<<Dag 24. Sallochy > Easter Drumquhassle Farm
16 augustus 2015
Een patroon van schaduwen maakt een lichtshow op het doek van de tent. Dat betekent dat de zon schijnt! Ik ben voor de wekker wakker geworden (ongeveer 20 minuten) en besluit dat het gewoon tijd is om op te staan. Om ons heen op de camping zijn de eerste geluiden van inpakkende wandelaars al te horen. Tijd om ons daarbij aan te sluiten. Een beetje met gemengde gevoelens pak ik mijn tas in. Dit was voor deze vakantie onze laatste nacht in ons tentje, en vandaag wordt de laatste dag van onze behoorlijke voettocht door Schotland. Aan de ene kant ben ik super blij dat we de tocht praktisch volbracht hebben en kan ik niet wachten om bij het eindpunt te zijn, maar aan de andere kant ben ik toch wel een beetje gehecht geraakt aan deze manier van trekken. Alles is eigenlijk zo simpel: je loopt, eet, zet je tent op waar je wilt, slaapt waar je wilt en gaat weer verder. Zonder ook maar een spoor van je aanwezigheid achter te laten (als het goed is). En straks zit ik dan weer in de collegebanken, gevangen in een zaal en te luisteren naar een ellenlang college over een hopelijk interessant onderwerp. Oké, niet aan denken, je bent nu hier!
Van de Fransozen valt nog geen teken van leven te bespeuren. Ik voel me daar lichtelijk triomfantelijk over, omdat ik hoop dat wij eerder weg zijn dan zij, zodat we ze ook niet meer tegenkomen vandaag. Alleen net op het moment dat wij aan een picknicktafel plaats nemen om, terwijl de tent nog een beetje droogt, te ontbijten, gaat hun tent open en zin ze al bijna klaar om te vertrekken. Meteen die arrogante hoofden ook weer! Blegh!
‘Oh wacht straks maar even tot ze weggaan’, zegt Tim als hij mijn gezicht ziet betrekken. Ik ben heel benieuwd, maar begin toch maar vast de tent af te breken om het niet zo te laten opvallen dat we ze heel erg in de gaten houden. Fransoos 1 stormt met zijn tas vol spullen richting het toiletgebouw en de uitgang van de camping, terwijl zijn kameraad nog bezig is met zijn tas. Ik heb de tent inmiddels afgebroken en begin aan het vacuüm maken van het zakje van de buitentent. Fransoos 2 schuifelt inmiddels al sjorrend aan zijn tas richting Tim. ‘Bonne route!’ zegt Tim vrolijk zodra nr 2 klaar is om te vertrekken. Ik zie nog net zijn hoofd verschieten naar iets roods ‘eh… merci… eh.’ en dan maakt hij zich uit de voeten. Tim kijkt me net iets te triomfantelijk aan, waardoor ik in de lach schiet. Wat zijn we eigenlijk kinderachtig aan het doen, maar ik vind het op dit moment net iets te grappig.
De eerste kilometers van vandaag lopen over een glooiende asfaltweg richting Gartness. We lopen eigenlijk voornamelijk naar beneden, en dat is altijd wel fijn om zo’n dag mee te beginnen. Het is nog redelijk vroeg en daarom ook nog wel een beetje fris en lekker rustig. Genieten geblazen dus! Vlak na Gartness mogen we het asfalt verruilen voor een pad waarover vroeger de spoorlijn door Strath Blane liep. De WHW volgt deze vroegere spoorlijn eigenlijk helemaal tot Dumgoyach en door de vlakke ondergrond lopen we eigenlijk wel lekker weg. Voor we het weten hebben we al meer dan 10 kilometer gewandeld en passeren we de Glengoyne destilleerderij. We hebben allebei inmiddels best wel honger en besluiten aan het eind van de oude spoorlijn even een pauze in te lassen. Het verbaast me eigenlijk dat we hier pas de eerste wandelaars richting Drymen tegenkomen, en tegelijkertijd voelt het een beetje gek dat zij allemaal net beginnen en wij bijna klaar zijn met onze tocht.




Na de pauze verlaten we de oude spoorlijn en klimmen we om Dumgoyach heen richting Carbeth Loch. Waar het pad eerst nog redelijk geleidelijk klimt, krijgen we het laatste gedeelte naar de kruising met de B821 nog even een gemeen stijl klimmetje voor onze kiezen. ‘Oh ja, we lopen alleen maar naar beneden; the easy way. Uh-huh!’ Ik kan het nog één keer mopperen, want vanaf nu is het echt praktisch alleen nog maar naar beneden. We passeren een paar hele verbaasde Nederlanders en slaan dan af de B821 op. Gelukkig mogen we ook al snel die weg weer af, want er is nog best veel snelrijdend verkeer op deze weg. Het brede puinpad dat we daarna in mogen slaan is dus een welkome verademing. Al gauw passeren we Craigallan Loch, waar altijd veel gevist wordt en ook vandaag weer verschillende vissersbootjes op het gladde wateroppervlak drijven. We hebben allebei eigenlijk wel weer zin om even te zitten, maar alle bankjes of stenen die we tegenkomen zijn jammer genoeg al bezet. Het is merkbaar drukker aan het worden, naarmate we dichter bij Milngavie komen.


Vlak voor we Mugdock Wood inlopen en echt aan de laatste kilometers beginnen, zijn er eindelijk een paar stenen vrij. ‘Wat zullen we doen? Doorlopen, want we zijn er bijna? Of toch nog even zitten?’ Tim is vrij resoluut ‘Zitten!’ Na wat water en een Double Decker is het dan toch echt zo ver; de laatste kilometers met Mugdock Wood als decor. Het bos is inmiddels behoorlijk parkachtig geworden, maar dat heeft ook zo zijn charmes. De paden zijn lekker vlak (de ondergrond dan, want voor Nederlandse begrippen is dit een behoorlijk heuvelachtig park) en we stampen lekker door. Ik voel me een beetje een paard dat de stal ruikt, want ik merk dat ik ongeduldig word en ongemerkt steeds sneller begin te lopen. Toch raar hoe dat in je hoofd werkt; aan de ene kant wil je niets liever dan de finish halen en aan de andere kant wil je ook nog niet dat het ‘al’ voorbij is. De eerste kant wint het toch van de weemoed en als we dan na een aantal bochten eindelijk bij Allander Water uitkomen en ik de trap naar de obelisk die het begin van de West Highland Way markeert zie, begin ik te rennen. Ik vlieg de trap op en omhels te midden van allemaal verbaasde mensen het graniet. Niet veel later staat Tim ook naast me en worden we door een Schotten op de foto gezet. We hebben het gehaald! YES! 400km zitten erop! Wauw, wat vet!





En dan nu, tijd voor koffie! En een miljonairskoek natuurlijk! Eigenlijk weet ik op dit moment niet zo goed wat ik eerst moet doen, want ik wil ook heel graag even aan mijn moeder laten weten dat we het gehaald hebben. Het appje dat ik uiteindelijk gestuurd heb, zal ook wel behoorlijk warrig geweest zijn, maar de foto die erbij hoorde sprak waarschijnlijk boekdelen. De koffie smaakt in elk geval ook heerlijk, net als de koek, en als we niet veel later in de trein naar Glasgow zitten, voelen de stoelen aan alsof eersteklas reizen. Het hostelbed zal straks waarschijnlijk als een boxspring voelen in vergelijking met mijn slaapmatje.
Een paar uur later zitten we gedoucht en wel aan onze laatste ‘hike-maaltijd’, we hadden nog een zak noodles over en het is ook zonde om dat weg te gooien. De rest van de avond hangen we een beetje in het hostel rond en kruipen we redelijk vroeg ons bed in. Welterusten!