Dag 18. Fort William > Kinlochleven

<< Dag 17. Gairlochy > Fort William

9 augustus 2015

Het licht dat door het doek van de tent komt, lijkt flets. Dat betekent qua weer niet veel soeps, tenzij het nog zo vroeg is dat de zon nog achter de bergen hangt. Ik hoop stiekem dat dat laatste het geval is, want dan kan ik nog even slapen. Hoopvol graai ik naast mijn kussen naar mijn horloge die onverbiddelijk aangeeft dat het toch echt al 8.30 uur is. Tijd om op te staan dus; er staat vandaag namelijk een behoorlijke etappe op het programma. Gelukkig heb ik nog geen getik op het tentdoek gehoord. Dat zou dus kunnen betekenen dat het zowaar droog is. Voorzichtig wurm ik me langs Tim naar de rits van de tent om vast even te spieken. Ik rits de tent een stukje open en gluur door een kiertje naar buiten. En buiten is op dat moment gehuld in een hele fijne nevel, meer een soort lichte motregen, die zo fijn is dat het geen geluid op de tent maakt, maar wel degelijk heel nat is. Feest!

Ik moet heel erg mijn best doen om me niet gewoon weer achterover op mijn matje te laten vallen, maar we hebben vandaag een behoorlijke etappe voor de boeg dus dat is geen optie. Met tegenzin rits ik mezelf uit mijn slaapzak. Tim is natuurlijk alweer zonder enige problemen bezig met het inpakken van zijn spullen. Als ik mijn slaapzak onderin mijn tas heb gepropt, krijg ik twee broodjes met chocopasta en marmite aangereikt. Chill! Het lijkt inmiddels heel even door te zijn en we besluiten eerst even snel te gaan douchen in de hoop dat de tent dan ietsje droger wordt. Volledig kansloos natuurlijk, maar alle beetjes helpen!

Rond 11.30 uur, veel te laat eigenlijk, zijn we dan eindelijk onderweg. Voordat we op de HWH zijn, moeten we eerst nog een stukje langs de weg naar Fort William teruglopen. Wat een leuk begin van de dag. NOT! Ik ben dan ook best wel blij als we eindelijk op de route zijn. Via een forestry road klimmen we eerst geleidelijk en later steeds steiler naar het punt waarop het pad splitst (naar Kinlochleven of naar de top van Dun Deardail). Vlak voor deze splitsing heb je een gaaf uitzicht over Fort William en de camping beneden. Omdat de motregen inmiddels even is opgehouden en het zweet langs de binnenkant van onze regenbroeken naar beneden loopt, besluiten we even te stoppen om ze uit te trekken en foto’s te maken van het uitzicht. Snel proppen we nog even een muesli-reep naar binnen voor we onze tocht naar Kinlochleven vervolgen.

IMG_6992
Prutsen aan de tas.
IMG_6994
Uitzicht op de camping.

De WHW loopt vanaf dat punt een paar kilometer door een landschap dat er uitziet alsof de apocalyps onlangs heeft plaatsgevonden. Of alsof er een bosbrand heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk is er gewoon veel gekapt, maar het lijkt heel onheilspellend. Als we die vlakte doorkruist hebben, lopen we door een dichtbegroeid bos. Het pad is hier afwisselend modderig en rotsachtig, maar eigenlijk overal glad. Bij wijze van verrassing steken we op een gegeven moment een rivier over, waarna we steil omhoog klimmen en daarna vrij snel weer op een kaal stuk van de route lopen. Het begint inmiddels merkbaar drukker op de route te worden met eigenlijk uitsluitend tegemoetkomende wandelaars. Omdat het pad hier vrij smal is, zijn de meeste mensen behoorlijk geïrriteerd dat we beiden van het pad af moeten om elkaar te kunnen passeren. Zonde eigenlijk, want dit stuk van de route is best mooi met het uitzicht op Lochan Lùn Dà-Bhrà en de omringende Mamores.

IMG_6995
Waterval.
IMG_6998
Steile en gladde trappetjes zijn niet leuk met een zware rugzak.
IMG_6999
Redelijk steile beklimming.
2015-08-09 14.21.48
Ben Nevis en omringende heuvels in de mist.
IMG_7001
Uitzicht op Lochan Lùn Dà-Bhrà.

Een paar kilometer later komt het smalle pad bij een informatiebord uit op de bredere old Military Road richting Kinlochleven. Omdat we beide eigenlijk wel zin hebben in koffie en een broodje, besluiten we op zoek te gaan naar een geschikte pauzeplek. Bankjes staan hier niet, dus als we een soort omheining voor schapen met daarbuiten een paar dikke stenen tegenkomen, ploffen we daar maar neer. Het is inmiddels weer begonnen de miezeren. In combinatie met het gemene windje dat over de pas vanuit Kinlochleven waait is het best wel koud. Dan maar naast de stenen zitten. De warme koffie maakt weer een hoop goed, maar stiekem begin ik me toch wel een beetje miserabelig te voelen. Het is nog best wel een stuk lopen (we zijn nu ongeveer op de helft), het is al relatief laat op de middag en ik begin me zorgen te maken over of er wel genoeg plek op de camping zal zijn straks in Kinlochleven. Jammer genoeg komt dat de sfeer niet echt ten goede, maar goed dat hoort er ook een klein beetje bij. Als we vlak na de ruïnes bij Tigh-na-sleubhaich een andere hiker tegenkomen en vragen of hij heeft gezien of er nog plekken op een van de campings van Kinlochleven is, ben ik er helemaal klaar mee. De jongen is er namelijk van overtuigd dat alle campings vol zitten en dat we maar beter kunnen gaan wildkamperen. Hij wil weten of hij zijn tent bij de ruïnes kan opzetten. Dat laatste raden we hem af, maar eigenlijk kan het me helemaal niets schelen waar hij zijn tent opzet; ik wil zo snel mogelijk naar Kinlochleven om zelf te kunnen zien of er nog plekken zijn.

IMG_7002
Coffee to go.
IMG_7004
Wegversperring.
IMG_7006
Ruïnes bij Tigh-na-sleubhaich.
IMG_7007
Ruïnes bij Tigh-na-sleubhaich.

De frustratie bereikt een hoogtepunt als we naar mijn idee te langzaam afdalen en Tim keihard uitglijdt op een gladde steen. Als hij opgekrabbeld is, smijt Tim zijn tas op de grond en geeft er een schop tegenaan. Voor een moment kijken we elkaar woest aan. Ik kan aan Tim zien dat hij het ook wel gehad heeft voor vandaag en het heeft ook geen zin om als een malle naar beneden te rennen met deze bepakking als een van ons daardoor onderuit gaat en een serieuze blessure oploopt. Daarbij, als de campings echt vol zitten dan zitten ze toch vol, of we nou sneller lopen of niet. Ik kijk van Tim’s gezicht naar beneden het dal in. Beneden ligt Kinlochleven in de zon onder een regenboog. ‘Kijk dan! Hoe vet?’ ik wijs naar de regenboog ‘en dan staan wij hier een beetje ruzie te maken.’ ‘Om niets waarschijnlijk. Wil je een muesli-reep?’ Ik schiet in de lach en pak de reep van Tim aan. ‘Gaat het?’ Gelukkig heeft hij niets aan zijn valpartij overgehouden, maar we weten allebei dat het erger af had kunnen lopen. Terwijl we op Tim’s tas onze zoveelste reep wegkauwen en van het uitzicht genieten, valt mijn oog op de camping die helemaal niet zo vol lijkt te staan. Dit is echt de laatste keer dat ik me op laat jutten door iemand anders (hoop ik).

IMG_7009
Kinlochleven en de regenboog.
IMG_7010
River-crossing.
IMG_7011
Uitzicht op de heuvels waar we net vanaf komen.

De rest van de afdaling loopt door een leuk stukje bos met hier en daar een waterval en tentjes van wandelaars die morgen naar Fort William lopen. Genoeg goede wildkampeerplekken over mocht het toch nog nodig zijn, maar voor nu geloof ik wel dat er nog een plekje voor ons is op de camping. Uiteindelijk spuugt het bos ons uit de verharde weg naar het dorp op, waar we nadat we de River Leven over zijn gestoken linksaf slaan naar het Blackwater hostel en de camping. Als we even later bij de receptie staan, verzekert de jongen achter de balie ons dat er altijd een plek is voor trekkerstentjes. Oké, die ruzie was echt nergens voor nodig. Schuldbewust loop ik weer naar buiten, waar Tim met de tassen staan te wachten. Die laat weinig ruimte voor mijn excuseswaterval. ‘Hé, het is goedgekomen. Kom, we zetten de tent op en gaan iets lekkers halen bij de supermarkt. Morgen weer een dag.’ Ik zucht en vervloek mezelf inwendig. Maar Tim heeft wel gelijk, het heeft ook geen zin om hierin te blijven hangen. De kop (of beter gezegd de staart) van de WHW is eraf, laat de rest maar komen!

>>Dag 19. Kinlochleven > Glen Coe