<< Dag 21. Rendsburg > Cuxhaven
2 augustus 2009
Ik heb geen idee hoe laat het is, alleen dat ik een knal van voren hoor komen die klinkt alsof Seabreeze op zijn minst een flinke deuk in haar neus heeft. Ik rits mijn slaapzak open en vlieg het luik uit naar buiten, bijna op de voet gevolgd door mijn moeder. Seabreeze trekt en rukt als een bezetene aan haar landvasten, terwijl ze wild heen en weer gegooid wordt door hevige boeggolven van de vrachtschepen die echt met een rotgang over de Elbe stoeven. Vanaf het steiger inspecteer ik de boeg. Niets te zien, nog geen krasje. Ook aan de “flanken” van de boot valt niets te zien. De blauwe letters die de naam Seabreeze vormen, steken sierlijk af tegen het witte polyester. De golfslag dooft uit en Seabreeze ligt weer kalm te dobberen op de kabbelende golfjes van de oostenwind. Na een laatste blik op de landvasten en de stootwillen besluiten mijn moeder en ik ook maar weer te gaan slapen.
4.00 uur – Bwaam! Met een ruk vlieg ik overeind – tegen de lamp aan uiteraard, maar die interesseert me nu even niets – en ik trek mezelf op aan de mast, het luik uit. Achter me hoor ik de rits van de dektent en komt ook mamma naar buiten. Deze keer weet ik het zeker, het is op onze boot en in eerste instantie denk ik dat het veroorzaakt wordt door het luik van de ankerbak. Maar net als ik me weer door het luik naar binnen laat zakken, hoor ik de knal weer, terwijl ik zelf moeite moet doen om geen val van 1,80 meter te maken. Mijn moeder stond nog op het steiger, dus ook zij was weer snel ter plaatse. Maar weer was er aan de boot zelf niets te zien. Het moet dus wel uit de ankerbak komen. Nou, daar sta je dan. Slaperig, in je pyjama in een oostenwind, die net zo hard is dat deze dwars door het flanel van je pyjama heen blaast, te trekken aan twee loodzware ankers om deze zo neer te leggen dat ze niet meer verschuiven. Overigens was het toen ook afgelopen met het gebonk.
14.30 uur – De lucht is grijs van de wolkenvelden, die laag boven zee eerder op dikke regenbuien lijk en dat misschien ook wel zijn. Onder het grijze wolkendek strekt de groene dijk van Cuxhaven zich uit. Het gras is bezaaid met typische rieten strandstoelen die er verlaten bij staan, op een twintigtal na. De “boulevard” die er voorlangs loopt is gek genoeg super druk met wandelaars, fietsers en alles wat daar tussenin zit. Voor me zie ik Lars op zijn rode-te-kleine-vouwfiets tussen de mensenmenigte door scheuren en ik heb moeite om hem bij te houden, maar ja ik heb ook geen fiets met versnellingen. Mijn fiets is ook rood en zo fout als je je het maar kunt voorstellen, inclusief lelijk mandje achterop. Eindelijk, bijna bij het strand. Maar het gigantische toegangsbord haalt on meteen uit de droom. € 3,- per persoon per dag. Alleen om op het #/*! strand te zitten?! Tss, nou mooi niet.


