Dag 19. Schilksee

<< Dag 18. Rudkøbing > Schilksee

30 juli 2009

Ik word wakker van iets in mijn ogen. Het is oranje en schijnt via het luik precies in mijn gezicht. Oranje… Dat moet de zon zijn, want het is ook al licht. Maar de zon is alleen oranje als ze opkomt of ondergaat. Het kan gewoon niet dat ik naar de reflectie van een zonsondergang lig te kijken. Als mijn navigatiegevoel me tenminste niet volledig in de steek heeft gelaten komt dat licht uit het oosten. Ik blijf nog even liggen kijken naar de oranje stipjes terwijl ik luister naar de huilende wind. Dan probeer ik me te herinneren waar mijn trouwe vriend de Olyumpus E-520 is gebleven. Ik ga zitten en zie de camera in alle rust in zijn tas liggen. Wake up, Olympus! Ik klik de camera aan en kruip zover omhoog dat mijn hoofd met de camera uit het luik steekt en schiet twee super foto’s. Ik kijk nog even. De wind is vannacht dus al aangewakkerd en schud Seabreeze enigzins heen en weer. Het is nog erg vroeg, want ik zie niemand buiten en ik heb eerlijk gezegd ook niet veel trek om hier nog langer te blijven. Ik kruip weer terug, stop mijn camera weer weg en ga nog even lekker slapen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Zonsopkomst in Schilksee.

12.55 uur – De waszak is te vol of de trommel van de wasmachine is te klein. Geïrriteerd haal ik alles nog maar eens uit de wasmachine om de onnodige kleren eruit te filteren, maar er is eigenlijk niets dat nog wel even vies kan blijven. Dus stop/prop ik alles maar weer terug. Na even proppen blijkt alles er dan toch in te kunnen. En kan de wasmachine aangezet worden. Maar mamma is nog niet terug en ik heb geen muntjes en geen waspoeder. Ik zet de waszak naast de wasmachine en loop maar eens door de lange gang van het wascomplex van de Olympiahaven. Wie weet hebben hier ooit bekende wedstrijdzeilers doorheen gelopen. Dat geeft wel een gaaf gevoel en even ebt mijn ongeduldigheid weg. Maar dat is van korte duur, want mamma is nog steeds niet terug en ik moet heel nodig naar de wc. Aaah!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Zeiluitslagen onder de Olympische ringen.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
De jachthaven van Schilksee.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Plattegrond van de Olympiahafen.

16.30 uur – Mijn slippers maken een bekend, vertrouwd geluid terwijl ik door de straten van Schilksee flip-flop. Er is bijna niemand te zien en de mensen die op straat lopen, zijn toeristen die, net als wij, verbaasd zorgen dat ze zo snel mogelijk weer aan het strand terecht komen. De bewoners die je tegenkomt lijken niet op of om te kijken en zo snel mogelijk weer in hun huis te willen schieten. Het ziet er uitgestorven en verpauperd uit. Als het zou regenen zou het plaatje compleet zijn en alsof mijn gedachten gelezen worden, schuift er een wolk voor de zon en begint het de lucht uit te gieten. Als we even later staan te schuilen, besluiten we dat er toch geen supermarkt is en dat we maar het beste terug kunnen gaan naar het strand. Net als de andere toeristen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Uitzicht over het Kieler Fjord.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Het strand van Schilksee.

17.10 uur – “Nou Lars, jij loopt even naar die boei en weer terug.” “Ja, daag. Doe het zelf!” We staan alledrie met onze blote voetjes in het water. Mijn moeder verzint op dat soort momenten graag opdrachtjes voor ons. Mijn broertje heeft er duidelijk geen zin in, maar het lijkt mij wel wat. Ik zet mijn rugtas op het strand bij mijn slippers en loop het water in dat bij elk stukje vel dat het aanraakt weer koud aanvoelt. Niet zeuren en doorgaan. Maar het water wordt steeds dieper en reikt nu al tot halverwege mijn bovenbenen. Ik probeer op mijn tenen te gaan staan en trek de pijpen van mijn boardshort nog verder omhoog. Nu maar hopen dat hier geen kwallen zwemmen. Op de topjes van mijn tenen trippel ik om de boei en weet mijn broek nog naar net droog te houden. Op de terugweg kom ik tot mijn grote schrik blijkbaar net zo van mij als ik van hem, want hij vloog er meteen vandoor. Gelukkig!

21.10 uur – De wind blaast om me heen. Mijn vest flappert en blonde plukken haar dansen in de wind. Met mijn benen klem ik me stevig vast aan het “klimrek” van een meter of vier-vijf hoog. Ik zit op het hoogste punt en voel de wind om me heen. Ik kan een heel eind over de Oostzee kijken en ik zie Kiel voorbij de bossen liggen. Ik voel me zo vrij als een vogel en gooi mijn armen omhoog om het gevoel compleet te maken. “Doe nou maar niet zo gevaarlijk!” Ik kijk naar beneden en zie Lars ongeveer twee meter onder me op de touwen staan. Hmpf! Dit is nog niets. Maar goed. Ik werp nog een blik op de Oostzee en laat me via de stang naar beneden glijden.

>> Dag 20. Schilksee > Rendsburg