<<Dag 20. Glen Coe > Inveroran
12 augustus 2015
Mijn eerste wekker gaat om 6.30 uur. Het is koud en nog heel stil op de informal campside. Onze luidruchtige Oostenrijkse buren zijn blijkbaar nog in diepe slaap. Ik grijns stiekem. Heel gemeen, maar ze waren heel asociaal gisteren dus ze hebben nog iets te goed. Voor nu hebben we nog een half uurtje snooze-tijd, dus daar maak ik nog even dankbaar gebruik van. Ik kruip nog even tegen Tim aan en val weer in slaap. Om 7.00 uur is het dan echt tijd om op te staan. Het is echt even heel moeilijk om mijn slaapzak open te ritsen en de kou van de vroege ochtend in te kruipen. Maar het moet, want vandaag is wasdag. Dat wil zeggen, we willen zo vroeg mogelijk weg om ook zo vroeg mogelijk in Tyndrum aan te komen zodat we daar op de camping onze kleren even kunnen wassen en nieuwe proviand in te slaan. De voorraad muesli-repen is namelijk aanzienlijk geslonken!
Als de slaapspullen zijn opgeborgen, ontbijten we nog even snel (en expres lawaaiig) met een kop thee en broodjes in de tent. Maar dan is het toch echt tijd om de semi-warme tent op te breken en in de mist te vertrekken richting Bridge of Orchy. De Oostenrijkse buren zijn inmiddels kreunend en steunend wakker geworden om elkaar vol verbazing op de hoogte te stellen van ons vertrek. Blijkbaar wilden ze zelf ook vroeg weg en zijn ze nu verbaasd dat dat niet gelukt is. Het kan me echt helemaal niets meer schelen wat zij de rest van de dag gaan doen, zolang ik maar bij ze vandaag mag. Aso’s. Ik hijs mijn tas op, help Tim met die van hem en been richting de weg naar Inveroran hotel. Vanaf daar is het nog een klein stukje lopen over de weg voor we via een stijgend paadje over de flanken van Ben Inverveigh klimmen. Vanwege de kou zijn we beide nog gehuld in een regenbroek over onze korte broeken, een thermoshirt, trui en een jas, maar door het klimmen krijgen we het gelukkig snel warm. Halverwege de klim besluiten we daarom even te stoppen om de buitenste lagen vast uit te doen, en om van het uitzicht over Loch Tulla (voor zover mogelijk in de mist) te genieten. Op het hoogste punt van de klim staan we eigenlijk een beetje middenin de mist. Ik heb best dorst gekregen en wurm mijn waterfles uit mijn backpack. Het water hebben we gisteren bij gebrek aan een kraan gefilterd uit Allt Tolaghan, dus daar ben ik wel benieuwd naar. Als ik de dop van mijn fles gedraaid heb, komt me een ietwat zure geur tegemoet, maar ik besluit er niet te veel aandacht aan te besteden. Vrijwel tegelijk met Tim neem ik een paar slokken van het water en heb er vrijwel meteen spijt van. Ik verwachtte een chloorsmaak door de zuiveringsdruppels, maar het water smaakt echt super zuur. ‘Ja, dat komt door het veen waaruit het water stroomt’, is Tim’s nuchtere opmerking, ‘maar je kunt het gewoon drinken, hoor. Het is eigenlijk super zuiver.’ Right! Ik trek mijn wenkbrauwen op en hoop heel erg dat Tim gelijk heeft. Als we verder lopen, stel ik voor koffie te gaan drinken in het Bridge of Orchy Hotel en hoop ik stiekem dat er daar een gelegenheid is om drinkwater te tappen, want dit water is echt heel erg smerig!



De afdaling naar Bridge of Orchy slingert door een moorland om vervolgens een dennenbos in te duiken, waar je via een aantal haarspeldbochten uiteindelijk bij de informal campside langs de River Orchy uitkomt. Vanaf daar is het een klein stukje lopen naar het hotel en de cappuccino die ik ons beloofd heb. Als we naar de ingang van het hotel lopen, zie ik tot mijn grote vreugde een kraan in de muur met daarboven een bordje ‘drinking water’. YES! Sowieso dat ik daar straks mijn flessen even opnieuw ga vullen!
Na een lekker kopje cappuccino en met een verse voorraad water vervolgen we een half uurtje later onze weg richting Tyndrum. De rest van de etappe loopt grofweg parallel aan de spoorlijn en is daardoor redelijk vlak. Ook wel eens fijn! Het pad is hier ook vrij breed en goed begaanbaar, dus we schieten lekker op. Vlak voor Coralan Cottage en de brug over Allt Kinglass hebben we een beetje oponthoud door een kudde Schotse Hooglanders die hebben besloten dat ze zich vandaag op het pad gaan ophouden, maar ondanks dat de gevaartes er imposant uit zien (en ik er met een overdreven grote boog omheen hobbelde) komen we eigenlijk zonder problemen aan de andere kant van de kudde. De grootste uitdaging komt eigenlijk daarna, in de vorm van een hek waar we overheen moeten. Met bepakking is dat toch iets minder prettig. We twijfelen nog even of we in een keer door gaan lopen naar Tyndrum, maar besluiten toch nog even een korte pauze te nemen en vast even te lunchen. Er wacht ons straks nog een klein klimmetje en in principe hebben we toch nog tijd genoeg.




Als we weer onderweg zijn, ben ik toch wel blij met onze korte stop, want als we via een sheepcreep onder het spoor door gekropen zijn, klimt de WHW een stukje behoorlijk steil omhoog. Het uitzicht door de glen richting Bridge of Orchy is wel echt heel vet als we aan het einde van de klim zijn, maar het is even een gemeen stukje. Na deze klim is de rest van de route naar Tyndrum vrij vlak. Bij Brodie’s Mini Market (de eerste ‘supermarkt’ die we na Kinlochleven weer tegenkomen) steken we de drukke hoofdstraat over om vervolgens het laatste stukje naar de camping via de oever van Crom Allt te wandelen. Tyndrum heeft twee campings, waarvan de eerste die we vanuit deze kant tegenkomen meteen met niet te misstaande borden aangeeft dat kampeerders niet welkom zijn. Het hoe en waarom is me niet helemaal duidelijk, maar mijn stresslevel schiet meteen omhoog. Ik wil echt vandaag een douche, en mijn kleren wassen (eigenlijk vooral dat laatste). Gelukkig is het nog vroeg op de dag (14.00 uur ongeveer) en zijn we de eerste wandelaars die camping een eindje verderop op lopen. Het trekkersveldje is nog helemaal leeg, we hebben de wasmachine voor onszelf en ook het ‘schuilhokje’ op het midden van het veldje is nog leeg. Ideaal om de natte spullen even uit te hangen. Nergens voor nodig die stress, maar goed.




De rest van de dag gebruiken we om proviand in te slaan, ‘uitgebreid’ te koken, de was zo goed mogelijk te laten drogen en ons voor te bereiden op de langere etappe van morgen.
