30 juli 2012
Een schel gepiep dat van onder mijn kussen lijkt te komen, verstoort mijn onrustige slaapje. Enigszins gedesillusioneerd schiet ik overeind en bijna met mn hoofd tegen de onderkant van Lisa’s bed aan, terwijl ik als een idioot probeer te achterhalen waar het gepiep vandaan komt. Het blijkt mijn wekker te zijn. Ik mompel wat excuses naar onze kamergenoten en begin tegen Lisa’s matras te schoppen. Dat laatste blijkt niet nodig, want ze heeft het gepiep ook gehoord en is al bezig met haar ontbijt. Na een zo zachtjes mogelijk overleg, besluit ik me eerst maar eens te gaan wassen alvorens me in mijn thermoshirt te hijsen en mijn voeten opnieuw in te tapen. Na drie keer gecontroleerd te hebben of we niets vergeten zijn en afscheid genomen te hebben van onze kamergenoten, beginnen we vol goede moed aan onze eerste quest van de dag. Het vinden van een campinggasje. Ik heb de vorige dag instructies gekregen van een Franse jongen met de uitdrukkelijke verzekering erbij dat het niet al te duur is, zo’n stoof met gascilinder. Omdat we eigenlijk niet kunnen wachten om aan onze wandeltocht te beginnen, gaan we de eerste outdoorwinkel binnen die we tegenkomen en terwijl Lisa op de backpacks past, leg ik de mevrouw van de winkel uit wat de bedoeling is.
‘Hi, yeah, I’m looking for, like, a gass cilinder to cook on.. You know for camping and hiking and stuff..?’ ‘Oh, a stove. Yes, we have them, come along, please.’ En ik volg de vrouw naar beneden waar een hele collectie ‘stoves’ staat. Ik werp een snelle blik op de bijbehorende gascilinders, die gelukkig £9 kosten. Duurder dan in Nederland, maar te betalen. De vrouw begint een hele uitleg over de stoves die ze zoal in de aanbieding hebben, terwijl ik steeds stiekem probeer te kijken welke het goedkoopst is.
Mijn keus valt op een extreem basic en lichtgewicht stoofje, waarbij ik het excuus kan gebruiken dat we zo min mogelijk gewicht mee willen nemen, want we lopen de West Highland Way. Dan kom ik tenminste niet over als gierige Nederlandse (want ze had natuurlijk al gevraagd waar we vandaan kwamen). Bij het horen van onze wandelplannen wordt de vrouw helemaal enthousiast en ze snapt meteen dat we natuurlijk niet voor de £20 duurdere en 5gram zwaardere variant gaan, ook al staat die steviger. Nu nog aan Lisa uitleggen dat deze de goedkoopste was met zn £23. Tijdens het afrekenen krijgen we nog een uitgebreid weerbericht te horen. ‘The two of you are very lucky, you’ll only have a lot of rain on wednesday’. In de veronderstelling dat het allemaal wel wat mee zal vallen en dat wij Nederlanders wel wat gewend zijn, vervolgen we onze tocht naar de supermarkt, waar we proviand voor de komende dagen in slaan, alvorens we met de trein naar Milngavie vertrekken. Onderweg probeer ik mijn laatste aanwinsten op het gebied van chocola, fruit en toetjes kwijt te raken in mijn backpack en vlak voor de trein bij de stoep die het perron van Milngavie heet stilstaat, sjor ik het laatste riempje van mijn tas vast. Het gewicht dat het gevaarte inmiddels heeft, probeer ik zoveel mogelijk te verdringen en ik maak mezelf wijs dat het hebben van een lekker toetje meer waard is dan een lichte tas.


Op dat laatste kom ik binnen 5 km absoluut terug, want meteen na vertrek uit Milngavie begint het landschap te glooien en beginnen de eerste regenwolken zich samen te pakken. Niet dat dat iets met de toetjes in mijn tas te maken heeft, maar op dat moment voel ik toch elke gram op mijn heupen drukken. Het begin van onze eerste etappe naar Drymen voert door een parkachtig bos en laat ons rustig kennis maken met het Schotse landschap, waar vlakke paden niet lijken te bestaan. Mijn gemopper op de reisgids met zijn ‘No serious climbs’ verstomt meteen bij het eerste uitzicht over een loch inclusief kasteel en na onze eerste Schotse regenbui en het oversteken van een watervalletje, stuur ik een enthousiast smsje naar het thuisfront om te melden dat we ‘al op de helft van de eerste etappe zijn’. De volgende 5 kilometer bestaan uit het rechte pad van een oude spoorlijn, wat een, jawel, vlakke ondergrond betekent. Bijna euforisch lopen we verder richting Drymen. Maar goed, op een gegeven moment begint ook dat te vervelen en begint zo’n tas toch wel zwaar te worden. Als afleiding besluit Lisa het onderwerp de vakantie van Tim, mijn vriendje, in het leven te roepen. Hetgeen schijnbaar een dankbaar onderwerp is, want de komende 5 km staan helemaal in het teken van hoe warm 30 graden wel niet is en hoe vlak Schotland moet zijn vergeleken bij een of andere Tatra in Slowakije. Daar komt bij, hier verstaan ze tenminste Engels. En Schotland is sowieso veel mooier. Daar zijn wij het al lang over eens. Ineens lijkt die tas een stuk lichter!


Tot het moment dat we vlak voor Drymen, aan het begin van de Schotse Highlands staan en van een Schot die schijnbaar denkt dat we dreigen te verdwalen te horen krijgen dat we de weg omhoog moeten volgen en dat we dan Loch Lomond kunnen zien liggen. ‘Good luck, girls’ en hij kijkt veel betekenend naar onze rugzakken en vervolgens naar de weg voor ons. Mijn blik volgt die van hem en bij het zien van de hoek die de weg omhoog maakt, probeer ik mijn ‘slik!’-momentje zo goed mogelijk te verbergen. ‘Ah, maar wij zijn the Bloody Dutch. Wij kunnen dat.’ Hoor ik Lisa hoopvol zeggen.
Nog geen kilometer later worden we twee keer van de weg geduwd door dezelfde veewagen en is Loch Lomond nog een belofte aan de horizon. Maar de zon schijnt en door het heuvelachtige verloop van de weg hebben we een prachtig uitzicht over het Schotse landschap. Ik merk dat ik aan het ‘klimmen’ nog niet zo gewend ben, maar dalen gaat lekker snel en onderweg halen we twee Duitse vrouwen in die schijnbaar zonder bagage de Way lopen. We groeten hun vrolijk en beginnen, als de twee buiten gehoorafstand zijn, een discussie over het feit dat we het toch eigenlijk wel slap vinden dat ze hun bagage waarschijnlijk laten vervoeren. Maar na de volgende, bijna onnatuurlijke, helling die de weg aanneemt, heb ik er eigenlijk stiekem wel oren naar om mijn bagage te laten vervoeren en te horen aan het gehijg achter me, Lisa ook wel, dus we besluiten even te rusten. Ik sleep mezelf naar de top van het heuveltje waar we tegenop ploeteren en parkeer mijn backpack tegen een hek, waarna ik het landschap eens op mijn dooie gemak in me opneem. Heel in de verte ligt Glasgow verpakt in een dikke regenwolk en richting het noorden zijn de bossen zichtbaar die Loch Lomond omhullen. Maar als bij die bossen Loch Lomond ligt.. en ik draai me om naar links. En jawel, daar beneden (weleenswaar in de verte) ligt Loch Lomond te schitteren in zon. Wat een geweldig uitzicht! Mijn tas lijkt ineens een stuk minder zwaar, wat misschien ook komt door de appel die ik naar binnen aan het werken ben, en ook mijn voetzolen lijken minder pijn te doen. Het enige wat me zorgen begint te baren zijn mijn heupbotten, die behoorlijk in de knel hebben gezeten de hele dag en nu besluiten dat ze heel erg willen laten weten dat ze er ook nog zijn. Na deze korte pauze en een paar bezorgde blikken richting de lucht, besluiten we door te lopen en een plek te zoeken voor de nacht. Vlak voor Drymen buigt de Way af naar rechts en lopen we door een sterk gloeiend weiland aan een stroompje, waar meer mensen op het idee zijn gekomen om hun kampement voor de nacht op te slaan en we besluiten hun voorbeeld te volgen. We vinden een idyllisch plekje aan het stroompje en beginnen moe maar voldaan aan ons eerste noodles-pak. Ik stuur trots nog een smsje naar het thuisfront met wat bezorgde vragen over de blauwe plekken die zich op mijn heupen beginnen te vormen en ik krijg niet veel later het antwoord ‘oh, dat wordt alleen nog maar erger’. Fijn! Dan maar vast proberen te slapen. Ik trek nog een extra trui aan en kruip mijn slaapzak in. De temperatuur zakt met de zon achter de horizon en ik vind het ook wel weer welletjes voor vandaag.
