Dag 3. Lauwersoog > Norderney

<< Dag 2. Leeuwarden > Lauwersoog

14 juli 2009

De vroege ochtendzon schijnt over de jachthaven van Lauwersoog. Er is geen beweging te zien en de hele jachthaven is in diepe rust. Op de punt van de boot draai ik me nog een keer om en geniet nog even van de rust. Dan zwaai ik mijn been over de preekstoel en stap het steiger op. Tump, tump, tump, tump. Mijn voeten zorgen voor een geluid dat de stilte doorbreekt en alsof de betovering verbroken is zie ik ineens meer mensen in de weer op de steigers en op hun boten. Zouden die allemaal naar Norderney gaan?! Dat wordt nog lekker druk in de sluis. Maar goed, dat is een zorg voor later. Mijn grootste zorg is nu dat ik naar de WC moet.

6.50 uur – We sluiten met Seabreeze aan in de behoorlijke rij boten die naar de sluis varen. Vertwijfeld kijk ik mijn moeder aan; dit gaat toch nooit in dat kleine sluisje passen?! Aan de andere kant geeft het me wel een goed gevoel. Dat al deze mensen ook de zee op gaan, bevestigt de juistheid van onze berekeningen. Bij de sluis aangekomen blijkt dat we de zesde boot in de wachtrij zijn en dat we mooi in een keer in de sluis kunnen. De prioriteit is natuurlijk het vlekkeloos aanmeren van de boot en zo ver mogelijk aansluiten zonder een botsing te veroorzaken. Ik maak een snelle inschatting en werp een snelle blik achterom. Aan een blik van mijn moeder ter bevestiging heb ik voldoende. Ik laat de landvast rustig om de meerpaal glijden en zorg, terwijl de rest van de crew op het voordek paniekerig begint te schreeuwen, dat Seabreeze precies tot stilstand komt op tien cm afstand van de hekkestoel van de boot voor ons. Tijd om eens rond te kijken, want de sluis is nog steeds niet dicht. Als ik achterom kijk, zie ik waarom. De jachten passen er lang niet in en in een poging om er toch nog bij te kunnen, is een jacht zelfs overdwars gaan liggen!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Seabreeze op de Waddenzee.

10.00 uur- De laatste boei ter afbakening van het Plaatgat ligt achter ons en ik kijk over de wijdse Noordzee. Heel in de verte tekenen witte zeilen af tegen de mistige lucht. Aan de horizon zijn de silhouetten van gigantische containerschepen te zien die moeiteloos hun weg vinden in het verkeersscheidingsstelsel. Het waait amper en de motor moet bijdraaien om het snelheidsverlies te compenseren. We varen nog steeds in het peloton dat met ons de sluis verliet. Af en toe komt de zon tevoorschijn door de grijze wolkenmassa. Het is stekerig buiten, alsof het gaat onweren. Laten we hopen van niet.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
In het ‘peloton’ op de Noordzee.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Een windstille en spiegelgladde Noordzee bij Osterems.

14.40 uur – De hele Noordzee is zo glad als een spiegel. De zon staat hoog aan de hemel en de gesp van mijn riem is zo heet dat ik me eraan brand. Er is nog slechts aan een kant land te zien. Borkum verdwijnt langzaam uit het zicht terwijl Juist steeds beter te zien is. Het is hier best wel leeg en stil. Lars en ik hebben weer samen wacht en los van een zeiljacht op ongeveer 1,5 mijl van ons af vaart zijn we helemaal alleen. Eigenlijk best wel heel gaaf. Af en toe steekt een zeehond zijn kop omhoog om vervolgens een tijdje nieuwsgierig met ons mee te zwemmen. Opeens bedenk ik me dat we straks natuurlijk geen Nederlands meer kunnen praten. Al grappend en grollend varen we verder. De noord-kardinaal Juist-N komt in zicht. Nog 3,5 uur naar Norderney.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Lars met de zeekaart.

Dan doemt daar ineens Norderney op achter Juist. Iedereen aan boord is wel een beetje opgewonden, vooral als het laatste stuk  naar de vaargeul voert over een ondiepe zandplaat. Terwijl ik met de verrekijker de nummers van de boeien probeer te lezen, meldt Lars steeds de stand van de dieptemeter. Ik geloof dat ik wel tig keer allerlei inwendige scheldkanonnades heb gevoerd, want een boot beweegt natuurlijk altijd en dat maakt het er nou niet bepaald gemakkelijker op om de nummers te lezen met de verrekijker. Maar de zandplaat bleek diep genoeg en weldra konden we de vaargeul indraaien. Alle hotels van het eiland schijnen aan één kant te staan en het ziet er vrij asociaal en lelijk uit. Een beetje het Costa-del-sol idee. Voor de haveningang staat een enorm sterke stroming. Eerst had ik het niet zo in de gaten en had ik meer het idee dat ik zelf flauwviel, maar toen we eenmaal een stuk tegen de stroom in en vervolgens met de stroom mee de haven in draaiden, ging het allemaal goed en verdween het gevoel.

De haven van Norderney is behoorlijk klein en vergeleken bij de Nederlandse havens behoorlijk chaotisch en slordig. De douches zijn erg netjes en we hebben het eiland zelf nog niet echt gezien, dus kan ik daar ook niet over oordelen. Morgen vertrekken we alweer vroeg richting Cuxhaven.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Seabreeze (buitenste boot) in de jachthaven van Norderney.

>> Dag 4. Norderney > Cuxhaven