31 juli 2009
Argh! Weer wordt ik hals over kop wakker gemaakt, want weer heb ik de wekker snel uitgedrukt voordat hij door wie dan ook gehoord wordt. Eigen schuld, dikke bult. “Nou, schiet op! Anders moet je de stand-by maar vragen om te helpen met het vaarklaar maken.” Uch, geen zin in. Eigenlijk mijn eer te na, dus ik sta wel op tijd naast mijn bed. Ik schiet mijn boardshort aan en steek snel mijn hoofd en armen door mijn brunottitrui. Lekker warm op het juiste moment. Zodra mijn slaapzak is opgerold sta ik op het dek om de hoezen van de zeilen te halen, de fokkenschoot eraan te maken en de achterkap van de boot te halen en alles wat daarbij komt kijken natuurlijk. Voor de laatste keer loop ik door de “athletendouches” om me te douchen. Nog een keer uitkijken over de Oostzee voor we de motor starten om richting de sluis te gaan.
10.45 uur – De wind blaast als vanouds over het Kieler Fjord. Bijna net zo hard als gisteren. Seabreeze vliegt natuurlijk ook als vanouds over de golven. “Tjoptjoptjoptjoptjop.” Een bulderend lawaai verstoort, of beter gezegd, stijgt op boven het geruis van de golven en de wind. Verschrikt kijk ik op, want het geluid komt bijna van boven ons. Vlakbij ons vliegt een apache-helicopter van het Duitse leger. Het ding scheert vlakbij ons langs voor het als een gigantische libelle weer wegvliegt. Een boot achter ons heeft minder geluk. Die krijgen het gevaarte recht boven hun boot langs. De rotorbladen veroorzaken zichtbaar een valwind. Na dit kunstje een keer of drie uitgevoerd te hebben, landt de helicopter op zijn schijnbare vliegbasis. Ook dat is gaaf om een keer gezien te hebben. Even later kruist een marinefregat achter ons langs richting de marinehaven.
14.30 uur – De sluis van Holtenau ligt alweer anderhalf uur achter ons en ik ben aan de beurt om aan het roer te zitten. Achter ons komt een gigantische tanker de bocht om. Een unifeder weer net als op de heenweg. Toen ging het ook goed, dus ik ben niet bang meer. Alleen dit stuk van het kanaal is smaller, maar ach, ik ga zo ver mogelijk aan de kant en dan kan de unifeder er met gemak langs. Denk ik, dacht ik. Even later kijk ik opzij en zie ik de unifeder op ongeveer 5 meter afstand naast me voorbij varen. Niets aan de hand, gewoon rustig blijven en goed sturen. Tot ik ineens naar de kant kijk en zie dat we geen knoop meer vooruit komen! “Oh nee, we zitten vast!” Sprakeloos staar ik mijn broertje aan, want ik zie toch duidelijk 6,3 meter op de dieptemeter staan. Verschrikt komt mijn moeder overeind, maar die heeft gelukkig meteen in de gaten wat er aan de hand is. De unifeder veroorzaakt zoveel stroming dat onze motor niet hard genoeg staat om er tegenin te varen. We liggen stil terwijl het water om ons heen kolkt en de unifeder met een rotgang doorvaart. Zodra de tanker voorbij is, neemt de stroming af en vliegt Seabreeze weer vooruit, gelukkig.



21.20 uur – We liggen weer in Rendsburg. Als ik naar buiten stap om de achterkap erop te zetten, kijk ik uit over de vredige baai waarin de haven gelegen is. Opeens valt mijn blik op een jacht dat met een rokende motor stil op het water ligt. Blijkbaar zit het jacht vast. Ze wrikken en wrikken en er komt steeds meer rook uit de motor en ze draaien een beetje troosteloos om hun kiel, die nog steeds muurvast lijkt te zitten. Ik buig me over mijn werkzaamheden en als ik opkijk zie ik het jacht met een rotgang wegstuiven. Even later zie ik ze een poging doen om te gaan ankeren. Nou, dan hadden ze al die moeite ook niet hoeven doen. Hoefden ze niet eens een anker uit te gooien. Lekker belangrijk ook en ik ga weer verder met waar ik mee bezig was.