk dan de rest hing ik met mijn hoofd buiten de tent. Niet echt heel bevorderlijk voor de nachtrust, helemaal niet als je erbij blijft bedenken dat de volgende etappe te boeken staat als de ‘zwaarste etappe van de KW’ waar je toch echt goede navigatie-skills voor nodig hebt, omdat het zicht heel slecht kan zijn in de mist en de lichtblauwe paaltjes (wáárom dan ook die kleur?!) dan heel makkelijk te missen zijn. Inmiddels spoken er honderd doemscenario’s van ons wandelend in dikke mist met 2 meter zicht door mijn hoofd. Complete onzin, want steeds als ik dan toch naar buiten keek, zag ik een heldere sterrenhemel met geen mistflard te bekennen. Het voordeel van zo vaak naar buiten kijken is op deze ochtend dat ik getuige ben van een prachtige zonsopkomst. Heel erg tof!
Zoals gezegd, vandaag de zwaarste etappe van de Kintyre Way voor de boeg, dus we hadden gisteren besloten om vroeg op te staan en de boel snel af te breken, om na een ontbijtje op het strand te beginnen aan onze tocht naar Machrihanish. Het begin van deze etappe loopt opnieuw over een asfaltweg, die na een krappe kilometer van de kust afbuigt en ons meer het binnenland in leidt. Het blijkt een bijzonder historische kilometer te zijn, want naast het prachtige uitzicht aan onze linkerkant over een strand vol zeehonden, passeren we aan onze rechterkant een rij rode zandstenen kliffen, de Keil Caves, de overblijfselen van St Columba’s Chapel en St Columba’s footprints. Het is natuurlijk altijd de vraag of die voetstappen echt door de beste man gemaakt zijn, maar het is wel tof om te bedenken hoeveel mystieke en historische waarde zo’n plek hier heeft.


Het is opnieuw prachtig weer, en hier op deze asfaltweg richting Amod Farm, de boerderij waar we eindelijk aan het onverharde stuk kunnen beginnen, zo uit de wind en in de volle zon, is het behoorlijk warm aan het worden. De weg slingert zich van de ene boerderij naar de andere en we wandelen rustig tussen de weilanden en de omringende heuvels naar ons eerste rustpunt. De start voelt een beetje moeizaam vandaag. Het is toch warmer dan ik dacht en misschien dat de slechte nachtrust ook een beetje begint in te werken. Als we bij Amod Farm zijn aangekomen, besluiten we onze eerste rustpauze in te lassen. Al met al blijken we toch alweer 8 kilometer gelopen te hebben, dus hoog tijd voor een beetje drinken en een mueslireep.

Na deze pauze begint het echte werk dan echt! Het pad verandert eigenlijk meteen van een redelijk breed zand/grindpad die de toegangsweg tot Amod Farm vormt in een zompig grassig veepad dat steeds modderiger wordt. Nadat we een paar verbaasde koeien zijn gepasseerd en via een hek over een stroompje zijn geklommen, staan we aan de voet van Amod Hill en daar houdt het pad zo’n beetje op. We staan een beetje beduusd rond te kijken, checken nog drie keer de kaart en de routemarkering om ons ervan te verzekeren dat we hier echt goed zitten (het blijkt allemaal te kloppen), en beginnen dan aan onze speurtocht langs de lichtblauwe paaltjes over Amod Hill. Via een paar trappetjes komen we in een weiland waar zo te zien overal schapen hebben gestaan en dat eigenlijk één grote zompige veenlaag is. Omhoog lopen (is al niet mijn sterkste punt) is best wel zwaar hier en ik ben super blij met mijn wandelstokken, waar ik, denk ik, iets te zwaar op leun. Precies op het moment dat ik denk ‘zul je natuurlijk net zien dat een van mijn stokken wegglijdt en ik val’, glijdt een van mijn stokken weg en lig ik voorover in de drek. De viezigheid valt gelukkig mee, maar het is wel even een dreun voor mijn moraal. Ik baal enorm van die modderprut (al is het alleen mijn armwarmer en mijn armband die eronder zitten), ik heb het zwaar en het eind van deze ellendige heuvel is voorlopig nog niet in zicht. En waar is dat ellendige volgende paaltje?! ARGH!!!


Op de top van Amod Hill hebben we weliswaar een awesome uitzicht, maar we zijn er allebei even helemaal klaar mee. Moe en chagrijnig laten we ons op een paar pallets neervallen en beginnen zwijgend aan een mueslireep en een stuk chocola. Ondanks de stralende zon is het hier behoorlijk fris. De wind heeft vrij spel bovenop zo’n heuvel en het duurt niet lang voor Tim en ik onze t-shirts inruilen voor een thermoshirt met lange mouwen en iets om de wind tegen te houden. In de veronderstelling dat er toch niemand in de buurt is, besluit ik niet eens de moeite te doen om een beschutte plek te zoeken voor mijn sanitaire stop en mijn omkleed-partijtje. Ik heb net goed en wel mijn kleren gefatsoeneerd als ik in de verte twee mensen aan zie komen. Wtf! Dat zijn gewoon de eerste mensen die we (lopend) op deze route tegenkomen! Ze zien er niet uit alsof ze de KW lopen, meer alsof ze een flink eind met hun hond aan het wandelen zijn, maar toch. Nadat we gisteren en vandaag helemaal niemand hebben gezien die ook de KW aan het wandelen was, ben ik toch wel verbaasd om hier mensen te zien.

Met enige tegenzin lopen we na deze tweede pauze weer verder. Het water is inmiddels bijna op, dus we moeten echt een stroompje vinden waar we water kunnen filteren. Ik heb best wel opgezien tegen dit moment. Natuurlijk hebben we ons van te voren goed in laten lichten over hoe zo’n waterfilter werkt en welke we het beste kunnen kiezen (thanks Bever Arnhem), dus we zijn wat dat betreft niet over een nacht ijs gegaan maar ik ben nog niet helemaal gewend aan het idee om gewoon random water te drinken. Daar komt bij dat ik me nooit prettig voel bij de gedachte dat we nog maar heel weinig water hebben, dus de komende 5 kilometer heb ik niet zo heel erg genoten van de wandeling en het landschap. Zonde eigenlijk, want het water uit het stroompje dat we op de kaart hebben uitgekozen ligt middenin Largiebaan Wildlife Reserve en blijkt, te zien aan de plantjes die op de oevers van het stroompje groeien, heel zuiver te zijn. Voor de zekerheid gebruiken we zowel onze zuiveringsdruppels als het waterfilter. Nadeel is wel dat het water door de druppels een beetje naar chloor smaakt, maar ach better safe than sorry.


De Kintyre Way buigt na de Largiebaan boerderij weer af richting de kust. Ondanks dat er weer geen duidelijk pad is en de route langs de blauwe paaltjes niet altijd even makkelijk te vinden, volgen en behoorlijk steil is, is het uitzicht echt adembenemend. In de verte ligt Ierland en wat meer naar het noorden liggen de Inner Hebrides, de lucht is strakblauw en er is in de wijde omgeving geen mens te zien. Naast het geblaat van de schapen die hier de dienst uit lijken te maken en af en toe het krijsen van een zeevogel zijn we alleen met de bulderende wind. Het is inmiddels behoorlijk hard gaan waaien en hier bovenop de kliffen, op de flanken van Binnein Fithich en Cnoc Moy, is het soms serieus oppassen dat we niet omgeblazen worden. Dan merk je ineens hoe zo’n lomp gevaarte zo’n rugtas eigenlijk is. Als we even later afdalen richting Innean Glen, blijkt dat ook de afdaling verraderlijk glad is door de zompige laag begroeiing op de rotsen. We glijden allebei een paar keer uit en als we eindelijk bij het eind van de afdaling zijn, staan we allebei een beetje op onze benen te trillen. Hoewel er op dit gedeelte van de KW gelukkig wel een soort van paadje is uitgesleten, was dat paadje super smal, de afdaling heel erg steil en had het heel vervelend af kunnen lopen als een van ons een serieuze misstap had gemaakt. Wat ben ik blij dat het niet mistig is nu!




We stoppen even snel om onze benen weer een beetje te laten bijkomen, en stiekem ook om van het uitzicht te genieten voordat we straks weer van de kust afbuigen voor het laatste stuk richting Machrihanish. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst en dat is voor het laatste stuk van deze etappe niet anders. Na deze korte rustpauze beginnen we meteen aan de klim Innean Glen uit via iets dat er uitziet als een weggetje, maar meer lijkt op de sporen van een Landrover die random door het landschap is gereden. Het spoor volgt weliswaar de blauwe paaltjes, dus de Kintyre Way, maar is ontzettend zompig en modderig. Nadat ik me voor de zoveelste keer vergist heb in hoe makkelijk je hier wegzakt, sta ik tot over mijn enkels in het veen. En omdat dat natuurlijk precies voorbij het waterdichte gedeelte van mijn schoenen is, krijg ik natte voeten. Fijn! Op dit moment ben ik er even helemaal klaar mee. Het zelfmedelijden stijgt met de minuut en als we een kilometer voor Ballygroggan een bruggetje tegenkomen met iets dat lijkt op een bankje, stort ik in. Het lijkt of alle energie in een keer uit mijn lichaam wordt geslagen. Ik ben moe, vies, heb natte voeten, voel me miserabel en hoe mooi het ook is hier, ik wil eigenlijk alleen maar slapen. Tim doet zijn best om me op te vrolijken, wat, ondanks zijn eigen vermoeidheid, blijkt te lukken met een simpele Scottish morning roll met chocoladepasta. Ik stribbel nog een beetje tegen, maar na een laatste peptalk van Tim hijs ik toch weer mijn rugzak op voor de laatste kilometers naar Machrihanish. Daar wacht de camping met een warme douche!

Na Ballygroggan komen we als twee half verwilderde propjes ongeregeld weer op een gewone weg uit. Van asfalt, maar dat maakt me even helemaal niets meer uit. In de avondzon stappen we triomfantelijk Machrihanish in, richting het bord op het strand dat het einde (of de start, dat hangt er vanaf hoe je loopt) van de KW markeert. In principe markeert dat bord voor ons helemaal niets, want we lopen pas twee dagen maar toch. Het voelt als een overwinning dat we hier zijn en we besluiten dat dat bord gewoon de finish van deze etappe markeert.


Een kwartier later lopen we de camping van Machrihanish op. De receptie is al gesloten en er zit niets anders op dan zelf een plek uit te zoeken. Ach, wat jammer nou (not)! We kiezen een ruime plek tussen een caravan en een camper, met uitzicht op Machrihanish Bay en Islay. Na een kort praatje met onze Britse buurman die, nadat hij erachter is dat we geen Duitsers maar Nederlanders zijn, hele verhalen tegen ons begint af te steken. Eerlijk gezegd sla ik niet veel meer op van wat hij zegt. Hij wil, geloof ik, wel even een foto van ons maken. Cool. Ik ben wel enthousiast, maar ook echt super moe. En heel eerlijk gezegd, wil ik alleen maar douchen en slapen. Eigenlijk alleen slapen. Laat dat douchen maar. Koken lijkt ook te lang te duren. En wat een vette zonsondergang. Mijn gedachten zijn meer flarden geworden en vliegen alle kanten op. Terwijl de midges in grote getale beginnen op te rukken vertelt de buurman dat het morgen heel slecht weer wordt en dat we geluk hebben gehad vandaag. Dat slechte weer geloof ik nog niet zo, maar dat we geluk hadden vandaag, dat sowieso!

De douche was geweldig! Super lekker warm en het voelt echt fijn om een set schone kleren aan te hebben. Terwijl ik mijn bordje noodles naar binnen zit te werken, kan ik nog net de zon in de zee zien zakken. Het was zwaar vandaag, maar wat vet ook!