Campbeltown

img_6691
Campbeltown

Campbeltown is de belangrijkste havenstad op Kintyre. De stad staat vol met oude gebouwen en de oudste nog werkende bioscoop. Je kunt er lekker eten en er is een goed hostel waar je voor weinig geld een goed bed kunt krijgen. Maar Campbeltown is vooral bekend om één ding, whisky!

Het gebied is waarschijnlijk al zo’n 4500 jaar bewoond. De eerste bewoners waren jagers/verzamelaars die handig gebruik maakte van de natuurlijke haven, mooi beschut door Davaar Island. Later ontstond hier een stad die in het gaelic Ceann Loch Chille Chiarain (vrij vertaald betekend dit zo iets als “eind van het loch, naast de kerk van Ciarán). De eerste Engelsen verbasterde dit tot Kinlochkilkerran.

 

img_6694
De oudste, nog werkende bioscoop (witte gebouw).

In 1667 wordt de stad omgedoopt tot Campbeltown, vernoemd naar Archibald Campbell graaf van Argyle die 20 jaar daarvoor de laatste restjes van het Royalist Army uitmoordde bij Dunaverty Castle. Onder de zijn leiding en die van de volgende graven van Argyle groeit de stad. Aan het begin van de 18e eeuw wordt een haven gebouwd onder aanmoediging van Elizabeth Tollemache gravin van Argyle.

De haven werd een belangrijke handelshaven. In de Victoriaanse tijd was dit een drukke havenstad. De Scheepswerven waren een van de belangrijkste in Schotland en de vissersvloot bestand uit meer dan 600 schepen. Er was zelfs een spoorlijn om kolen uit de mijnen bij Machrihanish naar de haven te vervoeren.

In deze tijd komt ook de whisky om de hoek kijken. Rond 1800 waren er 34 destilleerder actief in de kleien stad. Zo veel zelfs dat het een eigen whisky gebied toegewezen kreeg. De whisky’s stonden bekend om hun smaak en hun kwaliteit. Bovendien waren in Campbeltown, door de goede haven, grondstoffen en eindproducten veel makkelijk aan en af te voeren dan bij de geïsoleerde distilleerders in het noorden het geval was. Campbeltown groeide uit tot  de officieuze whisky hoofdstad van de wereld.

De economische bloeiperiode duurt echter niet lang. Door de toenemende vraag gingen de kwaliteit van de whisky steeds verder achteruit.  In aan het begin van de Eerste Wereldoorlog nam de vraag naar whisky sterk af omdat veel mannen naar het front vertrokken. Bovendien ontwikkelde het wegennetwerk in Schotland zich sterk. Over de weg ligt Campbeltown ineens een stuk verder van de bewoonde wereld af. De beurskrach van 1920 en daar op volgende drooglegging in de Verenigde Staten zorgde voor een sterke afname in het aantal distilleerders. Daarnaast slonk de vissersvloot door overbevissing  en door betere wegen nam het belang van de haven af.

Tegenwoordig lijkt het toerisme weer wat leven in de brouwerij te brengen. Er zijn weer 3 whisky distilleerders actief (Glen Scotia, Glengyle, en Springbank) en de haven is een belangrijke aanvoerhaven geworden voor windmolen onderdelen. Deze gaan naar de snel ontwikkelende windparken hoog in de heuvels van Kintyre.

<<Dag 2. Glasgow > Campbeltown > Southend
<<Dag 4. Machrihanish > Loch Lussa (wildkampeerspot)
<<Dag 7. Middle of nowhere ten zuiden van Glenbarr > Campbeltown
<<Dag 8. Campbeltown > Edinburgh

bronnen:
http://www.undiscoveredscotland.co.uk/campbeltown/campbeltown/
https://www.visitscotland.com/info/towns-villages/campbeltown-p235331
http://www.kintyre.org/history.shtml
https://www.thewhiskyexchange.com/c/316/campbeltown-single-malt-scotch-whisky

<<terug