1 augustus 2012
De volgende ochtend verloopt alles soepel. Geen verdere controles meer, alleen nog een tussenstop om 3 uur ‘s nachts waarbij de bus volstroomt met moeders met huilende kinderen. Ook de douanecontrole aan de Oostenrijkse grens komen we zonder kleerscheuren door, de passagier die gister zo veel problemen maakte, heeft duidelijk minder problemen met douaniers in uniform. Omdat we een uur te laat op het busstation van Wenen zijn (iets met oponthoud onderweg, argh!) staat de bus naar Bratislava al klaar voor vertrek. Gelukkig legt onze chauffeur in vloeiend Hongaars en onverstaanbaar Duits en Engels uit waar onze bus staat. Oh fijn!
Na twee keer heen en weer hollen over het busstation en heel wat paniek van mijn kant hebben we eindelijk de bus naar Bratislava gevonden. Hij is groot en wit en er staat echt met koeienletters Bratislava op, maar goed, kennelijk kijk je er dan toch overheen… Bratislava en Wenen liggen super dicht bij elkaar dus nog geen uur later rijden we de hoofdstad van Slowakije al binnen. Op het busstation nemen we snel de trolleybus naar het treinstation, om vanaf daar de trein naar Liptovský Mikuláš te nemen. Alleen spreekt niemand hier Engels en daar had ik niet helemaal op gerekend. Ik vind zelf dat ik aardig goed Duits spreek maar als ik een kaartje moet kopen sta ik bij het loket toch aardig te hakkelen. Ehm.. Ich müchte gerne eine Karte fur die Zug nach Liptovsky bitte ehhh. Ja, ik kan me helemaal voorstellen dat de vriendelijke mevrouw achter het loket daar geen touw aan vast kan knopen! Met wat hulp van Tim en met wat wijzen op de kaart komen we er gelukkig uit en niet veel later krijgen we twee treinkaartjes onder het raam door geschoven. Op naar het perron!

Ik ben helemaal gek van treinen dus ik heb wel zin in de reis. Maar op het perron slaat de paniek toch even toe….welke trein moesten we nou hebben? Gelukkig staan alle stations waar de trein stopt op het bord boven het perron, dus ook deze horde is snel genomen. De trein komt mooi op tijd aan en is van binnen een stuk schoner dan de treinen in Nederland. We zoeken onze plaats en ploffen samen met onze bagage in de gele vierzitsbank neer. De trein rijdt naar het noorden langs de Karpaten, door het dal van de Váh langs het Sĺňava waterreservoir in ongeveer drie uur naar Liptovský Mikuláš.



Het station van Liptovský Mikuláš is gelukkig een stuk kleiner dan dat van Bratislava, dus de uitgang naar het busstation is snel gevonden. Het is inmiddels lekker warm buiten en op een bankje in de schaduw van de overkapping van het busstation eten we onze laatste meegebrachte boterhammen op. Al het afval verzamelen we in de fel oranje schoudertas die ik heb meegenomen voor onderweg, die ik vervolgens in de prullenbak tegenover het bakje gooi. Bijna gelijk komt er een verward uitziende man met vieze kleren en een gigantische baard aan. Hij haalt de tas weer uit de prullenbak, gooit de zakjes en het afval dat we er in hadden gedaan weg en loopt met de tas over zijn schouder richting het centrum van de stad. Niemand kijkt op of om, alsof dit hier de normaalste zaak van de wereld is, maar zelf vind ik het eigenlijk best naar om te zien. Niet dat ik zo gehecht ben aan die tas, maar meer het feit dat er mensen zijn die voedsel en kleding moeten zoeken in vuilnisbaken. In Nederland is deze armoede altijd een stuk minder zichtbaar, dus dit is toch een beetje een cultuurshock.

Na een tijdje wachten komt gelukkig de bus naar Zuberec. We kopen een kaartje bij de chauffeur en de bus vertrekt. Het eerste stuk rijdt de bus rustig de stad uit, maar als de weg begint te stijgen merk ik al gauw dat de chauffeur een eigen aparte rijstijl heeft! Hij lijkt een akelige voorkeur te hebben voor het heel hard op bochten af rijden en heel laat remmen bij steile afgronden! Dit alles wordt nog eens versterkt door het feit dat de bus handgeschakeld is, wat er in resulteert dat ik bij iedere scherpe bocht het idee heb dat we zo achterwaarts de helling af kunnen rijden! Onderweg stopt de bus nog bij de afslag naar Huty waar ik bijna de bus uit stap om de rest dan maar verder te lopen. Zo ver kan het immers niet meer zijn en alles is beter dan deze kamikazepiloot! Alles gaat gelukkig goed en na 45 minuten met samengeknepen billen in de bus komen we aan in Zuberec. Eindelijk!
Zuberec is geen grote plaats, maar er zijn gelukkig wel winkels om wat voorraad in te slaan voor onderweg. Na de boodschappen lopen we naar de wegwijzer die we al hadden zien staan. Bij deze wegwijzer staat ook een kaart van het gebied. Samen met de kaarten die we hebben mee genomen beginnen we te puzzelen welke kant we op moeten. Nou ja samen…. Ik ben niet echt een ster in het kaartlezen dus het komt er op neer dat Tim aan het eind weet waar we heen moeten en ik eigenlijk nog steeds geen idee heb waar we zijn en welke kant we op gaan… gelukkig heeft Tim enorm veel geduld. Het idee dat we thuis al uitgedacht hadden, is om vanuit Zuberec de hoge Tatra te volgen tot Poprad daar over te steken naar de Lage Tatra en dan terug te lopen naar Zuberec. De route zou gemarkeerd moeten zijn en met de markering, de kaart en Tim zijn navigatie-skills moeten het helemaal goedkomen!

We lopen weer terug langs de winkel en volgen vervolgens een asfaltweg het dorp uit. De asfaltweg gaat buiten het dorp snel over in een breed grindpad. Voor me zie ik de eerste bergtoppen van de hoge Tatra! Super vet! Het jammere van lopen in de bergen is dan wel weer dat je omhoog moet lopen. Tim doet het rustiger aan, maar ik heb nog niet zo veel ervaring dus ga vol enthousiasme van start, wat er vervolgens in resulteert dat ik bij de volgende kruising geen idee meer heb waar ik heen moet. Wachtend op Tim probeer ik alvast even op de kaart te kijken, maar voor ik er wijs uit ben staat Tim al weer naast me. Binnen een mum van tijd heeft hij gevonden waar we zijn en welke kant we op moeten, dus lopen we weer rustig samen op. Onderweg praten we wat over de planten die we in het bos om ons heen zien. We hebben niet het idee dat we vandaag nog mensen tegen gaan komen en we zijn dan ook verbaasd als we ineens stemmen horen. Er blijkt aan de overkant van een beekje een soort scoutingkamp opgeslagen te zijn en een van de begeleiders begint in het vloeiend Slowaaks iets aan ons te vertellen. Gelukkig schakelt hij over naar Engels als hij merkt dat we geen Slowaaks verstaan, want hij probeerde ons uit te leggen dat de weg verderop versperd is door een steenlawine. Deze kant op kunnen we niet verder en als we wel naar Sedlo Palenica willen moeten we terug naar Zuberec. Fijn!


Ik baal er flink van, maar er zit niets anders op. Tim heeft er ook flink de pest in en al mopperend lopen we weer terug naar Zuberec. Eenmaal terug in het “centrum” besluiten we dat het eerst wel eens tijd is voor een flinke maaltijd. Gelukkig hadden we op de heenweg al een restaurant gezien, en veel andere restaurants zijn er niet dus een keus is snel gemaakt. Tijd voor een lunch/avondeten! Het eten is super goedkoop en ik weet niet of het komt omdat ik best wel trek heb maar het smaakt ook nog prima! Na het eten pakken we de backpacks weer op en lopen we de Zuberec weer uit. Dit keer langs de drukke weg richting Huty, om vervolgens vanuit daar te proberen naar Sedlo Palenica te lopen. Tegen de tijd dat we bij de afslag naar het bospad zijn is het echter al redelijk laat. We besluiten een eind door te lopen het bos in om op zoek te gaan naar een geschikte plaats voor de tent.

Onderaan het bospad staat echter een boswachtershuisje met daarnaast een bord waarop duidelijk in 3 talen staat uitgelegd dat wildkamperen in het nationale park Hoge en Lage Tatra ten strengste verboden is… daar hadden we niet op gerekend! We kunnen nu ook niet echt meer terug en aangezien er nagenoeg geen campings in het gebied zijn zullen we toch wel moeten wildkamperen. Ik heb echt helemaal genoeg van deze dag en ik wil het liefst naar huis!
Gelukkig blijft Tim super rustig. Hij is er van overtuigd dat er echt niemand komt controleren en dat, als we de tent een beetje goed opzetten, we echt geen gezeik krijgen. Een eindje verder begint het pad flink te klimmen. Zo is het wel lastig zoeken naar een vlakke plaats om de tent op te zetten. Alles is hier schuin! Gelukkig vinden we toch nog redelijk snel een vlak stukje land een eindje van het pad. We besluiten eerst te koken zodat we altijd kunnen zeggen dat we alleen even wat zitten te eten als er toch nog een boswachter aan komt. Dit blijkt echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het benzinebrandertje dat Tim speciaal voor deze reis heeft aangeschaft blijkt met geen mogelijkheid aan de praat te krijgen. Terwijl Tim met de brandstofleiding en de sproeiers friemelt, begint het hier steeds meer naar bezine te stinken. En iedere keer als we het ding aan hebben gaat de vlam binnen een paar seconden weer uit. Ik heb geen idee hoe het werkt, dus terwijl hij er mee bezig is besluit ik natuurlijk te helpen door vanaf een afstandje goedbedoeld advies te geven. Eind van het liedje is dat er uiteindelijk te veel benzine in het systeem waardoor we de brander vanavond met geen mogelijkheid meer aan gaan krijgen. Er zit uiteindelijk niets anders op dan een pakje hardkeks als avondeten te nuttigen en het dan morgen nog maar eens te proberen.
Als Tim de tent begint op te zetten, probeer ik vast zo rustig mogelijk mijn slaapmatje op te blazen en mijn slaapzak uit te rollen. Ik ben nog steeds niet gerust over dat we hier eigenlijk helemaal niet mogen kamperen en begin steeds paniekeriger te worden. Als Tim klaar is kruipen we dan toch de tent maar in. We liggen nog een beetje te lezen als mijn telefoon gaat. Ik schiet ongeveer tegen het plafond van de tent, maar neem naar mijn idee toch zo relaxt mogelijk de telefoon op. “Hi met Tim” zeg ik met een veel te hoge piepstem van de zenuwen. Aan de andere kant van de lijn hoor ik “Huh, wie is dit?” gevolgd door ” Leuk hoor Tim, geef me nu mijn vriendje maar even”. Als ik Rianne met piepende stem probeer uit te leggen dat ik het echt wel ben, maar dat mijn stem alleen een beetje overslaat omdat ik nu in een donker bos sta en dat er ieder moment aangevallen kan worden door een boze Slowaakse boswachter met een jachtgeweer, heb ik vooral medelijden met mezelf. Rianne wordt op dat moment echter lastig gevallen door een steenmarter die probeert de deur open te breken van de bothy waar zij en Lisa proberen te slapen… Ik probeer haar nog gerust te stellen, maar omdat ik vooral met mijn eigen problemen bezig ben helpt het niet echt. Hopelijk komt morgen alles goed…